entree artilleriemuseum

Onlangs kwam mijn vroegere dienstkameraad en nog steeds vriend Guus op het lumineuze idee om eens een bezoek te brengen aan het artilleriemuseum bij ’t Harde, waarvan ik niet wist dat dat bestond. Wij hadden vroeger immers allebei bij de 42e afdeling veldartillerie in Assen gediend. Hij als stukscommandant en ik als wachtmeesterverkenner. Het was alleen niet in de zelfde periode geweest. We hadden elkaar pas leren kennen tijdens de herhalingsoefeningen in Crailo, maar daar hoeven we niet meer aan te worden herinnerd. Er was te weinig heldhaftigs aan, aan die mobiele colonnes. waar we toen bij waren ingedeeld.

Nee, dan de artillerie, wel de "Koningin van het slagveld" genoemd. Een kanon, dat was een wonder van technisch vernuft. Dat gold al voor de werptoestellen van de Grieken en Romeinen. Zo heb ik een keer een film gezien waarin de Romeinen het Joodse fort Massada met hun werptoestellen bestookten. Die ballista en katapulta waren het begin van de artillerie.

belegering fort


De mensheid, althans de mannelijke helft daarvan, heeft nu eenmaal een onuitroeibare neiging gehad  om de concurrent uit de weg te ruimen. In oorlogen gebeurde dat in georganiseerd verband. Daarvoor werden eerst de onderdanen gehersenspoeld met een mix van godsdienstwaanzin en nationalisme. Trouw aan God en vaderland gold als hoogste morele waarde. Daarvan getuigt ook het Artillerielied, dat in het Artilleriemuseum ergens was opgehangen. Ik neem er een paar strofen van over. Ik kan me niet herinneren dit lied in mijn tijd gezongen te hebben.

“Wat dreunt daar op die heide?
Wat blinkt daar in ’t verschiet?
Wat dondert tussenbeide,
Dat men door stof niet ziet?
…….
’t Is veldartillerie.

De kruitdamp is hun leven.
’t Kanon is hun banier
De hoop daarvoor te sneven.
Bezielt elke kanonnier!
Zij haken naar den strijde
Voor Vaderland en Vorst,
Voor Land en Koning beide
Klopt steeds hun mannenborst.

...............                                                                                                                                                                ..


paard met gasmasker“De hoop daarvoor te sneven” is met de Eerste Wereldoorlog wel verdwenen. Die heeft het laatste waas van romantiek dat tot de Napoleontische tijd nog over de slagvelden heeft gehangen tot flinsters verscheurd. Een van de meest navrante weergaven was die van een paard met een gasmasker. Tot 1945 werden paarden gebruikt als tractiemiddel voor de kanonnen. Zo moest een beetje stuk al gauw door vier paarden voortbewogen worden.


Maar daarmee is het kanon, het geschut, de houwitser met bijbehorende affuit, dat daar in grote mate verantwoordelijk voor is geweest,  evengoed wel een fascinerend ding gebleven.


Het  woord artillerie is afgeleid van het Latijnse “artilia”, dat  “kunstige werktuigen” betekent. Het is de benaming voor het hele scala van wapens waarmee over een grote afstand zware voorwerpen kunnen worden weggeslingerd of weggeschoten.
Hiertoe behoern zowel het mechanische geschut uit de oudheid en middeleeuwen, zoals de ballista, de onager en de catapulta  als het latere vuurgeschut en de moderne lanceerinrichtingen.

Het museum is verdeeld over een viertal gebouwen, die gelegen zijn in een fraai park, dat grenst aan de befaamde “knobbel”. Hier was het hoofdkwartier gevestigd, van waar men een prachtig uitzicht had en heeft over de in de diepte gelegen schietbanen met hun waarnemingsbunkers. De “Knobbel “is een 60 meter hoge verheffing in de Veluwe bij Oldebroek.

