Velen van ons kennen het Frieschenveen. Dat romantische en een beetje ontoegankelijke meertje  tegenover het veel grotere Paterswoldse meer, aan de andere kant van de Meerweg, die van Haren naar Paterswolde loopt. Vroeger kon je er alleen met een roeibootje of kano komen en dan moest je eerst een stevig eind door een bochtige sloot voor je het open water bereikte. Na zo'n driekwart kilometer aan piepende en knarsende riemen getrokken te hebben, waarbij je nogal eens in gevecht raakte met als krokodillen vermomde boomwortels, bereikte je dan het open water.

 

Schumann, Davidbundlertanze 2

 

136_3672 
Het open deel van het Frieschenveen 

Het Frieschenveen is een wondermooi stukje natuur.  Het ligt midden in de laaggelegen graslanden langs de Drentse Aa, die er sinds een paar jaar weer langs stroomt, want ze hebben de oude bedding hersteld.

Drentse Aa bij Frieschenveen-6 
Links de sloot naar het meer, rechts de herstelde Drentse Aa

Drentse Aa bij Frieschenveen-10
De Meerweg met het in het midden het huis 203 a, de woning van de familie Deekens

 Drentse Aa bij Frieschenveen-11 
 De Drentse Aa langs de Meerweg

Het in de 19e eeuw uitgegraven laagveen is door ruig broekbos omgeven. Lange tijd was het gebied sterk verwaarloosd en van 1918 tot 1930 is de oostoever zelfs in gebruik geweest als vuilstort van Groningen. Nu nog, zoveel jaren later, kom je nog gemakkelijk een verroeste gexebmailleerd pan tegen, als je even van het gebaande er gedeeltelijk omheen lopende pad afdwaalt en de waterkant opzoekt. Tot voor enige tientallen jaren kwam er nauwelijks een mens. Daarmee was het een eldorado voor mijn oom, maar daar kom ik zo op.

In 1906 werd het meertje met het omliggende terrein voor f 14.000 aangekocht door P.A. Camphuis. Deze wilde aan de oever namelijk net zox92n mooie villa bouwen als die er toen al in Paterswolde stond. Het was de tijd van de Jugendstil. Deze kunststijl  ( In Frankrijk noemde men het Art Nouveau) was een reactie op de sobere machinale massaproductiestijl van het laatste kwart van de 19e eeuw. Daarbij liet men zich graag inspireren door Oosterse kunst, vooral die uit Java. Daarom heette de villa in Jugendstil dan ook Villa Java. Naar het zelfde voorbeeld werd nu Villa Weltevreden gebouwd, direct aan de westoever. Een pad verbond het huis met een eigen steiger.

Landhuis links 
Villa Weltevreden aan het Frieschenveen

In het boek "Mensen en Monumenten in Eelde" van Henk Hack staan een aantal interessante bijzonderheden. De kalkzandstenen die voor de bouw werden gebruikt kwamen bijvoorbeeld van Roelfsema uit Smilde , die "Stenen Piet" werd genoemd. De naamsteen "Weltevreden" is echter nooit ingemetseld en daarna ook verdwenen. Het is dan ook niet duidelijk wie de naam Weltevreden heeft bedacht , want de familie Camphuis gebruikte de naam Villa Frieschenveen en zo is de villa in het dorp ook beter bekend.

Vriezenveen nov 2010 002 
Villa Weltevreden resp.Villa Frieschenveen

Het was indertijd een bijzonder fraaie villa, echt een pronkstuk, met een eigen klokketorentje. Helaas liet het onderhoud in de decennia nadien nogal te wensen over. Of dat kwam omdat het eigendom werd van het Diaconessenhuis is niet bekend. Het Diaconessenhuis gebruikte het buiten als een zomerhuis voor de diaconessen. Na de diaconessen kwamen er de zusters van het Academisch Ziekenhuis in. Voor de mensen in het dorp was het daarom het Zusterhuis.

