Hieronder volgt het verslag van een reis naar Marokko die wij van maandag 13 april tot en met maandag 27 april 2009 met Fox Vakanties hebben gemaakt.

 


Dinsdag 14 april 2009, enkele eerste indrukken


Casablanca Hassan II Moskee

We zijn nu op weg van Casablanca naar Rabat. Een rit van anderhalf uur. Over een goed geoutilleerde vierbaansweg. Casablanca is een behoorlijk moderne stad met een aantal architectonisch fraaie gebouwen, mooie boulevards en met als absoluut hoogtepunt de Hassan II moskee. Niet alleen vanwege de dimensies, het is de op een na grootste moskee in de wereld met een toren van 220 meter hoog, dat is dus twee keer zo hoog als onze Dom in Utrecht, maar vooral ook door de pracht ervan. Ik werd er echt even stil van en het maakte op mij meer indruk dan eerder de Aya Sofia in Istanboel. Wat bovendien indruk maakte was dat dit hele gigantische bouwwerk in niet meer dan slechts vijf jaar gebouwd zou zijn. Dat is zelfs in onze tijd een respectabele prestatie.

Hassan II moskee in Casablanca

Casablanca Hassan II moskee















De moskee was aan een kant omgeven door prachtige terrassen met even prachtige mozaïeken en waterpartijen.


Casablanca Hassan II moskee buitenom


Egyptian flute الرضا و النور ناى

Het interieur van deze megamoskee biedt ruimte aan 25000 gelovigen en daarmee is het vooral imponerend, bij het intimiderende af en dat is misschien ook wel de bedoeling geweest. Persoonlijk vind ik dan het interieur van die andere beroemde moskee, de Blauwe Moskee in Istanbul mooier, vooral vanwege de prachtige lichtinval.

Casablanca Hassan II moskee
Interieur van de Hassan II moskee

Qua allure als stad kan Casablanca zich goed meten met Zuid Europese steden, zoals Athene. Dat wat ik nu van Marokko gezien heb oogt bijvoorbeeld een stuk moderner dan Turkije, waar ik acht jaar geleden geweest ben. Vooral planologisch gezien is het hier veel minder rommelig dan daar toen. Een storend element vind ik wel het woud van schotelantennes op de daken.

Een opvallend verschil met Zuid Europa is verder het grote aantal mensen dat je langs de weg ziet lopen. Dat is dan wel een kenmerk van een minder ver ontwikkeld land.  Maar bij het aanvliegen op de luchthaven van Casablanca was er juist opvallend weinig verschil geweest met zuidelijk Europa. Je kon alles geweldig goed zien, want het vliegtuig vloog al lang van te voren tamelijk laag aan en het was helder weer. (Zo hadden we ook al zo mooi de rots van Gibraltar kunnen waarnemen)

Tot mijn lichte verbazing bleek bijna al het land in cultuur gebracht. Anders dan bij ons waren de patronen hier echter zeer asymmetrisch. Het land moest ook vruchtbaar zijn, want in het kleurengamma overheersten de pasteltinten groen en geel. Je zag ook veel perceeltjes met plastic waar kennelijk groenten onder verbouwd werden. Vanuit het vliegtuig leken het stukjes sneeuw. De kleuren beige en bruin speelden een veruit ondergeschikte rol. Het landschap onder ons kon hier en daar zo als achtergrond voor een schilderij van van Gogh dienen. Mooi. Een goede eerste indruk dus van dit land dat we zouden gaan ontdekken.

Ons hotel in Casablanca was ook goed. Goede bedden. De lakens waren alleen zo stijf ingevouwen dat het was alsof je in een dwangbuis lag. Het was gewoon een worsteling om bij elkaar te komen. De welkomstmaaltijd viel ons wat tegen. Het was gewoon een buffet en je kon er geen glas wijn bij krijgen, de eerste kleine koude douche. Een blikje cola bij een welkomstdiner was niet wat ik verwacht had en ook niet wat ik begeerde. Met dat diner waren we dus gauw klaar en toen was het nog maar negen uur.

In een avondprogramma was niet voorzien, de tv was, zoals gewoonlijk in een buitenlands hotel, niet om aan te zien en daarom zijn we nog even naar de dichtbij gelegen medina gelopen. Die was ons niet aangeraden, maar je wilt toch iets van de stad zien. Het begon echter al donker te worden en de straatjes van de medina liepen snel leeg. Er bleven zich alleen nog wat vage figuren ophouden en ondanks de royale aanwezigheid van politie aan de poort zijn we er daarom tamelijk snel weer uitgelopen. Het risico om al meteen de eerste avond van je vakantie uitgeschud te worden wilden we graag uitsluiten. Na onderweg een paar keer te zijn aangeklampt door jonge bedelaressen met kleine kinderen bereikten we het hotel weer en gingen daar, nog steeds vroeg, naar bed. Het was de volgende ochtend namelijk ook weer vroeg opstaan, tenminste voor onze doen. 


Woensdag 15 april 16.30 uur, Rabat en Meknès
Op weg van Meknès naar Fez. Vandaag hadden we Meknès gezien, een van de zogenaamde koningssteden van Marokko. 
Gisteravond waren we er bij ondergaande zon naar toe gereden, na eerst kort de hoofdstad Rabat te hebben bezocht. Rabat deden we aan vanwege het koninklijk paleis. Dat was echter een teleurstelling na de ervaring van de Hassan II moskee in Casablanca. Het was niet spectaculair, evenmin  romantisch zoals het Topkapi paleis in Istanboel. Maar dat gold dan de buitenkant, want we mochten er niet in. De entree van het paleis leverde wel een paar mooie plaatjes, vanwege de kleurrijke schildwachten.

 

Casablanca Hassan II moskee entree 
Entree koninklijk paleis in Rabat


Een mooie excursie na het korte bezoek aan het koninklijk paleis was het bezoek aan het mausoleum van de Marokaansed koningen Mohammed V en Hassan II.

 Rabat Mausoleum
Mausoleum Mohammed V en Hassan II in Rabat

Rabat mausoleum

Rabat mausoleum interieur

Het interieur van het mausoleum van Mohammed V en Hassan II

Rabat Hassantoren

 de niet afgebouwde moskee met op de achtergrond de Hassantoren

Rabat mausoleum

Het mausoleumcomplex werd op traditionele wijze bewaakt

Vanaf de achterkant van het plein met de Hassantoren had je een mooit uitzicht op de stad Rabat.

Marokko zicht op Rabat 

Zicht op Rabat


Vervolgens bezochten we in Rabat ook een kleine Kasbah. De Kasbah Oudaïa heette deze en hij was bijna geheel in blauw uitgevoerd.

Rabat entree kasbah Oudaïa

Entree naar de Kasbah Oudaia

Rabat kasbah Oudaïa
Kasbah Oudaia in Rabat



Meknes paleis Moulay IsmailIn Meknès waar we vervolgens heen reden gold als grootste attractie het mausoleum van Moulay Ismail. Dit was een van de grootste sultans uit de Marokkaanse geschiedenis en een tijdgenoot van de Franse Lodewijk XIV. Het was toen de tijd van de absolute monarchen en dat maakte het deze sultan mogelijk om met behulp van de door hem geformeerde Zwarte Garde, een keurkorps van Afrikaanse slavensoldaten, de hoofden van 15.000 van zijn tegenstanders te laten afhakken en op spiezen te zetten, als smakelijk hapje voor de insekten. Donkere Marokkanen, met kennelijk Afrikaans bloed, zijn vaak op de leden van deze Zwarte Garde terug te voeren.

Een soort Iwan de Verschrikkelijke dus, die Moulay Ismail. Eigenlijk zou je het mausoleum van zo'n despoot niet met een bezoek moeten willen vereren. Deze sultan wilde indertijd de nicht van de Franse Zonnekoning als vrouw, maar dat wilde de Franse koning zijn nicht blijkbaar toch niet aandoen en daarom schonk hij de sultan in plaats van zijn nicht twee klokken die tot op heden nog in de grafkamer tikken. Het mededogen van de zonnekoning met zijn nicht heeft de Marokkaanse staat nog heel wat toeristische waarde opgeleverd.

