Volgens het kabinet en een groot deel van de milieubeweging zouden we helemaal van  het gas af moeten. Dat zou betekenen dat we moeten overstappen op elektrisch koken. Dat blijkt echter noch voor het halen van de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord, noch voor onze portemonnie een goede zaak te zijn. Mensen worden op kosten gejaagd terwijl het de  COemissies juist zal vergroten, zo lang we niet veel meer duurzame stroom weten op te wekken dan nu. Wil je het klimaat helpen, dan kun je beter nog een aantal jaren wachten met een overstap op elektrisch koken.  

Los daarvan is het goed te weten dat elektrisch koken gemiddeld ongeveer € 200 per jaar duurder is dan op gas.  Dat zit hem vooral in de investeringen en het meestal hogere vastrecht waar je bij een overstap voor komt te staan.

 

de gevolgen voor het klimaat

Eerst een paar belangrijke uitgangspunten Vorig jaar, in 2017, werd van alle stroom in ons land 17% duurzaam opgewekt, d.w.z zonder CO2 uitstoot. De rest, 83% werd  dus nog niet duurzaam opgewekt.

Bij die 17% duurzaam opgewekte stroom is bovendien nog een kanttekening nodig. We moeten namelijk rekening houden met de voor de bouw van de windturbines en zonnepanelen gebruikte hoeveelheid fossiele brandstoffen. Uit recent onderzoek van het IPCC  komt dat grote windturbines de bij hun bouw benodigde CO2 in het algemeen binnen een jaar hebben terugverdiend. Uitgaande van een levensduur van 20 jaar voor windturbines (en ook voor zonnepanelen) zou de aftrekpost dus minder dan 5% bedragen. Dat betekent dat elektrisch koken in werkelijkheid een ietsje slechter is voor het klimaat dan hieronder berekend.

Een tweede kanttekening is dat windturbines en ook zonnepanelen niet zelfstandig in staat zijn aan alle energievraag te voldoen. Het waait niet altijd en de zon schijnt hooguit de helft van de dag. Daarom is er altijd standby noodzakelijk. Voor het overgrote deel moet dit nog met op fossiele brandstoffen gestookte opwekeenheden, zoals bijvoorbeeld een gasturbine. Het voortdurend op-en afschakelen van deze standby eenheden gaat bovendien ten koste van het opwekrendement. Stel dat het opwekrendement tijdens de pieken en dalen gemiddeld 10% minder is dan bij productie op vollast en stel dat dit om 30% van de tijd gaat, dan moet dit rendementsverlies in ieder geval voor een deel aan de duurzame energiebronnen worden toegerekend. Maar hoeveel precies is (nog) niet bekend. Het zal trouwens in de tijd veranderen, afhankelijk van het veranderende aandeel van de duurzame bronnen in de totale elektriciteitsopwekking. Maar in ieder geval werkt het negatief voor  het rendement van wind en zon.

Van de stroom in Nederland werd in 2017 zoals genoemd 83% in op fossiele brandstoffen draaiende centrales opgewekt. Hiervoor geldt in 2017 een EPC (energieprestatiecoefficiënt) van 47%, ook wel het opwekrendement genoemd. Dat beteent dat meer dan de helft van de in de fossiele brandstoffen opgeslagen energie verloren gaat in het koelwater. Slechts een klein deel hiervan kan worden benut voor stads-en wijkverwarming, omdat de meeste centrales te ver van wooncentra verwijderd zijn en warmwatertransport erg kostbaar is. Zodra er serieuze schattingen zijn hoeveel van dit koelwater toch benut kan worden zal onderstaande berekening naturulijk ook aangepast worden.           

Kortom, we hebben twee variabelen die tot een wat andere uitkomst kunnen leiden, een ten voordele en de ander ten nadele van elektrisch koken.