In 1985 werd het pand aangekocht door Natuurmonumenten. Het stond toen op de nominatie van sloop vanwege de slechte onderhoudsstaat. Het klokkentorentje was bijvoorbeeld al verdwenen.
Gelukkig heeft de gemeente het pand echter op de monumentenlijst laten zetten; soms doet een gemeentebestuur dus ook nog wel eens iets goeds. Er is toen een restauratieplan gemaakt waarbij het uitgangspunt volledig herstel in de oorspronkelijke staat was. De restauratie is uitgevoerd door de familie Stöver uit Glimmen. Het heeft drie jaar gekost en een bom duiten, want feitelijk waren  alleen de muren nog intact en moest het van binnen weer helemaal opnieuw worden opgebouwd. Maar het resultaat, inclusief het nieuwe klokkentorentje, mag er dan ook wezen. Het is een parel aan de Eelder kroon en biedt een volstrekte harmonie van natuur en cultuur.

DSC00857 
Villa Frieschenveen in winterse sferen

Vriezenveen nov 2010 001 
De plas vanaf het voetpad bij de steiger

Vriezenveen nov 2010 003 
De steiger bij Villa Weltevreden

Voor de villa langs loopt een voetpad waar je de steiger passeert. 's-Winters, als er ijs ligt, kun je daar mooi even op verhaal komen van een of meer rondjes Frieschenveen, want het is ook een schaatseldorado, dat Frieschenveen.

Vroeger lagen er twee woonarken aan die kant van  het meer.  In een daarvan woonde de assistente van onze huisarts. Jammer dat ze verdwenen zijn. Die behoren bij een verleden dat alleen nog in onze herinnering leeft. Maar schaatsen kun je er nog altijd, zo lang we tenminste nog winters houden dat er geschaatst kan worden. Deze winter valt dat nogal mee.

Op het meer mochten en mogen er gelukkig geen motorboten komen en zeilboten ook niet. Pas sinds Natuurmonumenten het aangekocht heeft is er een goed begaanbaar voetpad om een deel van het meer.  Maar het deel dat grenst aan de Meerweg is nog steeds ontoegankelijk. Dat maakt dat het meertje eigenlijk alleen bij een betrekkelijk kleine groep ingewijden bekend was x85 en geliefd.

Schumann, Davidbundlertanze 5

136_3677 
op de sloot die naar het meertje voert

Oom Rieks en tante Gezientje                                                                                                                                                                                  Geliefd ook vooral bij onze oom Rieks. Door hem en onze tante Gezientje hebben ik en verscheidene neven en nichten het Friezenveentje leren kennen. Toen Natuurmonumenten het gebied had verworven werd het gebied meer toegankelijk gemaakt. Je komt er nu op een mooie zondagmiddag dan ook heel wat mensen tegen. Daarmee wordt aan het intieme karakter van het Friezenveentje helaas wel afbreuk gedaan, maar dat is niet anders. Je kunt een natuurgebied ook moeilijk voor je bijna alleen willen houden. In de tijd van oom Rieks kwamen er eigenlijk alleen maar een paar vissers en daar was hij er een van. Hij was als koopvaardijofficier vroeg gepensioneerd en zijn meest geliefde tijdverdrijf was zachtjes te deinen in een bootje op dat stille verscholen meertje achter de dijk voor zijn huis. 

Oom Rieks trok er meestal 's-morgens al heel vroeg op uit. Of dat nou was omdat de vissen dan beter wilden bijten of omdat de ochtendstond goud in de mond heeft weet ik niet. Maar hij ging zo vroeg weg, dat het nog lang geen tijd voor het ontbijt was. Kleindochter Marianne herinnert zich dat haar Oma, onze tante Gezien, dan 's-morgens mijn oom zijn ontbijt bracht. Dat moest dan ook met een roeibootje, want hoe moest ze anders bij hem komen? Eenmaal op het meer aangekomen zag ze hem niet altijd direct, want het meer heeft verschillende door eilandstroken en landtongen gescheiden segmenten en dan moest ze wel eens  lang en luid zijn naam roepen: "Rieksssss.. Rieksssss".  En als ze elkaar dan gevonden hadden gebruikten ze samen het meegenomen ontbijt. Eitje met roggebrood er bij. Romantisch. Dat zal niet in alle huwelijken gewoon geweest zijn. Jammer dat oom Rieks haar niet wat langer op haar levenspad heeft kunnen vergezellen.