Een prettiger gevoel had ik tijdens de route die wij met de bus reden van Rabat naar Meknès. Naarmate de bebouwing dunner werd nam de kracht van het landschap toe. Vooral de warme kleuren van het door de ondergaande zon beschenen landschap maakte een dromerige en weemoedige stemming los. Het herinnerde mij sterk aan mijn eerste kennismaking met Marokko in 1972, nu 38 jaar, toen Ina en ik, eveneens in een bus, van Ceuta naar Tetouan in net zo'n landschap reden. Zij was toen in verwachting van Carolien. Toen werd ik al, kan ik mij nu nog herinneren, sterk gegrepen door de dwalende kuddes met eenzame herders die zich in een oneindig golvend landschap van prachtige kleuren naar een onbekend paradijs leken te begeven. Nu, bijna veertig jaar later, was het nog bijna net zo. Hoog gezeten in je bus zag je mensen in het wijdse landschap bewegen. Eenlingen vaak die je blik naar zich toe trokken. Waar heen voerde hun weg vroeg je je af. Want hoe ver je ook keek, nergens zag je een gehucht of zelfs maar een huis. Ik moest denken aan de expositie die ik laatst gezien had van de schilder Repin met zijn Russische landschappen. Ook daar die eenzame figuren in een wijds landschap zonder ogenschijnlijke bebouwing.

tussen Rabat en Meknes


Die bebouwing is echter vaak ook moeilijk te ontdekken. Soms is het een aaneenschakeling van lage groen begroeide muren met daarover platte daken, die al net zo begroeid zijn of die voor opslag in gebruik zijn. Soms herken je er pas een bewoning in doordat er zo'n afzichtelijke schotel boven gaapt. Daaronder moeten dus mensen wonen begrijp je dan. Hier woont blijkbaar de onderkant van de Marokkaanse samenleving. 

Het is dus een land van uitersten, dit Marokko. Vanuit de bus is dit goed waar te nemen. De bus zelf rijdt op een prima vierbaans autoweg, waar niks aan mankeert en waar we in Nederland jaloers op zouden kunnen zijn, omdat je er voor en achter je de ruimte hebt. Maar dan zie je dat naast deze mooie weg een voetpad loopt en ook ver buiten de zichtbaar bewoonde wereld lopen daar mensen, te voet, of op een ezel of met een ezel, die al of niet een karretje trekt, vaak met een onduidelijke maar hoog opgetaste vracht. Het karretje dat op de zandweg rijdt weg wordt in Marokko getrokken door een ezel en die zandweg loopt hier krap tien meter naast de autoweg. Ezel en mens, een onafscheidelijk paar, die samen hun verre bestemming proberen te bereiken. Samen in die andere wereld die Marokko ook is en waar we hier een voorproefje van kregen.

 
Ezel in de medina van Fez

Marokko ezelIk heb medelijden met de ezels in Marokko. Als er een dier is dat zijn hele leven voor de mens moet zwoegen en daar weinig voor terug krijgt is het wel de ezel. Het is hem niet alleen aan te zien, dat hij lijdt, maar ook aan te horen. Zijn enige hoorbare uiting is een klagend geluid, dat men balken noemt.

De vraag of we ook medelijden moeten hebben met het volk dat zoveel ezels houdt is moeilijker te beantwoorden. Want armoe en ezels gaan weliswaar samen, maar de mensen met ezels hebben tenminste iets om hands. Mannen met ezels hebben het altijd druk en dus werk.













Dat laatste geldt ook voor de vrouwen in Marokko. Ze lopen niet met ezels, maar lijken bijna al het andere werk te moeten doen. Afgezien van een minderheid die westers gekleed is en zelfbewust over straat gaat hebben de meesten van hen een houding over zich die zich nog het beste laat omschrijven als gelatenheid. Veel opgewektheid en levendigheid gaat er niet van de vrouwen hier uit. Een man mogen ze niet aankijken. Vaak lopen ze niet alleen, maar in groepjes, veel vaker dan de mannen. De grote meerderheid draagt een hoofddoek en eerlijk gezegd vind ik dat hier wel passen, omdat het een afstand doen van identiteit tot uitdrukking brengt.

Voor de vele mannen in hun lange djellebah is het wat moeilijker om een typering te geven. De ouderen die ze het meest dragen komen aangepast en licht onderhorig op mij over. Maar het is wel plaatsgebonden. Het zal wel met de graad van welvaart en onderwijs te maken hebben. In het nieuwe deel van Marrakech kwam je veel meer zelfbewustzijn tegen, zowel onder de mannen als onder de vrouwen.

De vraag is hoe veel invloed de hier sterk heersende Islam op het gedrag van de mensen heeft. De Islam lijkt in onze ogen behoorlijk streng. Vijf keer per dag moet een goede Moslim bidden en als iemand er fysiek en financieel toe in staat is, moet die tenminste eenmaal in zijn of haar leven naar Mekka. In ieder geval blijkt alleen al uit het dagelijks spraakgebruik dat de Islam minder los om de schouders hangt dan bijvoorbeeld het Katholieke geloof. Het "Inshallahâ", het "als Allah het wil" ligt hen voor in de mond bestorven. Als ze het niet twee keer in een zin gebruiken dan toch in ieder geval een keer.

Nou, dan zeg ik maar dat het morgen maar eens een graad of tien warmer mag worden, "Inshallahâ. Het lijkt namelijk wel of we het Nederlandse weer met ons meegenomen hebben. Terwijl Marokko toch zo'n drieduizend kilometer dichter bij de evenaar ligt dan ons koude kikkerland. De hele dag heb ik het koud gehad. Maar wat wil je bij 13 graden Celsius en een harde wind met alleen een dun jackie. Het weer heeft veel afbreuk gedaan aan ons bezoek aan Meknès. Misschien dat we mede daardoor van het koninklijke karakter van Meknès niet zo onder de indruk waren. Het koninklijke waterbassin was wel aardig , maar toch niet meer dan een kleine omweg waard om in Michelintermen te spreken. Als entourage stonden er een aantal voor een landbouwtentoonstelling opgezette grote tenten.

 Marokko Meknes
Plein voor de medina van Meknes

Voor het bezichtigen van de oude stad, de Medina, was maar weinig tijd. Wij durfden ons er dan ook niet ver in te wagen, want dat moest op individuele basis en we moesten na twintig minuten weer op een verzamelpunt zijn. Nou, voor je het weet ben je hopeloos in zo'n medina verdwaald en dan weet je niet meer of je er voor of achter uit komt en moeten ze je gaan zoeken. Dat was eerder gebeurd met een Duitse vrouw die, de wanhoop nabij, uiteindelijk door een andere reisgroep naar de uitgang was meegenomen. Je was dus meer gespitst op het kunnen terugvinden van de weg dan op wat er te zien was. Maar wat ik zag boeide me niet overmatig. Enorme bergen schoenen prikkelen mij niet zo. De attractie van de stinkende stierenkoppen waar anderen van ons gezelschap wel van genoten zeiden te hebben, dat wil zeggen het bekijken ervan,  hadden hebben wij niet gezien.

De  bezichtiging van de oude Romeinse stad Volubilis was wel zeer de moeite waard.  Het was indertijd de meest westelijke Romeinse stad en er is redelijk wat in tact gebleven.

Marokko Volubilis
Volubilis, de oude Romeinse stad 

Maroko Volubilis
Volubilis, de oude Romeinse stad 

Vanaf de dode stad had je een prachtig uitzicht op de nog levende witte en heilige stad, Moulay Idriss. De stad lag uitgevlijd over enkele groene heuvels. Jammer alleen dat het hier ook nog steeds zo verrekte koud was. Nog steeds die 13 graden bij een straffe wind.

Marokko Mouilay Idriss
Uitzicht op de nieuwe stad 


Koningsstad Fes

Om halfzes kwamen we in Fès aan. Fes of Fez is de op één na grootste stad van Marokko, na Casablanca, en telt bijna een miljoen inwonetrs. Ons hotel hier, Fès-Inn, was helaas niet zo goed geoutilleerd als het zeer goede hotel in Meknès, waar we daarvoor overnacht hadden. De entree was wel mooi, oriëntaals. Maar zo geriefelijk als de kamer van gisteren, zo pover was die van vandaag. Omdat er maar één stoel in de kamer stond, weken we uit naar de bar om daar op het diner te wachten. Dat was om halfacht. Veel haast om ons te bedienen hadden ze niet. We moesten er ten slotte om vragen. Het diner daarna was van matige kwaliteit. We zaten aan tafel met een stel, waarvan de man purser bij de KLM geweest was . Die hekelde de borden waarvan nogal wat hoekjes op de loop waren gegaan. Gelukkig kon je hier wel wijn krijgen en die was dan juist weer beter dan die in het hotel van Meknès. Na afloop hebben we met zijn vieren nog een fles soldaat gemaakt in de bar.

De directe omgeving van het hotel nodigde niet uit voor een afsluitend avondwandelingetje. Dus weer vroeg naar bed, want de tv gaf alleen Franstalige zenders met veel storing.

De nachtrust was echter niet van lange duur. Meestal kun je niet in slaap komen door hondengeblaf, geschreeuw of brommers. Maar die waren hier niet. Dit keer ging het anders. Achter het hotel lag een kleine moskee. Niks bijzonders, die stonden hier als paddestoelen in een herfstbos. Toen we langs een in aanbouw zijnde nieuwbouwwijk van Rabat gereden hadden, zagen we op elk blok van enkele tientallen huizen een klein moskeetje, tenminste wat moest het anders geweest zijn?