De "Knobbel"

Jammer genoeg was het ook nu niet raadzaam om het voorterrein  te betreden vanwege het voor ons opgestelde "stuk".

voorterrein met stier

Hier kwam ook onze afdeling een of twee keer per jaar oefenen, waarbij er dus met scherp geschoten werd. Daarbuiten was het altijd "droogschieten", waar wij natuurlijk ook een andere uitdrukking voor hadden. Wij zijn als waarnemersclub wel eens het “voorterrein” in geweest om de uitwerking van de 25 ponders te bekijken. Die viel ons toen wat tegen kan ik me herinneren.  Dat wil zeggen, de 25 ponder sloeg maar kleine kratertjes in de grond. Maar dat was ook niet het doel van dit type geschut. Het ging om de scherfwerking, die de 25 ponder gevaarlijk maakte. Dat bleek nog eens tijdens een instructieles in een lokaal waarbij een per ongeluk geladen (kleinere) mortiergranaat explodeerde. Zeven doden waren toen het gevolg. We konden de gaatjes in de muur nog zien.
De uitwerking hing trouwens ook af van de buis, het projectiel waarmee het kanon geladen werd. Dat kregen we allemaal nog weer eens voor onze neus.

Interessant was ook te lezen en te zien dat het Staatse leger in de 17e eeuw en ook daarna in Europa leading was in de innovatie van de artillerie. Met name stadhouder Willem III, maar ook stadhouder Willem V hebben hier hun sporen verdiend. Een van de grootste vernieuwers was Menno van Coehoorn, die ook al beroemd was vanwege zijn kunde als vestingbouwer. Had hij een verbeterd kanon geconstrueerd dan kon hij het meteen uitproberen op zijn andere hobbie. Zo hield hij dus altijd opdrachtgevers. 

Bevel "Benen spreiden"
105mm houwitserWij waren natuurlijk het meest geïnteresseerd in het materiaal waarmee wij zelf indertijd, dat wil zeggen vijftig jaar geleden, hebben gewerkt.  Daarin zijn wij goed aan onze trekken gekomen. Allereerst kon Guus mij uitleggen wat hij in zijn mail met dat bevel “benen spreiden” had bedoeld. Het werd mij duidelijk dat het hier om een dienstbevel ging dat gebruikt werd als voorbereiding om te kunnen schieten. Het was dus niet een door Jan Soldaat bedacht bevel  voor gebruik buiten zijn diensttijd, wat ik dacht.  

Anders dan je zou denken was dat "benen spreiden" een rotklus. Dan was het knooien geblazen, want dan moesten de “benen” van het geschut worden uitgeklapt en ingegraven. Dat ingraven was vooral kloten als de grond was bevroren. Dan moest er met houwelen op losgehakt worden. Het punt was dat  “het stuk “, zoals het kanon of de houwitser, genoemd werd, absoluut waterpas moest staan en verder in de aangegeven “kompashoofdrichting” moest wijzen. Het was immers de bedoeling dat de schoten allemaal op het zelfde doel zouden neerkomen. En dat kon natuurlijk alleen maar als alle lopen in precies de zelfde richting wezen.

Zie filmpje

http://www.youtube.com/watch?v=FHY-8KZ03vo&;feature=c4-overview&list=UUsngoJs1FkyKCSpAR_e1oIQ

VRC-sletten

Daarmee kwam er nogal wat wiskunde aan te pas om een projectiel op het beoogde doel te laten neerkomen. Vooral als het om krombaangeschut ging, zoals bij een houwitser en een mortier. Dan moest de juiste elevatiehoek berekend worden. Dat was werk voor het vuurregelingscentrum. Die  hadden in onze tijd een eentonner tot hun beschikking, waarin ze hun kaarten, meetinstrumenten en verbindingsmiddelen hadden opgesteld. Die jongens, vaak bebrild vanwege hun wat hogere opleiding dan de rest, werden vaak VRC-sletten genoemd. Die hoefden alleen maar op hun kont te zitten en met rekenlineaal en passer te werken.  