Ook na zijn dood kwamen wij nog regelmatig bij haar logeren. En steevast ging ze dan met ons een keer roeien naar en op het Frieschenveentje. Het is tenminste met haar dat ik dat roeitochtje voor het eerst gemaakt heb. Als je die sloot uit kwam kreeg je ongeveer de zelfde ervaring als wanneer je over de laatste duin geklommen, plotseling de wijdte van de zee voor je zag.

Het Friezenveen was een romantisch meertje. Het was niet een rond, vierkant of rechthoekig stuk water. Aan de noord-oostzijde bestond de rand uit een door kreken doorsneden wetland. Aan de noordwest zijde liep een brede kreek tussen de vaste oever en een serie kleine eilandjes. Dat waren eigenlijk van oorsprong niet afgegraven stukken veen. De uitgegraven turf moest namelijk gedroogd worden en dat werd gedaan op de zogenaamde legakkers. De meeste van die legakkers zijn in de loop der tijd weggeslagen door stormen. Daardoor zijn kleine eilandjes ontstaan, begroeid met elzen en andere broekbosachtigen.  De zuidzijde is grotendeels open water. 

Een van de  meeste geliefde plekjes om naar toe te roeien was het "Mieghommelnest". Wat waren "mieghommels" ook al weer? Volgens mij is  het Gronings voor "mieren". Beetje vreemd want zo werd dat deel van het meertje genoemd waar veel waterlelies groeiden. Zaten daar dan mieren op? Ik herinner me ook nog de geluiden. Van de riemen die in de dollen piepten als de ademhaling van een oude man met bronchitis. En je moest er goed op verdacht wezen dat je tijdens de vaart door de sloot niet pardoes uit het water getild werd door een laaghangende tak.Een beetje avontuurlijk was het wel.

Verjaardagsfeestjes                                                                                                                                                                                                  Daarom was het een uitgekozen plek vond ik om er eens het verjaardagsfeestje van mijn zoon Robert Jan te vieren. Hij zal toen negen of tien jaar geweest zijn. We gingen met twee bootjes, waarbij een vriend van mij als bootsman van het andere bootje fungeerde. In zo'n roeiboot konden misschien  een stuk of zes van die kwajongens, want het waren toen nog wel allemaal jongens. Je moest als volwassene wel een beetje uitkijken natuurlijk  Als er in die toegangsloot plotseling iemand ging staan kon hij door een overhangende tak zo van de boot gezwiept worden en dat zou zijn moeder na afloop wel niet erg blij maken leek mij. Want het water was daar inktzwart van de modder. Het was niet eens zo diep, maar je zakte er minstens tot je knieën in de bodem weg.

In die tijd was de gewoonte al een beetje aan het inburgeren dat de kinderen tijdens verjaardagen afgekocht werden met een bioscoop of zwembad met patat met mayonaise na of soortgelijke sessies waarbij de ouders zelf niet in touw hoefden te komen. Ik vond dat maar niks. Vooral niet met belhamels van een jaar of  negen, tien. Daar moest je iets avontuurlijks mee doen. Zo ging ik met ze roeien. En waar kon dat nu beter dan op het Friezenveentje, waar ze in ieder geval niet konden verdrinken en waar eilandjes met klimbomen waren en je zeerovertje kon spelen. Het jaar daarvoor was ik met ze wezen vlagveroveren in Vosbergen en dat was toen ook een groot succes geweest. Ik had dat spel toen eerst nog aan ze moeten uitleggen, want dat spel was toen al helemaal uit de mode geraakt. 

Nou, deze verjaardagspartij verliep ook geheel naar wens. Niemand over boord geslagen, uit een boom gevallen of een houw van een houten zwaard gekregen, van dat soort dingen. Maar pas vele jaren later kreeg ik de ware erkenning. Dat was toen Rob mij vertelde dat hij een vroegere vriend ontmoet had en dat die hem toen had verteld dat hij nog wel eens dacht aan die verjaardagspartijen van Rob. Heb je toch nog iets betekend dacht ik toen. Dat was dus ook het Frieschenveen.