We hadden van Peter onze reisleider ook al van de vijf zuilen van de Islam gehoord en een daarvan was dat er vijf maal daags gebeden diende te worden, met het gezicht in de richting van Mekka. De precieze tijden voor die gebeden had Peter er niet bij verteld. Die jongen hoeft ook niet alles te weten natuurlijk en sterker nog, wij willen niet eens alles weten. Maar als we het geweten hadden, waren we misschien niet zo geschrokken.

Het gebeurde nog ver voor zonsopgang, om precies te zijn om kwart over vier. Ineens werden we zo wat uit bed geschud door een scheurend lawaai vlak achter ons raam. Was daar nota bene een luidspreker aan het tetteren geslagen. Het was echt een heidens lawaai daar midden in de nacht. Toen je van de eerste schrik bekomen was ging je luisteren en als je goed je best deed hoorde je een kwatelende, dreigend klinkende oude mannenstem met hoge lange uithalen. Dit zou dus de oratie van het ochtendgebed moeten zijn. Ik heb later nog nagevraagd aan een gids in Marrakech waarom dat in godsnaam zo vroeg moest en wat er gezegd werd. Alleen op de tweede vraag kreeg ik een antwoord: Dat bidden beter was dan slapen of zoiets. Allah, Allah, wat laat die bevolking hier zich koeieneren door haar zieleherders of lieden die zich daarvoor uitgeven. Geen wonder dat de twee meest voorkomende gelaatsuitdrukkingen van vooral oudere mannen hier berusting en somberheid zijn.

We begonnen deze dag met een bezoek aan het koninklijk paleis. Daarvan mochten we echter , evenals in Rabat , alleen maar de ingang bekijken.

Marokko Fes koninklijk paleis

Hier waren we natuurlijk betrekkelijk snel uitgekeken. Daarna reden we naar een punt even buiten de stad, waar een pottenbakkerij was gevestigd. Het lag op een hoogte en vanaf die plek had had je een magnifiek uitzicht op de stad Fes. De witte muren van de huizen weerkaatsten het al felle zonlicht.

  Marokko uitzicht op Fes

 Marokko Fes medina

De Fox reisleiding verdiende deze dag een compliment voor de wijze waarop zij de ene attractie na de andere hier aaneen wist te rijgen. Voor het bezoek aan de medina hadden we al een zeer interessante keramiek werkplaats bezocht, waar nog op volledig ambachtelijke wijze de klei werd gekneed, gesneden, gebakken en beschilderd.

 







 

Marokko Fes medina



Het resultaat bestond onder meer uit geconstrueerde tafels van smeedijzer en mozaïektegeltjes in fraaie dessins. Zouden in de P.C Hooftstraat niet misstaan. Je kreeg aanvechting om er een te kopen. Voor dergelijke designspullen vroegen ze heel schappelijke prijzen. En dan kon je nog afdingen. De verzendkosten waren alleen wel hoog.








Marokko Fes


Na deze excursie reden we naar de stad waar we een break op een mooi dakterras genoten vanwaar een mooi uitzicht op de omgeving hadden.
















Marokko Fes entree medinaNa deze koffiepauze gingen we dan eindelijk de medina van Fes in.


Hier was de meest kenmerkende gelaatsuitdrukking van de mensen die van afwachting, of ze iets van hun hoog opgetaste nering zouden kunnen slijten.





Er leek mij niet veel klandizie te zijn. Veel meer verkopers dan kopers. Maar afgezien daarvan was deze medina een veelzijdige beleving.


Marokko Fez medina

 De medina van Fes


Marokko Fes medinaIn de medina zelf bezochten we nog een tapijtweverij en een leerlooierij en ververij, ook weer in puur ambachtelijke zin, waarbij de kerels met hun blote poten in de smurrie dansten. Geen brandend zand, maar smurrie. Wat zou dat een gruwel voor onze Nederlandse Arbodiensten zijn.

 
Ververij in Fèz









 

Marokko Fes medina
Gewadenverkoper in de medina van Fèz

















Marokko Fes medinaTussen deze bezoeken door kregen we een voortreffelijke lunch  in een schilderachtig etablissement, geserveerd door bedienend personeel in prachtige gewaden. Een ware verademing ten opzichte van de vaak nogal karig tot shabby-achtig geklede obers in ons eigen land. Kortom, het bezoek aan Fes was een hoogtepunt van de reis.

Jammer alleen weer van die cola, waar je gewoon niet aan ontkwam.

.
 

 

 

 


Lunch in de medina van  Fèz



Omdat we voor het diner in het hotel nog een paar uur tot onze eigen beschikking hadden, liepen we vanaf het hotel naar de zogenaamde Champs Elysées van Fes. Daar waren we met de bus langs gekomen en dat leek toen veel op de echte Champs, in Parijs. Alleen gaven de palmen hier nog iets meer cachet. Het was minder ver lopen dan Peter verondersteld had en de bestemming was echt de moeite waard. Dit was dus het moderne deel van de stad, of in het Frans la ville nouvelle.

Marokko Fes
De "Champs Elysée" van Fez

 

De koffiehuizen aan de kant nodigden echter niet erg uit; ze lagen aan de schaduwkant en het was om zes uur al weer behoorlijk fris. Bovendien zaten er alleen maar mannen, die daar achter hun koffie, mierzoete thee of frisdrank zaten, want iets prikkelends kun je er niet krijgen. Dat steile gedoe met alcohol in dit land begint toch wel een vrij ernstig minpunt voor Marokko te worden. Verder ontbraken de elegante winkels van de echte Champs Elysées.  

De volgende ochtend, vrijdagochtend, was het reveil nog vroeger dan anders. Halfzeven, dus voor ons kwart over zes want aan vijf kwartier toilet maken, ontbijten en inpakken hebben wij niet helemaal genoeg. Dus nu de gsm-wekker maar instellen, die ik nog niet eerder gebruikt had hier in Marokko. Toen de wekker afging zei ik tegen Maja dat Allah zich blijkbaar verslapen had, want we hadden natuurlijk het begin van de nacht grotendeels op hem liggen wachten, althans op zijn overijverige dienaar. Zo'n schrik als de vorige nacht wil je immers niet nog eens krijgen. Ik had het echter nog niet tegen Maja gezegd of daar begon de heibel toch nog in het bijna pikkedonker. Gunde Hij zijn beminde gelovigen op vrijdag, de religieuze rustdag, misschien wat langer nachtrust? Maar toen ik ook weer de haan onmiddellijk daarna hoorde kraaien wist ik pas echt hoe laat het was. Die haan hadden we immers gisteren ook gehoord. Nou, de natuur vergist zich niet.


Van een gids in Marrakech heb ik later gehoord dat ze niet zomaar een bandje afspelen, maar dat de imam er echt zijn bed voor uitkomt. Hij klimt alleen niet de minarettoren in. 

Maar goed, stond ik daar om 12 minuten over vier al geschoren en half aangekleed, want ik had er niet aan gedacht om de kloktijd van mijn gsm twee uur achteruit te zetten. Twee uur te vroeg opgestaan, vandaar dat we de oproep tot het ochtendgebed nog niet gehoord hadden. We zijn weer in bed gekropen om die laatste twee uur door te komen, maar die dag begon al niet goed dus. Een slecht voorteken.


Kamelen op het behang

Het werd dus een heel lange dag naar het Zuiden, waar we in de buurt van Merzouga, een eind achter Erfoud, een kamelentocht bij zonsondergang zouden maken en aansluitend in een tentenkamp de nacht zouden doorbrengen. Dat gold dan voor ongeveer de helft van de groep. De rest logeerde die nacht in een Hotel Kasbah Timbouctou bij Merzouga.

We gingen nu, het was vrijdagochtend 17 april, naar het zuiden, dus het zou nu toch wel wat warmer worden, leek ons. Reisleider Peter had ons dat ook in uitzicht gesteld. Maar voorlopig waren we nog lang niet in het zuiden. We moesten eerst nog door de Midden-Atlas en daar begon het zowaar toch te regenen. Zou dat Hollandse weer ons nu tot in de Sahara achtervolgen?  De ramen van de bus besloegen zo hevig dat je buiten vrijwel niets meer zag.

Het was een bergachtige route en ik herinnerde mij hoe ik twee jaar geleden in een gehuurde auto op de Peloponnessos in Griekenland bij regen in een bocht van een steile weg plotsklaps een paar meter was weggegleden op een versleten stuk asfalt, dat door de regen glad was geworden. Ik had de balustrade toen op een halve meter na gemist. Maar de schrik zat er toen goed in en ik was blij dat het de laatste dag van de vakantie was. 