De ritselkist
Daarentegen was het voor de kanonniers vaak hard werken. Dat betekende dat de inwendige mens goed bediend moest worden. Helaas was het meestal zo dat de “kadi”, de bevoorradingswagen, als laatste aankwam op de plek waar de batterij in stelling moest gaan.
Dat was dan natuurlijk stevig balen. En om dat te voorkomen is de ritselkist in zwang gekomen. Het was een van de weinige vormen van particulier initiatief die in het leger voorkwam. Het hield in dat een van de “jongens” , meestal de chauffeur van de trekker, een munitiekist leegruimde en die onder zijn hoede nam. Voordat men op oefening ging werd er dan met de pet rond gegaan en van de inhoud kocht de chauffeur dan allerlei zaken die de inwendige mens in tijden van nooddruft konden behagen. Zoals eieren , blikjes  soep, chocola enzovoort.  Zodra de batterij in stelling lag of even daarvoor ging de chauffeur aan het "ritselen". Het uitdelen en verorberen van de versnaperingen behoorden tot de beste momenten van de batterij. Al  het ander was bijzaak. Het begrip “ritselen” heeft voor een deel van onze mannelijke bevolking dan ook een haast lijfelijke bekoring.

BSA motorfiets

Als ex-wachtmeesterverkenner trokken ook diverse dingen van mijn gading aan mijn oog voorbij. Zoals de in legergroen uitgevoerde BSA motorfiets, waarop ik tijdens mijn opleiding aan de  kaderschool van Breda mijn motorrijbewijs gehaald heb. Ik kan me nog herinneren dat ik met angst en beven op dat ding met regen over de glibberig Brabantse kasseien reed en dat we bij een andere gelegenheid in de Drunense duinen tegen een huizenhoog zandduin op moesten en dat je dan met die motor net niet die duintop bereikte en dan in vertwijfeling teruggleed en dan nog net op tijd van het kreng af kon springen, voor het gevaarte over je heen zou kletteren en je een beenbreuk zou bezorgen.

radiouitrusting

Ook kwam ik voorbij de uitstalling van de radiouitrusting die we toen mee hadden, inclusief “lultalie”, waardoor je je waarnemingsbevelen kon doorgeven. Als je tenminste verbinding  had.  Zie  Een puike waarnemingspost

Ten slotte kwamen we nog bij het depot buiten langs, waar de grotere stukken opgesteld stonden. Zoals de DAF-trekker en de jeep voor de waarnemersgroep. De laatste was nog een open jeep, dus zonder de mogelijkheid van verwarming. Maar ook de DAF- trekkers kenden geen verwarming. Over blauwbekken gesproken, dat was nog wel zo’n beetje de ergste ontbering in onze diensttijd.

DAF-trekker met stukken

jeep verkenners

http://www.youtube.com/watch?v=qJ8E7zxe_qA&;list=HL1375962745&feature=mh_lolz

Gelukkig was het vandaag mooi weer. En waren we hier geheel vrijwillig. Als het zou zijn gaan regenen zouden we snel vertrokken zijn naar een café in de omgeving. Dat was het verschil met 50 jaar geleden. Een verschil in het voordeel van de tegenwoordige tijd.

Ten slotte wierpen we nog even een  blik op de in eindnegentiendeeeuwse stijl opgetrokken officiersmess.

officiersmess

Helaas was dit niet meer als horecagelegenheid in gebruik en moesten we uitwijken naar een pannenkoekenrestaurantje voor burgerpubliek vlak bij 't Harde. Dat was het einde van een interessant bezoek aan het artilleriemuseum bij "De Knobbel". 

Einde

reageren?

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

meer dienstverhalen lezen?

Afzwaaien

Basistraining in Ossendrecht

Een puike waarnemingspost

Herhalingsoefeningen

Het kazerneleven

Ik en mijn spuit

La Courtine en op de Lüneburgerheide