Nu het verbruik aan stroom en gas voor koken.  Milieu Centraal schat het gemiddeld jaarlijkse gasverbruik per huishouding voor kookdoeleinden op 60 m3 en het gemiddelde stroomverbruik voor elektrisch koken op 450 kWh. Uitgaande van de calorische verhouding van 9,769 kWh per 1 m3 aardgasequivalent Groningengas zou koken 46 m3 aardgasequivalent vragen. Een elektrisch kookapparaat heeft  dus een hoger rendement dan een gasapparaat. Dat komt omdat een gastoestel meer warmte afstaat aan zijn omgeving dan elektrische platen. In zoverre sprake is van een open of semi-open keuken hoeft er dan in de rest van het vertrek echter minder gestookt te worden. Maar dat geldt natuurlijk alleen tijdens het stookseizoen. 

Elektrisch koken lijkt in eerste instantie dus wat minder milieubelastend dan gas. Maar hierbij is nog geen rekening gehouden met het feit dat nog slechts 17% van de gebruikte stroom duurzaam wordt opgewekt. Om 450 kWh te kunnen leveren bij een EPC van 47% is dan 81 m3 aardgasequivalent aan fossiele brandstoffen nodig. Dat is ruim een derde meer dan bij koken op gas.

Conclusie:  Overstappen op elektrisch koken werkt vooralsnog averechts op de klimaatdoelstellingen
Overstappen op elektrisch koken verhoogt de CO2-emissie. In plaat van minder wordt meer CO2 uitgestoten.
Het gasloos maken van de Nederlandse woningen is dan ook een verkeerde stap, omdat huishoudingen daarmee gedwongen worden op elektriciteit te gaan koken.

De overgang van gas op elektriciteit voor koken is pas nuttig voor het klimaat als meer dan 40% van de benodigde stroom duurzaam wordt opgewekt. Als het aandeel daarvan per jaar 2% toeneemt wint , dan duurt het nog tot ongeveer 2030 voor het breakevenpoint bereikt is. Tot zo lang kun je dus beter wachten met het overstappen van gas op stroom voor koken, als je klimaat en mensheid een dienst wilt bewijzen.

de gevolgen voor de portemonnee

Het  kunnen beoordelen hiervan vraagt een beetje bedrijfseconomisch inzicht , wat echter gemakkelijk is uit te leggen.  Naast de prijzen van eletriciteit en gas spelen namelijk ook de investeringen een belangrijke rol bij de kosten per jaar. Eerst de investeringen.


Bij de investeringen is het belangrijk te weten of de bestaande elektrische aansluiting verzwaard moet worden. De meeste oudere huizen hebben voor elektrisch koken een te lichte aansluiting. Om probleemloos elektrisch te kunnen koken is minimaal een 3-fazen aansluiting van 30 A nodig. Als die ontbreekt, wat te vinden is op de eindafrekening van de stroomleverancier, dan zal de netbeheerder doorgaans  € 250 tot  € 350 voor verzwaring van de aansluiting in rekening brengen.

De tweede investeringspost is de installatie binnenshuis. De kosten van de daarvoor nodige installateur zijn natuurlijk sterk locatieafhankelijk. Dooreen genomen moet op een bedrag van € 400 tot € 500 gerekend worden.

De vraag is nu of de waarde van de woning met deze investering toeneemt. Het is bekend dat de investering in een nieuwe keuken of badkamer er bij verkoop meestal niet weer uit komt. Of dit bij een overgang op elektrisch koken ook zo is zal er mede van afhangen of elektrisch koken op jaarbasis financieel aantrekkelijk is. Als het duurder is dan koken op gas dan zou het namelijk eerder een minpunt bij een toekomstige verkoop kunnen zijn.

Ten slotte de investering in de apparatuur. Deze is sterk afhankelijk van wat men precies wil. Kiest men voor de tegenwoordig meest gangbare vorm van koken op inductieplaten , dan variëren de kosten van ongeveer € 250 tot          € 900. In ons getallenvoorbeeld gaan we uit van € 500. Maar de aanname hier maakt natuurlijk veel verschil.