Voor in de bus gezeten schouwde ik het onder ons door glijdende asfalt dus met argusogen en ik vond dat de chauffeur groot gelijk had dat hij slechts met een gangetje van 40 km over de weg schoof en in bochten nog meer gas terugnam. Zo had blijkbaar iedereen in de bus zijn gedachten, want het werd steeds stiller. 

Onderweg stopten we voor een koffiepauze in Ifrane, een plaatsje waar de huizen in Zwitserse stijl waren opgetrokken en waar onze pleisterplaats de toepasselijke naam Chamonix voerde. Buiten was het steenkoud en er stond ook nog eens een straffe wind. We wisten dus niet hoe gauw we het restaurant in moesten komen in de hoop dat daar de kachel voor ons zou branden. Wat niet het geval was.

Maar met een kop nusnus, een soort cappuccini, was het er voor korte tijd uit te houden. En dat in de tweede helft van april in een land dat voor een niet gering deel tot de Sahara behoort, waar we nu al behoorlijk dicht bij waren. Want het volgende station was Erfoud en vlak daarbij, in Merzouga, dat niet op de kaart stond, zouden we overstappen in enkele 4 WD's, die ons naar de hoogste zandduinen van Marokko, de Erg Chebbiduinen, zouden rijden. De hoogste van die duinen reikte tot 250 meter.

In Merzouga zou ons reisgezelschap zich splitsen; een groep van elf ging door naar de Erg Chebbiduinen voor de kamelentocht en de rest zou, eveneens in 4WD's, naar het hotel gaan om daar de nacht door te brengen. Maar voor het zo ver was hadden we nog een flinke tocht door de Midden-Atlas te goed. Dat was middelgebergte. Onderweg vroeg ik om een uitstap want er waren mooie foto's  te maken.


Marokko Midden-Atlas 
ergens langs de weg  in de Midden-Atlas

 Marokko Midden-Atlas
langs de weg gelegen gehucht in de Midden-Atlas

Marokko Midden-Atlas
Smeltend ijs in de Midden-Atlas

 Marokko Midden-Atlas

  Hier en daar een woest en leeg landschap, dat Midden-Atlas gebergte  


Maroko zicht op de Hoge Atlas 
 
 Zicht op de Hoge Atlas

Marokko Midden-Atlas 
 stuwmeer in de Midden-Atlas


 Marokko oase langs de Ziz
Oase langs de Ziz

Marokko Bedoeinentent
Bedoeiïnentent langs een rivieroase

 
Marokko omg. Erfoud
Het laatste traject naar Erfoud, de woestijnstad


Marokko naar de Erg Chebbi duinenOm bij de zandduinen van Erg Chebbi te komen was het nog ongeveer een uur rijden. Dat ging over nauwelijks gebaande gravelwegen in een heidens tempo. Het was namelijk de bedoeling om de tocht bij zonsondergang te maken en het tijdschema was deze dag nogal krap. Misschien kwam dat we doordat de bus vanwege het slechte weer niet veel tempo had kunnen maken. Er moest dus tijd ingehaald worden. Nou, onze 4WD driver deed zijn best. Alle riemen vast voor zover aanwezig. En daar ging die.

De rally Parijs Dakar verbleekte bij dit 4WD geweld. Scheurend en hortend over kuilen en ribbels vlogen we op de zandduinen af die heel in de verte in een stralend rode gloed lagen te lonken, maar die toch niet snel dichterbij leken te komen. Af en toe schokte er een hoofd tegen het autodak, maar een kniesoor die daar wat van zei. In ieder geval niet de chauffeur. Tot er een hoofd zowat uit het dak ging en de chauffeur gemaand werd tot enig voorzichtigheid.


 op weg naar de Erg Chebbi duinen

Er hoefden geen doden te vallen, ook al stond de zon niet zo ver meer boven de kim. Nou, toen sloeg hij in enen naar de andere kant door. Ach ja, die Marokkaanse mannetjes voelen zich nogal gauw op hun pikjes getrapt. Het kostte nog heel wat overredingskracht in het Frans om hem weer op een normale snelheid te krijgen. Achteraf heeft de dollemansrit trouwens weinig nut gehad , want toen wij bij de verzamelplaats aangekomen waren moesten we eerst nog wachten op de andere 4WD, waarvan de chauffeur blijkbaar iets meer verantwoordelijkheid had betoond.

Voor mij was dat trouwens maar goed ook, want mijn bagage met warme kleding was per ongeluk in de andere 4WD terecht gekomen en tijdens het wachten op die wagen kreeg ik het in mijn t-shirtje al aardig fris. Er stond namelijk een stijve bries. Geen Sirocco, want dat is een hete woestijnwind en dit was een gure wind, waarbij je graag een jas aan wilde. Terwijl ik nog gevraagd had aan de chauffeur of er veel wind stond in de woestijn. "Pas de vent" had hij geantwoord en dat betekent "geen wind" dacht ik. Nou, er zijn meer voorspellingen gesneuveld tijdens deze reis. Zo had Peter ons dapper voorgehouden dat we drie dagen mooi weer in het zuiden zouden krijgen. Als we maar eerst door het Atlasgebergte heen waren. Volgens hem regende het niet in de woestijn, anders zou de Sahara immers nooit zijn ontstaan, lichtte hij toe.

Marokko Erg Chebbi Duinen

Toen we allemaal aanwezig en uitgeladen waren konden we dan eindelijk de kamelen beklimmen. Je doet dat als het beest geknield is. Daarna strekt hij eerst zijn achterpoten zodat je er aan de voorkant direct weer afvalt, als je je niet heel goed aan je stuurknuppel, een ijzeren handvat, vasthoudt en achterover gaat hangen. Dat was ook het enige woord dat de twee kamelendrijvers die wij meekregen konden zeggen in het Nederlands: "achterover". Dan worden de voorpoten gestrekt en ga je toch een eind omhoog. Je zit op een kameel zeker anderhalf keer zo hoog als op een paard. Comfortabel zit het niet, wat ook komt omdat je geen stijgbeugels hebt.


 
Het begin van onze kamelentocht in de Erg Chebbi duinen

 




Tenslotte wordt je bagage aan een zadelriem bevestigd, die nog gemakkelijk in de weg kan  hangen, want je wilt af en toe wel even je benen  strekken. Je zit dus lang niet zo stevig als op een paard. Maar je hoeft niet bang te zijn dat de kameel er met je vandoor gaat, de duinen in. Ze zitten allemaal aan elkaar vast met een touw van een paar meter en voorop loopt de kamelendrijver, die het eerste touw vasthoudt en die naar wij aannamen de weg kon vinden. We waren met twee groepjes, een van vijf en een van zes. Ik zat in de voorste groep. Doordat je geen stijgbeugels hebt, kun je je moeilijk omdraaien om te zien wat er achter je gebeurt; wil je wat weten dan moet je dus roepen. 


De groepsindeling en de bestijging van de kamelen hadden nogal wat om het lijf gehad en het ging nu nog om de laatste spranken van de ondergaande zon. Die je trouwens niet kon zien want wij gingen oostwaarts, richting Mekka. Zo gingen wij al gauw de schemering tegemoet. Nog even echter lag de rode gloed op de duinen. Jammer genoeg is het moeilijk om vanaf een voortsjokkende- en bonkende kameel een foto te maken. Soms ga je zelfs behoorlijk voorover als hij een kleine zandduin afgaat en diep met zijn voorpoten in het mulle zand wegzinkt. Je was dan al blij als je er op kon blijven zitten. Dus geen foto's. 

De eerste minuten waren niettemin onvergetelijk. De avondzon wierp een betoverend mooi schijnsel op de duinen die van terracotta gemaakt leken. Maar de schemer viel nu snel in en die is daar op deze breedte niet van lange duur, zoals bij ons. 

Toen ik eenmaal op mijn kameel zat vond ik reden om de voorspelling van Peter van mooi weer enigszins in twijfel te trekken. Want in het westen boven de bergen was het toch lang niet vlekkeloos onbewolkt. Sterker nog, er hing daar een behoorlijk zware en donkere  lucht. Maar ja, je wilt je reisleider graag geloven, vooral als hij beter weer voorspelt. Die zware lucht hing in het westen, boven de bergen. Maar de wind wakkerde snel aan en die kwam niet uit het oosten, voor zover ik kon nagaan. Er was ook gezegd dat als het donker werd we een schitterende sterrenhemel als dak boven ons hoofd zouden krijgen, mooier dan het koepelplafond van de Sint Pieter.

Ik had dus al eens omhoog gekeken, maar het was nog niet donker genoeg zeker. Wel meende ik even in de verte een lichtflits te zien, wat enige associaties opleverde met onweer. Maar die associatie was natuurlijk onterecht. Bij onweer hoorde ook regen en Peter had gezegd dat het hier niet regende, want dat er anders geen Sahara zou zijn.  Intussen trok de wind wel verder aan en ik was echt blij dat ik mijn bagage uit de tweede auto had kunnen halen en nu tenminste een trui met een licht jack aanhad. Ik zag hoe de wind het zand geselde en dat het zand als reactie daarop huiverde. Ha, die bekende  ribbels in het zand ontstonden dus door de wind en ik zag hier met eigen ogen hoe dat ging.