Spelevaren op het Frieschenveen                                                                                                                                                                             Mijn vader heeft mij eens een amusant verhaal verteld van een belevenis van hem met oom Rieks. Die twee gingen een keer op een zondag samen uit vissen.  Ook in een bootje. Mijn oom en mijn vader lagen ergens op een visrijke plek, want mijn oom kende het meer als zijn broekzak. Er hing een serene rust over het meer en het was mooi weer. Dus of de vissen kwamen maakte niet veel uit. Daar heb ik mijn vader tenminste niet over gehoord. Maar wel over een klein komisch drama dat zich die zondagochtend op het meer voordeed. 

De twee zwagers waren rustig aan het vissen, toen zij in de verte enig gedruis naderbij hoorden komen. Piepende riemen, het klappen van de riemen op het water en stemmen. Daar kwam een familie de sloot uitgevaren. Zo te zien waren het stadsmensen. Ze waren netjes aangekleed, zoals het in die tijd op zondag nog betaamde. De twee mannen  in het bootje hadden  hun zondagse pak aan, lange broek, overhemd, das, keurig colbertje. Dat deed je nog in die tijd: op zondag je zondagse pak aandoen. Tegenwoordig kan niemand je meer vertellen wat hij of zij daar onder verstaat. Maar in die tijd bestond er nog zoiets als stijl. Een stemmig donker pak dus en de vrouwen opgesmukt in smaakvolle jurken. Er waren ook een paar kleine kinderen bij, dus de boot was behoorlijk vol.

Het was een vrolijke boel, een beetje uitgelaten zelfs. Echt spelevaren  met de ouders en met oom en tante. Mijn oom en vader hadden er goed het zicht op, maar ze concentreerden zich toch al gauw weer op hun dobbers. Het gezelschap zette koers naar het midden van het meer. De riemen piepten en knarsten dat het een lieve lust was. De roeier had er zin in. Maar toen gebeurde er iets waar niet in voorzien was. Het kind dat op het voorste bankje naast zijn tante zat stond op, want het wilde naar zijn of haar moeder toe die achterin zat.

Zoiets, het kan ook omgekeerd geweest zijn. Dat doet er even niet toe. Waar het  om ging was dat, zodra het kind zijn loopje door de boot begon, de vader die aan het roeien was verschrikt de riemen liet vallen en terstond ook ging staan om de dreumes tegen te houden en te gebieden weer te gaan zitten. Maar als stadsmens was hij er wat minder bedreven in om het bootje tijdens zijn opstanding stabiel te houden en daarom begon het bootje te schommelen. Terwijl er toch helemaal geen wind was en er dus ook geen golven van enig belang waren.  Het bootje begon dus te schommelen en als het eenmaal schommelt dan kan het snel gaan. De dreumes raakte in paniek. Rende naar zijn moeder, struikelde over het bankje en viel …pardoes over de rand van het bootje, het water in.

Het tumult dat toen losbrak. Schreeuwende, bijna brullende mannenstemmen en gierende vrouwenstemmen vlogen over het water en deden de vogelen in het riet verschrikt en luid snaterend en gakkend opvliegen. De rust was volledig verstoord op het anders zo stille meer. Maar de tegenwoordigheid van geest van de vader of oom was zonder meer flitsend. De man, als verantwoordelijke voor het gezin, bedacht zich geen moment. Hij sprong op het middelste zitplankje, rukte in een wilde beweging zijn keurige colbert uit, smeet dat naar zijn vrouw en dook als een olympische duiker het gitzwarte water van het Frieschenveentje in. De dreumes dreef nog rond, godzijdank, dank zij zijn volumineuze kleding- hoewel ze toen nog geen pampers hadden-  en toen de vader na enige seconden boven kwam met zijn haar onder de drek kon hij het kind zo beetpakken en aan de helpende handen in het bootje overgeven.

Mijn oom die het tafereel tot dan met een belangstellende glimlach had aanschouwd begon nu onbedaarlijk te lachen. Tot de niet geringe verbazing van mijn vader. Hoe kon hij daar nou zo om lachen had mijn vader gevraagd. Dat had toch heel slecht kunnen aflopen?  Mijn oom schudde van nee en toen hij eindelijk uitgelachen was zei hij dat er daar niets ergs had kunnen gebeuren, omdat er maar een halve meter water stond en hij mat de diepte uit met zijn twee handen. Die vader had ook gewoon uit de boot kunnen stappen. Dan was hij tot maar zijn knieë nat geworden.