De totale investeringen komen hiermee, afhankelijk of verzwaring van de aansluiting noodzakelijk is, op € 950 resp.     € 1250.


Kostenverschil per jaar
Uiteindelijk zijn de kosten per jaar doorslaggevend in de financiële afweging, tenminste als de financiering geen probleem is. 

Bij de kosten per jaar gaat het om het verschil in brandstofkosten, het verschil in vastrecht en de kapitaalslasten van de investering.
Het gas kost vandaag de dag (2018) ongeveer €0,60 per m3. Bij een gebruik van 60 m2 is dat dus € 36 per jaar. Het kleinverbruikerstarief voor stroom varieert rond de € 0,20 per kWh, wat voor de gemiddelde klant dus op   € 90 per jaar komt. De verbruikskosten bij koken op stroom zijn dus € 54 hoger dan bij gas.

Dan het verschil in vastrecht. Zo lang je gas wel voor verwarming en warmwaterbereiding houdt zal het vastrecht niet veranderen. Omgekeerd zal het vastrecht bij elektriciteit wel toenemen als een zwaardere aansluiting nodig blijkt.

Stap je bijvoorbeeld bij Enexis over van 1 fase naar 3 fasen stroom dan stijgt het vastrecht van € 8,02 naar € 18,67 per maand. Dat is op jaarbasis een toename van €127,80. Hiermee zou het verschil in het nadeel van elektrisch koken toenemen tot ruim € 180 per jaar.

Financieringskostem

Ten slotte de kosten van rente en afschrijving over de gedane investering. De hierbij te calculeren rente is afhankelijk van de privé –situatie. Moet er voor geleend worden dan is het leenpercentage leidend.
Omdat het om een relatief klein bedrag gaat, loont het niet om hiervoor een eventueel bestaande hypotheek te verhogen en zeker niet om er een extra of nieuwe hypotheek voor af te sluiten. Een persoonlijke lening met een rente van 7 à 8% is dan voordeliger. Zonder een verzwaarde aansluiting komen de rentekosten dan op ruim € 70, wat de totale meerkosten per jaar op € 124 brengt. Bij verzwaring van de aansluiting komen de totale meerkosten t.o.v. gas op € 273,75.

Gaat het om eigen geld, dan is het gederfde rendement leidend. Staat dat op een spaarrekening dan is de gederfde rente slechts een paar tienden van een procent. Gaat de investering echter ten koste van beleggingen die men heeft, dan kan men het gemiddelde beleggingsrendement over bijvoorbeeld de afgelopen tien jaar nemen, verminderd met het belastingtarief van box 3.
Het rendement op aandelen op lange termijn wordt vaak op 5 à 6% gesteld. Minus de vermogensheffing van 1,2% (boven de vrijstelling) komen de totale meerkosten dan uit op ongeveer 4,3%. Over € 950 is dat dan € 40,85, en over       € 1250 dan € 53,75 per jaar.

NB Met verschillen in afschrijvingskosten tussen een gaskookplaat en een inductieplaat is geen rekening gehouden, omdat die vanwege de gebruiksintensiteit te sterk persoonsgebonden zijn. Een elektrisch kook- en bakapparaat is echter duurder dan een gasapparaat en zal dus ook wat meer afschrijving met zich meebrengen.

De conclusie uit deze vergelijking is dat  de overstap van gas-koken naar elektrisch koken financieel niet loont.