Kladder, weer een flits, dit keer een felle. Het was nu al een stuk donkerder geworden, dus deze lichtflits kon niemand ontgaan. En ook de betekenis van die flits kon niemand ontgaan: Het onweerde. Toch dus. Weliswaar in de verte, maar het onweerde. Zij werden nu steeds talrijker, die flitsen en zij verlichtten de donker geworden zandduinen. Toen het na tien minuten helemaal donker was verlichtten zij zelfs ons pad. De kamelendrijver bleef echter onverstoorbaar voor zijn peloton uitlopen. Tja, hij zou de weg wel weten, maar ik vroeg me af hoe zij zich oriënteerden. Als dat op de sterren was zouden ze een probleem hebben, want er was geen ster te zien. De hemel was gitzwart, maar haar zwarte kleed werd onophoudelijk verscheurd door draconisch oplichtende flitsen. 

Verrek, voelde ik ineens een drup? Dat kan toch niet, hier? Peter had toch gezegd dat het hier niet kon regenen, omdat er anders geen woestijn zou zijn? Gelukkig bleef het bij een enkele drup. Kon dus mijn verbeelding zijn. Dat onweer zou wel overwaaien en met een jas aan was de wind best te harden. 
Maar voorlopig onweerde het dat het een aard had. Bliksems wiepen spookachtige schaduwen van kamelen en hun berijders op het roodbruine zand en de donder galmde honderd duinen ver. Ieder van ons hield met klamme handen zijn handvat vast. Dat van ijzer was.

Hadden we vroeger niet geleerd dat je met onweer in het open veld als de wiedeweerga moest maken dat je in een droge sloot terecht kwam, omdat de bliksem altijd het hoogste punt opzoekt en dat was jij dan. En metalen voorwerpen moest je zo ver mogelijk van je afgooien. Ook zeilen met onweer was levensgevaarlijk. Direct de mast strijken. 

En wij stumpers zaten hier hoog op het kameel en konden geen kant op. Er af springen? Geen optie. Je zou gemakkelijk een enkel kunnen verzwikken of erger. Je wist niet eens waar je neer zou komen in het pikkedonker. Intussen stelde ik vast dat ik hier getuige was van het meest spectaculaire vuurwerk dat ik ooit in mijn leven heb meegemaakt. En daar ben ik anders best een liefhebber van. Waarlijk dit was een avontuurlijke reis en als we het zouden kunnen navertellen zou dit het hoogtepunt zijn. De boze bliksems kwamen nu zelfs van twee kanten, ter linkerzijde en van achteren. 

Menigeen werd het bang te moede. Hoe zou dit gaan aflopen? De kamelendrijvers lieten echter geen halt houden. Zouden ze wel goede instructies voor gevallen als deze hebben? Stonden ze wel met een commandopost of crisiscentrum in verbinding? Gelukkig zat het onweer erg hoog en ik had nog geen aardgerichte schichten gezien.  Maar er vielen nu ineens wel veel meer spetters. Dat heb je natuurlijk wel vaker bij onweer. Of je nu in de Sahara bent of niet.

Na een tijdje hield het op met de verspreide zware spetters en begon het reguliere werk. Het was een ordinaire regenbui geworden met harde dikke druppels die je al gauw tot tranen brachten, waardoor je bijna helemaal niks meer kon zien. Jezus, wat een lol. Zaten wij daar in onze zomerkleding op een kameel. Het schip van de woestijn werd ie genoemd, de kameel. Ik begreep ineens waarom. Zou het dier misschien ook kunnen zwemmen en heette hij daarom zo? Als we ooit nog thuis zouden komen en we zouden vertellen dat we in de stromende regen op kamelen door de Sahara waren getrokken, zouden de mensen ons aankijken alsof zij water zagen branden. Als we het tenminste konden navertellen.

Onze beproeving in deze woestijn bleek namelijk nog maar net te zijn begonnen. Ik zat mij op mijn kameel, ik was de een na laatste van de eerste groep, in toenemende spanning te verbijten of mijn lichte zomerjack waterdicht zou blijken te zijn, toen ik plotseling een hevig gedruis achter mij vernam, gevolgd door een ijselijke gil en een daarop volgend tumult van dierengeluiden en in ontzetting en angst schreeuwende mensen.

Wat gebeurde er in godsnaam achter ons? Omkijken kon ik niet en als ik dat al gekund had zou ik niks gezien hebben. Want het was rondom mij alleen maar diepe duisternis. Kortom, we konden ons alleen maar laten natregenen en ons afvragen wat er gebeurd was en nog aan het gebeuren was. Je kon je toch de verschrikkelijkste dingen voorstellen. Zo had ik bij de voorbereidingen op deze reis gelezen dat er in dit deel van Marokko nog luipaarden en lynxen voorkwamen. Dat zijn roofdieren, die 's-nachts jagen en vanuit het duister hun prooi bespringen. Want zij kunnen zien en wij niet.

We konden niet anders dan lijdzaam wachten in een verstikkende duisternis waarin de regen op ons neer bleef striemen en afwachten op de dingen die zouden gaan komen. Het was uitgelopen op een bijbelse beproeving,  deze kamelentocht waarover de Fox gids zo juichend had geschreven dat je die niet mocht missen. En daar zat je dan, hoog op een kameel, waar je niet van af kon, in de nacht en stromende regen met een ongeluk in de achtergelederen waar je geen uitsluitsel over kreeg. 

Hoe was het eigenlijk gesteld met de verantwoordelijkheid in dezen?  Pas in het kamp hoorden we wat er achter ons gebeurd was. Het zadel van de kameel van Alice had niet goed vastgezeten en zij was misschien door een misstap van de kameel met zadel en al op de grond gevallen. Vandaar die gil. De kameel was wild geworden en had de halve karavaan als een kaartenhuis in elkaar doen zakken. De kamelen waren namelijk door tamelijk korte touwen met elkaar verbonden. Daardoor was de achterop rijdende ruiter, Huib, ook van zijn kameel gegleden. De man van Alice, Wim, die zijn vrouw hoorde gillen, was in paniek van zijn kameel gesprongen en was daarbij lelijk terecht gekomen en had zijn been geblesseerd. 

Nu kwam het op het organisatievermogen van de kamelendrijvers aan. En daarmee rezen vele vragen. Gelukkig was er geen algemene paniek ontstaan. De rest van de groep bleef vrij rustig. Wat moest of kon je ook? Of de kamelendrijvers het zadel in het donker opnieuw hebben kunnen vastmaken weet ik niet, maar in ieder geval bleven er twee kamelen onbemand. Gelukkig kon Wim nog wel lopen, anders hadden we vrees ik een ernstig probleem gehad. Want ik betwijfelde of de kamelendrijvers,  jonge jongens, wel iets hadden kunnen improviseren in de stromende regen. Hier zou toch geen terreinwagen hebben kunnen komen leek mij.

En waar zou zich een reddingsheli bevinden? Stonden ze zelfs wel in verbinding met een hulppost? Nou, daar zouden we het in het overnachtingskamp nog wel over hebben. Maar hoe ver was dat eigenlijk nog? Voor de tocht was een kleine twee uur gepland en we waren nog maar krap een uur onderweg schatte ik.

Marokko Erg Chebbi DuinenGelukkig bleek het lot ons toch ook weer niet al te slecht gezind, want het hield ineens vrij snel op met regenen en het kamp bleek toch dichterbij dan gevreesd. Dit keer dus een aangename verrassing. Misschien dat we ook een stuk afgesneden hebben want ik had ook al niet het idee dat we in een rechte lijn ergens naar toe trokken. Toen ik in het kamp afsteeg kon ik de eerste minuut nauwelijks staan, zo stijf was ik van die onnatuurlijke houding op de kameel en die natte benen geworden. Rond mijn staartbotje voelde ik het venijnig schuren.

Maar ik mocht blij wezen dat ik het had overleefd. Het had ook heel anders kunnen aflopen. Ik zag de koppen in de kranten en tv-rubrieken al voor me: "Nederlanders door bliksem getroffen tijdens kamelenrit in de Marokkaanse woestijn". 




aangekomen in het overnachtingskamp, nog nauwelijks bekomen, had het gezelschap even de pijp goed uit



Niet onbegrijpelijk dat de enige echt geblesseerde onder ons, Wim, behoorlijk uitgevaren is tegen de reisleiding . Maar nu konden we dan eindelijk de sterrenhemel zien. Misschien spectaculair voor de mensen die in de dichtstbevolkte delen van ons land wonen waar het lijkt alsof de verlichting nooit uit is, maar voor mij was het onweer veruit het hoogtepunt geweest. In het Noorden van het land is de achtergrondstraling lang niet overal sterk aanwezig en kun je op veel plaatsen zeker ook van een mooie sterrenhemel genieten.