Zo bergt het Frieschenveentje nog wel meer herinneringen van familieleden in haar zwarte water.

Voor spelevaren met een geliefde bood het Frieschenveen ook een uitstekend decor. Ik kan me heel goed voorstellen dat Jan en Miek zich hier ook wel eens aan bezondigd zullen hebben. Nou ja bezondigd.

Jan en Miek in huwelijksbootje 
Jan en Miek in hun huwelijksbootje

Ze hebben er in ieder geval ook officieel hun huwelijksbootje mee bevaren. Vermoedelijk, want ik ben er niet bij geweest, niet het hele stuk tot het meer en weer terug, want dat zou voor deze gelegenheid misschien te veel van de krachten van de bruidegom hebben gevergd.  Ze hebben hun huwelijksfeest in café-restaurant Friescheveen gevierd. Met de uitbater hiervan, de familie Dubois, hadden hun ouders namelijk een langjarige burenrelatie.

136_3681 
Cafe Friescheveen, altijd goed voor een ijsje

Sindsdien is er aan het café Friescheveen eigenlijk niet veel veranderd. Daardoor is het weliswaar in de termen van mijn dochter een vreselijk oude meuk geworden, maar aan de andere kant is het landschappelijk gezien, als je vanaf het dijkje langs de sloot komt, ontegenzeggelijk een mooi element.

DSC00889 
Café Friescheveen vanaf het dijkje

Bovendien zou een moderne uitspanning veel meer publiek trekken en veel meer mensen moeten er in natuurgebied Frieschenveen toch maar niet komen. Laat het maar bij ijsjes likken op de dijk bij het café blijven. Daar stonden soms hele volksstammen. Die kwamen er zelfs helemaal voor van Groningen, op de fiets. Nu dertig jaar later is dat nog steeds zo. Daaraan afgemeten verandert er toch eigenlijk niet veel in de wereld. Alleen het merk ijs schijnt veranderd te zijn. 

Een laatste herinnering is het schaatsen op het Frieschenveen.  Zodra het echt gaat vriezen denk ik aan het Frieschenveen.  Want het is een van de mooiste natuurlijke ijsbanen in het Noorden van het land. Het ligt beschutter dan het veel grotere Paterswoldse Meer, waar de wind meer vat op heeft en waar nogal wat methaanwakken voorkomen. Het Frieschenveen is helemaal door geboomte omgeven. Het is kleiner en overzichtelijker. Twee jaar geleden heb ik nog nieuwe schaatsen gekocht en sindsdien maak ik mijn rondjes heel wat soepeler en hoop dat nog vaak te kunnen doen. Maar ook zonder te kunnen schaatsen kan het er in de winter bloedstollend mooi zijn, bijvoorbeeld als het geijzeld heeft.

Schumann, Davidbundlertanze 11

 

DSC00838 
Aanpalend aan het Frieschenveen, landgoed de Braak

DSC00841 
De entree naar Frieschenveen vanaf landgoed de Braak

Vriezenveen nov 2010 219 
Je kunt ook via Huize Vennebroek gaan

DSC00845 
Het bankje waarop je je schaatsen onderbond

DSC00847 
Bevroren beauty

DSC00860 
Het pad naar de vogeluitkijkhut

DSC00861 
Het nieuw aangelegde wetland aan de oostzijde

DSC00883 
Een zijn met de natuur

Sinds enkele jaren is het Frieschenveen voor natuurliefhebbers nog aantrekkelijker geworden , omdat er een verbinding gemaakt is met het aangrenzende dal van de Drentse A. Hier heeft men namelijk de oude Drentse A, die sinds de aanleg van het Noord/Willemskanaal geen water meer kreeg, weer in haar oude glorie hersteld. 
Desgewenst is nu een forse aaneengesloten tippel te maken langs  de Drentse Aa, Vosbergen en het Frieschenveen. Om de foto's van het herstelde stroomgebied te kunnen zien kan de link naar mijn andere weblog NatuurfotoNoord gebruikt worden waar een speciaal bericht over de benedenloop van de Drentse Aa is opgenomen.

 

muzieknoot:                                                                                                      De bijgevoegde muziek bestaat uit enkele van de Davibündlertänze van Robert Schumann, gespeeld door Paolo Giacometti.