In onderstaand tabelletje is een en ander samen gebracht

Tabel 1 Investeringen en jaarlasten van elektrisch koken ten opzichte van koken op gas in Euro’s

Investeringen

Met verzwaring van de aansluiting zonder verzwaring van de aansluiting
Aansluiting 300 0
Installatie 450 450
Apparatuur 500 500
Totaal investeringen 1250 950
Jaarlasten
Kapitaalslasten 0 - 53,75 - 93,75 0 - 40,85 - 71,25
Extra energiekosten 54 54
Extra vastrecht 120 0
Totaal afh. van rente 174- 227,75 - 267,75 54 - 94,85 - 125,25

 

De invloed van eigen zonnepanelen

Betrek je stroom van je eigen zonnepanelen dan verandert het kostenplaatje in zoverre dat in plaats van de door de energieleverancier in rekening gebracht stroomkosten de kostprijs van de zelf opgewekte zonne-energie moet worden gerekend, verminderd met een eventuele subsidie.

Het is nog niet duidelijk wat de overheid na de afschaffing van de zogenaamde salderingsregeling gaat doen. Volgens de bestaande regeling maakt het niet uit of je de stroom van je zonnepanelen zelf verbruikt of dat je ze teruglevert aan het openbare net, zolang je maar niet meer produceert dan je op jaarbasis zelf nodig hebt. Deze regeling wordt echter afgeschaft. Dat betekent dat je minder zult krijgen voor de stroom die je teruglevert. In principe is dat de inkooppprijs van de energieleverancier. Die is momenteeel echter maar ongeveer 6 cent en zou in de toekomst nog verder kunnen dalen, afhankelijk van vraag en aanbod op het tijdstip van levering. Het is zelfs denkbaar dat in tijden van een groot aanbod van zonne-energie, bijvoorbeeld op een dag in de vakantie, het energiebedrijf niet alle aanbod kan opnemen en er dan maar een heel lage vergoeding voor zal betalen. Omgekeerd is denkbaar dat tijdens grote stroomvraag, bijvoorbeeld op een koude windstille winterdag, wanneer warmtepompen hun grootste behoefte hebben, stroom van het openbare net heel duur moet worden ingekocht. De eigen zonnepanelen leveren dan immers niets op. Zo lang er nog geen goede opslagmogelijkheden voor duurzaam opgewekte elektriciteit bestaan, zou de stroomprijs wel eens zeer variabel kunnen worden. Het is nog niet bekend hoe de overheid hier mee zal omgaan. Om die reden schuilt er dan ook een risico in het koken op elektriciteit ten aanzien van de prijs. Dit kan elektrisch koken dan nog duurder kunnen maken dan hierboven is verondersteld. 

Samenvattend oordeel
1e Overstappen van koken op gas naar koken op elektrisch levert voor het klimaat nauwelijks een verbetering op. Pas als het aandeel duurzaam opgewekte stroom groter wordt dan 40% begint voordeel te ontstaan. Zo lang het minder is werkt een overstap averechts.

2e Ook voor de portemonnee van de burger is een overstap naar stroom een allesbehalve voordelige zaak. De jaarlijkse meerkosten van elektriciteit van stroom ten opzichte van gas variëren tussen minimaal € 54 zonder noodzakelijke verzwaring van de aansluiting met een bijbehorend hoger vastrecht en met financiering vanaf een spaarrekening of cash tot € 267,75 als wel verzwaring nodig is en gefinancierd moet worden met een persoonlijke lening.

3e De overheid heeft weliswaar aangegeven dat ze de prijs van gas zal verhogen en die van stroom zal verlagen, maar dit zal de conclusies nauwelijks veranderen. De daarvoor nodige prijsveranderingen zou namelijk tot te veel marktverstoring leiden.

4e Het bezit van zonnepanelen maakt de overstap op elektrisch koken niet voordelig, tenzij de overheid een hoge terugleversubsidie gaat verlenen en de zonnepanelen met niet of nauwelijks rentedragend eigen geld gefinancierd kunnen worden.

5e Een overstap op elektriciteit is zeker de eerste tien jaar dan ook alleen wijs uit overwegingen van comfort en veiligheid ten opzichte van gas.

C

Einde

Jan Lambers (econoom)

vragen en commentaar via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.