 
In het kamp werd ons onze tenten gewezen en kregen we geen droge kleren. Als je die niet bij je had, was dat pech. Verder werd ons uitgelegd waar zich de latrine bevond. Als je goed keek in de duisternis zag je in de verte, een honderd meter wel, een kaarslamp branden en dat was het dan. De weg daarheen was zonder een goede zaklantaarn echter een hachelijke onderneming. Dat had niet in de informatie van Fox gestaan meende ik mij te herinneren. Dus voor sommige van ons werd het die nacht opzouten geblazen. En die nacht begon direct na de theeceremonie in de centrale tent, want je was al blij als je daarna je tent terugvond. Ik vroeg daar nog of ze geen Bokma koud hadden staan. Ha, ha , nooit van gehoord natuurlijk. De meeste restaurants die we tot dan hadden aangedaan hadden nog geen gewoon glaasje wijn gehad. Thee hadden ze hier en die viel er toch best goed in. En dat onder begeleiding van wat gedrummel op een paar kleine met leer belegde vaatjes of zoiets want je kon het amper zien. Had wel wat.

We gingen na de ontstane ontberingen dus al vrij gauw naar onze tent, die bestond uit een grotere tent die gecompartimenteerd was. Je moest dus goed opletten dat je niet de verkeerde voorhang omhoog trok en verkeerd terecht kwam. Voor jongelui zou dat deze tocht nog extra spannend hebben kunnen maken, maar de meesten van ons waren al iets aan de rustige kant van de levenszee beland, dus die namen alle voorzichtigheid in acht.  

Vervelend voor een aantal van ons was dus dat ze geen droge draad meer aan hun lijf hadden en ook geen droge kleren bij zich hadden. De Fox-informatie had gerept over warme kleren, maar niet over de wenselijkheid van regenkleding. En uit jezelf neem je geen paraplu mee naar de Sahara, maar eerder een parasol. Misschien die kamelen voortaan standaard met een paraplu uitrusten? Je weet het immers niet meer met al die klimaatsveranderingen.

 

Marokko Erg Chebbi Duinen

                                                        Ons overnachtingskamp in de Sahara


Gelukkig waren de tent zelf en de dekens droog. Ik zelf had geluk want mijn tas was waterdicht gebleken en mijn pyjama was dus droog. Verder was het een onbetwistbaar pluspunt dat we hier geen last hadden van omgevingslawaai. Alleen een licht klapperend tentzeil vanwege de wind. Maar we werden hier halverwege de nacht niet gewekt door een keel opzettende imam met zijn oproep tot het ochtendgebed. 

De volgende ochtend was het om acht uur weer vertrekken per kameel. Maar eerst zouden we de zonsopgang meemaken.




 


Zonsopgang in de Sahara

Marokko Erg Chebbi DuinenDaarvoor werden we rond zes uur gewekt. Direct de tent uit en met een ongeschoren kop  de 150 meter hoge zandheuvel opgerend om nog op tijd te zijn, Dat was nog effe heavy hijgen want als je een stap van 50 cm nam gleed je 45 cm terug in de rulte van het zand. Boven op de heuvel nog nahijgend viel het resultaat mij tegen.

De zon verscheen vrij abrupt en straalde al meteen zo intens dat je er geen foto van kon nemen; een beroet glaasje had ik niet bij mij. Wel mooi was de kleurverandering die zich aan het  voltrekken was. Het ochtendgrauwe grijsgeel van het zand doorliep achtereenvolgens zo´n beetje alle kleuren van de Marokkaanse kruidenkeuken. Van zoutgrijs naar kerriegeel, okergeel, tot aan karmijnrood. Tijdens de terugtocht per kameel zag je verder de schaduwen uit de zandravijnen steeds verder wijken, alsof ze er uit verjaagd werden. Het begin van de terugtocht was daarom erg mooi.

 


 
De eerste groep verdween tussen de duinen

Marokko Erg Chebbi Duinen

Maar toen we al vrij gauw de rand van het duingebied gewaar werden was de betovering verbroken. Het werkte als een anticlimax na wat we gisteravond beleefd hadden, toen je je helemaal alleen in de grote onherbergzame woestijn gewaand had. Nu je voor je uit de bewoonde wereld al weer zag liep het avontuur er snel uit en concentreerde je je er op om zo op het zadel te zitten dat je er met een onbeschadigd achterwerk vanaf dacht te kunnen komen. Om die reden was ik blij toen ik er eindelijk af kon en ik bleek daarin niet de enige te zijn. En dan te bedenken dat ze voeger voor de reis naar Timboektoe 52 dagen op een kameel moesten doorbrengen. Ik zou denk ik verticaal gespleten zijn aangekomen. Die verrekte tas zat mij ook in de weg, waardoor ik mijn benen niet had kunnen strekken. Later heb ik gehoord dat ze er in Egypte de mensen in kleermakerszit op laten plaatsnemen. 

Niettemin heb ik onderweg een serie foto's kunnen maken, waarvan er verscheidene de ondergane betovering vorm hebben kunnen geven.
Met de 4WD reden we vervolgens naar het kasbahhotel , dat luisterde naar de feeërieke naam Timbouctou, waar de anderen overnacht hadden en die gisteravond in grote ongerustheid over ons hadden verkeerd, want het had daar natuurlijk ook geonweerd en geplensd. Ze waren blij dat ze ons weer heelhuids (nou niet helemaal dus, een klein stukje huid was niet heel meer)  zagen verschijnen. Hier konden we douchen en daarna aan het ontbijt. Want dat hadden we deze ochtend moeten ontberen.
Al met al was deze kamelentocht een ervaring die ik niet graag had willen missen. Maar dat geldt dan achteraf.

Marokko Erg Chebbi Duinen

Marokko Erg Chebbi Duinen

Marokko Erg Chebbi Duinen

Marokko Erg Chebbi Duinen


Todrakloof

Na het ontbijt in deze fraai geoutilleerde kasbah reden we met de 4WD weer naar Erfoud, waar onze bus al weer klaar stond. De bestemming vandaag was Boumaine Dades, gelegen  in de weelderig begroeide vallei van de rivier de Dades. Maar het ging ons om de Todrakloof, die volgens de reisleider mooier was dan de Dadesvallei. 

Marokko Todrakloof
Todrakloof

Het was een zeer diepe kloof, de mooiste kloof van Zuid-Marokko volgens zeggen. Zoals zo vaak met hooggespannen verwachtingen worden ze vaak niet waargemaakt. Op Kreta bijvoorbeeld heb ik mooiere gorges gezien. De in de vallei gelegen palmentuin was echter wel een bezoek meer dan waard. We kregen hier een rondleiding van een deskundige gids die veel vertelde over wat er allemaal verbouwd werd, van tuinbonen en andere groenten in de wat hoger gelegen delen tot kweeperen, vijgenbomen, dadelpalmen en andere struiken en bomen die ik helaas niet ken of waarvan ik de namen niet kan onthouden. Veel indruk op mij maakte zijn uitleg over het irrigatiesysteem. Daaruit sprak een hoge organisatiegraad van de bevolking hier, vergelijkbaar met ons poldersysteem tijdens de Gouden Eeuw. Het kwam er op neer dat iedere familie en ieder dorp op een afgesproken tijdstip de gelegenheid kreeg om een paar uur lang het water uit het systeem af te tappen. Dat gebeurde simpel door tijdelijk een dammetje te vormen in het irrigatiekanaaltje. Na de afgesproken tijd werd het dammetje weer geruimd en kwam de buurman aan de beurt en zo verder. De sociale structuur was hier dus behoorlijk ontwikkeld, waardoor dit een welvarende streek kon zijn. Want de rivier gaf het hele jaar water dat van de Atlas kwam.

Marokko Todrakloof
De palmentuin vlak bij de Todrakloof

De busrit daarna ging door een landschap van grote schoonheid. Tot we aankwamen in Boumaine de Dades. Ons hotel lag even buiten de plaats, langs de rivier de Dades en vanaf het achterterras had je een magnifiek uitzicht op de groen begroeide vallei met de stad met de besneeuwde Hoge Atlas als achtergrond.

Marokko Dades bij La Boumaine
Boumaine in het dal van de Dades

Die avond hebben we gedineerd in een smaakvol ingerichte zaal waarin een reusachtig vuur in een openhaard brandde. Ha, lekker. Er speelde ook een klein drumorkestje met Sahariaanse inslag qua bezetting en ritmiek. Voor een van ons was het te verleidelijk om niet even mee te doen toen de gelegenheid daartoe geboden werd. Een half uur later was de kleur van het gezelschap bijna helemaal veranderd.


Marokko omg. La Boumaine
Een markt ergens onderweg naar de Hoge Atlas

Harem – Sultana (Violine Solo)!

 Marokko omg. La Boumaine
De  zelfde markt


Quarcazate kasbah Taourirt Tegen lunchtijd kwamen we aan in Quarzazate, waar we opnieuw een kasbah bezochten. We waren hier per slot van rekening in het "land van de duizend kasbahs". Dit maal was het de kasbah Taourirt. We kregen er een interessante rondleiding. Er was prachtig smeedwerk te zien. Er was werkelijk geen vierkante cm in de ruimten die niet belegd was met mooi mozaieken of ander versieringen, tot en met de plafonds.

Deze kasbah dateert uit de 18e eeuw. Ze is geheel van leem opgetrokken en ziet er aan de buitenkant uit als een rood fort, voorzien van kantelen. Tot 1956 was deze kasbah eigendom van de roemruchte Pasja van Marrakech, een belangrijk machthebber in dit deel van Marokko en de grote tegenspeler van de sultan Mohammed V.

De kasbah werd als decor gebruikt bij de films "Jewel of the Nile"en  "Lawrence of Arabia".


interieur kasbah Taourirt



Quarcazate filmstudio'sDaarna maakten we op weg naar Marrakech nog een korte stop bij de filmstudio´s van Quarzazate. Deze studio´s zouden groter zijn dan die van Hollywood. Er zijn tal van films opgenomen, zoals Gladiator.  









entree filmstudio's Quarcazate




De volgende uitstapplaats was de kasbah van Ait Ben Haddou. Om hier bij te kunnen komen moest je eerst hier langs stromende rivier oversteken. Een brug was er echter nietHet gaat hier om een mogelijk reeds in 750 door Berbers gebouwde versterkte stad, die uit een aantal tegen een heuvel aangelegen kasbahs bestaat. Wij hadden helaas geen tijd om de hele stad te bekijken, die in 1987 al het predikaat Werelderfgoed van de Unesco heeft gekregen.

Marokko Ait Ben Haddou

Uitkijk over rivier en Kasbah Ait Ben Haddou


Er was alleen tijd om de voor de entree gelegen souk te bezoeken.De koopman hier had mooie zaken, waaronder een origineel Toearegmes.


Marokko kasbah Ait Ben Haddou 


Dit was de laatste stop voor de tocht door de Hoge Atlas naar Marrakech.


zicht op de Hoge Atlas

  De Hoge Atlas

Dit werd een zeer schilderachtige tocht, waarbij de bergen zich in hun mooiste tooi aan ons toonden. De ene foto was nog niet door het busraam genomen of het volgende panorama diende zich al weer aan met weer andere kleuren, begroeiing en vormen. De Hoge Atlas is wat dit betreft veel afwisselender dan de Alpen.  Het zicht was geweldig, je kon tientallen kilometers zien.

Marokko Hoge Atlas


Gelukkig maakte de bus een paar busstops, onder andere bij ene Fatima, waarover Peter een meewarig verhaal had verteld. Ze was vroeg weduwe geworden en had daarop in haar eentje haar restaurantje moeten drijven. Daarom, om haar een beetje te helpen, maakten zo'n beetje alle toerleiders bij haar een foto-en koffiestop. Nou, ik vond Fatima er bepaald niet zielig uitzien, de tent zag er uitstekend uit en liep duidelijk als een trein, want toen wij er nog zaten stopte er al weer een reisbus. Ook die reisleider  kreeg een warme omhelzing van Fatima, die er zoals gezegd bepaald niet onaantrekkelijk uitzag.

Marokko Hoge Atlas
Dorp met akkers in de Hoge Atlas

Marokko Hoge Atlas
Steeds weer andere kleurnuances in de Hoge Atlas

 
Marokko Hoge Atlas

Marokko Hoge Atlas

Marokko Hoge Atlas



Marrakech


De entree in Marrakech was ronduit indrukwekkend. Nou had ik dat gevoel al eerder gehad maar hier werd het me echt duidelijk dat Marokko in bekwame spoed bezig is zich boven de status van een ontwikkelingsland te verheffen. Zeer brede avenuen, met vier rijstroken waarover bepaald niet allemaal oude kreukels uit Europa reden. Daarnaast en soms ook nog daartussen brede trottoirs, net zo breed of breder dan in Parijs en van de rijbanen gescheiden door prachtige stroken groen, bloemen en palmen. Een lust voor het oog.   
En dat alles bij een beheerst autoaanbod.

Marokko Marrakech Boulevard Hassan II

Verkeersader langs de medina van Marrakech

Verder zagen de gebouwen aan deze avenues er allemaal smaakvol en modern uit. Daarbij was er een goede onderlinge harmonie, die je bij onze steden vaak jammerlijk mist. Misschien kwam dat door de strakke kleurstelling, veel was in terracotta kleur. Wat het gevoel voor esthetiek nog meer streelde waren de fraaie lila bloeiende bomen langs de avenues.


Marokko Marrakech


Marokko Marrakech Een hoogtepunt was het centraal station van Marrakech: een staaltje van fraaie moderne architectuur. Wat een ontzettend mooi gebouw was dit! Later zijn Maja en ik er nog uitgebreid in geweest. Waar in Nederland vind je zoiets?  Zeker niet in Rotterdam, een stad die ongeveer even groot is als Marrakech. Kortom, de nieuwe stad van Marrakech oogt zonder meer modern, rijk en ruim.


 

De entree van het Centraal Station van Marrakech




Marokko Marrakech




de binnenkant van het station van Marrakech












Maroko MarrakechDe oude stad lag een paar kilometer van de nieuwe stad en werd daarmee verbonden door de Hassan II boulevard. Ons hotel lag in het nieuwe deel. Het was in een sprookjesachtige stijl ingericht met als hoogtepunt op de kamer een hemelbed dat zo in het sprookje van Duizend en Een Nacht gepast zou hebben. Dat was meer dan een plaatje waard.


 
Als in "Duizend en een nacht"







 

Helaas was de nacht zelf wat minder sprookjesachtig dan het zich bij de aanblik van de kamer had laten aanzien. Het bleek buiten namelijk erg lawaaiig. Vooral veel schreeuwende mannen en scheurende brommers. Eigenlijk toch wel kwalijk dat hardwerkende mensen die van een welverdiende vakantie proberen te genieten uit hun slaap gehouden worden door een stelletje slampampers die niet werken en daarom de tijd hebben om de hele nacht herrie te  maken. Als je dan niet kunt inslapen ga je van alles denken, zoals dat invoeren van een avondklok, in de zin van geen onnodige herrie mogen maken na bijvoorbeeld tien uur, niet zo'n gek idee zou zijn. Ook in Nederland.

Marokko MarrakechWel weer leuk aan het hotel was dat je kon ontbijten op het dakterras. Een minpuntje was dan echter weer dat de kwaliteit van het voedsel, afgezien van het voorgerecht,  niet in overeenstemming was met de fraaie ambiance. En dat er ook hier geen wijntje bij te krijgen was. Ik heb samen met Peter en Hylke nog een poging gedaan om buiten het hotel ergens een paar flessen te kopen, want je mocht desgevraagd wel wijn drinken, maar het kopen van een fles is ons vanwege het tijdstip helaas niet gelukt. Het werd zowat een trip van Toledo naar Tokio waarop we met hangende pootjes weer naar de dis in het hotel terugkeerden en toen de hele voortgang een half uur bleken te hebben opgehouden. Moesten we het alsnog weer met een blikje Coca Cola bij het diner doen.




Het hotel had ook een smaakvolle lounge



Het zal allemaal wel met het vergunningenbeleid hier te maken hebben. Maar dat is toch politiek? Hoe zit het hier dan met de scheiding van kerk en staat? Een van de gidsen in Marrakech, die aan het opscheppen was over zijn Marokko en zijn stad, had beweerd dat we hier net als in Turkije de scheiding van kerk en staat hadden. Schone schijn. Of komen de meeste hoteliers en uitbaters van restaurants en café's niet door het examen voor een vergunning heen?  Later, in Essaouira, ontbraken ook de alcoholica op de kaart, maar je mocht het wel meebrengen, als je de fles maar onder de tafel hield! Het hotelpersoneel was zelfs zo vriendelijk om uit te leggen waar je het kon halen.

Het wordt dus oogluikend toegestaan. Daar hadden we de tweede avond in Essaouira nog een boel lol om gehad. Er was die avond namelijk een gezelschap fransen aangekomen en die gingen tegelijk met ons dineren en stonden zich met ons voor het buffet te verdringen. Klein regiefoutje. De lol voor ons zat er in dat wij allemaal quasi stiekem van onze fles wijn onder de tafel genoten en dat die fransen het met een blikje cola of water moesten stellen. Moest je ze toen zien kijken die fransen. Die wisten nog niet waar Abraham de mosterd vandaan gehaald had. Prachtig die verstolen blikken gevuld met ergernis, afgunst en verlangen. De meegenomen wijn die toch al goed was smaakte er nog beter door. 
Overigens niet eens zo'n gek systeem om je eigen lievelingswijn mee te mogen nemen naar een restaurant. Dat zou de animo om meer buitenshuis te gaan eten wel eens flink kunnen vergroten; goed in deze tijd van economische crisis.

Marokko Marrakech


De volgende dag bezichtigden we de voor de toeristen verplichte standjes. Dat waren in de eerste plaats de Saädische graven, waar een vroegere sultan met de zijnen onder met prachtige mozaïeken belegde tombes lagen. De gids die sommigen van ons herhaaldelijk tot zijn les riep vertelde veel en lang, maar zoals zo vaak met dit soort monumenten laat het geen blijvende indruk achter.









 Marokko Marrakech
De Saadische graven in de oude stad van Marrakech

Het gaat het ene oor in en het andere bijna net zo snel weer uit. De tweede trekpleister was de Koutoubia Moskee.

Ten slotte bezochten we nog het koninklijk paleis. Dit vond ik wel zinnenstrelend mooi.  Terecht trouwens dat men voor de levenden mooiere dingen maakt dan voor de doden. De levenden hebben er immers nog wat aan.








Marokko Marrakwech Koutoubia-moskee


Vervolgens liepen we langs de grootste moskee van Marrakech, de Koutoubia-moskee. Ook hier werd van alles over verteld. Zoals dat hij al van 1150 dateert en dat de moskee herbouwd moest worden omdat hij niet correct georiënteerd op Mekka zou zijn. De minaret van deze moskee heeft als voorbeeld gefungeerd voor de Giraldo moskee in  Sevilla, die op zijn beurt model heeft gestaan voor duizenden kerktorens in Spanje en Oost-Europa. 









 Marokko Marrakech
Op weg naar het koninklijke paleis

Marokko Marrakech koninklijk paleis
Bezichtiging van het koninklijk paleis in Marrakech

Marokko MarrakechHet in alle reisgidsen bezongen centrale plein van Marrakech, het Djemaa El Fna plein hebben we in het begin van de middag bezocht. Ik had in het begin niet eens door dat ik er al was; het was er namelijk nogal stil. Je moet daar dan ook 's-avonds zijn. Maar daar was vanwege het programma eigenlijk niet de tijd voor.  We gingen nu eerst met de bus naar de medina van Marrakech. Verkeerstechnisch was het hier een ware heksenketel.










De medina van Marrakech  roept natuurlijk om een vergelijking met die van Fes. Welnu, na de medina van Fes  levert die van Marrakech niet zo veel uitroepen van verbazing meer op. Hij is minder intiem dan die van Fes. De straatjes zijn breder en er scheuren meer brommers door dan ezelswagentjes. Dat maakt de atmosfeer dus lawaaiiger en de subtiele geuren van de medina van Fes dringen vanwege de uitlaatgassen ook minder goed door.

Marokko Marrakech
Uitzicht vanaf een terras op ooievaars



In de medina van Marrakech

Marrakech medina 
Werkplaats in de medina van Marrakech

 

Wel aardig was een voorlichting over kruiden, zalfjes en odeurtjes in wat een apotheek heette. De meesten van ons kwamen er een halve kilo zwaarder aan spullen en enige honderden dirhams lichter weer uit. Het leek wel een tupperwareparty, maar ik vond het wel op een leuke manier instructief. Zou zou onze reisleider daar nu provisie van vangen vraag je je even stiekem af. Als hij handig was en daar op uit was wel natuurlijk. Ik heb echter alle lof voor onze Peter. Hij komt integer over, meer nog onbevangen en hij is zeer clientgericht. Hij weet ook vele leuke verhalen op te dissen.

Marrakech Jardin de MajorelleDe rest van de middag hadden we vrij. Maja en ik hebben toen vanuit het hotel de Jardin de Majorelle bezocht. Dit is een door Yves St Laurent geconserveerde oude tuin met inheemse bomen, planten en struiken met als verbindende elementen blauwe potten en andere in blauw uitgevoerde constructies waaronder ook enkele pittoreske waterpartijen.






Jardin de Majorelle in Marrakech






Marrakech Jardin de MajorelleDit leverde veel fotografisch fraaie composities op, hoewel de lichtcontrasten vaak wel parten speelden.


Blijkbaar was deze tuin ook een uitstekende lokatie voor eem meditatie

 

 

 

 


Jardin de Majorelle in Marrakech







Marrakech Jardin de MajorelleReisgenoten in de Jardin de Majorelle

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marrakech avondshow ' s-Avonds hadden we de tweede optionele excursie van de reis , de show in oriëntaalse stijl. Voor Fox was het établissement nieuw.  Het kostte Dinhar 30 p.p. inclusief diner en bijpassende muziek en dans. Daaronder ook de niet te vermijden buikdanseres. Voor dat bedrag niet veel natuurlijk. Voor een show in het Cesar Palace in Las Vegas betaalde je dertig jaar geleden al meer. Het moest dus eigenlijk ook wel een beetje tegenvallen. Deze show verdiende de naam show niet, ondanks de wel stijlvolle entourage.

Ook kon je hier gelukkig wel wijn krijgen. Dat had ik op het laatste moment trouwens als voorwaarde gesteld aan mijn deelname. Het bijwonen van een oosterse show met een blikje Cola in de hand of een glaasje water zag ik niet zitten. We zijn toch niet helemaal besodemieterd? Nou, dat begrepen de Marokkanen gelukkig ook, want hier viel het dus mee. De muziek echter niet. Daardoor en ook door de bijna lege zaal kwam de sfeer er niet echt goed in.





Misschien kwam het door de crisis, waar we in Nederland ook intussen wat last van hebben. De muziek was erg dun  en de buikdanseres kwam pas helemaal aan het eind. Ze zal wel haar best gedaan hebben, maar erg uit de verf kwam ze niet vond ik, tenminste niet in de zin dat ze mij in vervoering bracht zoals dat zou moeten. Oké, we waren dus voor een dubbeltje niet op de eerste rang gekomen.


Na afloop van ons verlengde verblijf in Essaouira zijn we nog opnieuw een dag in Marrakech verbleven, van waar we per vliegtuig naar huis zijn vertrokken. Maar eerst zouden we nog bijna een week in de badplaats Essaouira verblijven.


Essaouira

Het laatste deel van de reis was de rit naar Essaouira (spreek uit Essawira de ou =w). De mooie kustplaats aan de Atlantische Oceaan. Het aantrekkelijke van deze plaats was het mooie strand, de drukke vissershaven en de intieme medina. Klopte allemaal. Het klopte ook dat het een paradijs voor surfers is. Voor kitesurfers bijvoorbeeld, die zich via hun luchtzeilen door de straffe wind laten voortjagen op de golven.


 Marokko Essaouira haven
Essaouira, een drukke vissershaven
















Marokko foto's Jan-431 Marokko Essaouira haven

Bij de haven van Essaopuira was ook behoorlijk veel scheepsbouw
















Marokko Essaouira haven


Waar vis is zijn ook meeuwen

 
















Marokko Essaouira Spaanse fort
















Marokko Essaouira haven
Het Spaanse fort van Essaouira

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marokko Essaouira kustzijde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Uitzicht vanuit het Hollandse fort in Essaouira

 

Marokko Essaouira Spaanse fort

 

 

 

v

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marokko Essaouira kust

 

Marokko Essaouira kust

De ruige rotskust bij Essaouira

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marokko Essaouira promenade

 de prachtige parkachtige promenade van Essaouira

 



 
De medina van Essaouira

 

 
Het balcon van ons hotel aan het strand van Essaouira

Marokko foto's Jan-496 
Balconpose

 




Het was hier onze laatste gemeenschappelijke dag als groep. Drie stellen hadden twee of meer dagen hadden bijgeboekt in Essaouira , waaronder wij. Ons idee was om even drie dagen wat meer te relaxen en alle indrukken van deze boeiende reis nog eens goed te verwerken. 
De volgende ochtend zou de tros van de groep terugreizen naar Marrakech om vandaar de volgende dag de thuisreis naar Schiphol te aanvaarden. Met een vertraging van drie dagen zouden wij dat ook doen. Daar konden we tegen opzien, want je werd dan om 04.00 uur van het hotel gehaald . Dat is natuurlijk onmenselijk vroeg. Maar gelukkig hadden wij drie dagen respijt. Het laatste gezamenlijke ontbijt en toen afscheid nemen en uitzwaaien. Maar voor het uitzwaaien stapten de zes achterblijvers toch in de bus en wel om de bedankspeech van Frans in de richting van Peter onze reisleider aan te kunnen horen. Dat deed hij op een ontspannen en geestige wijze. Daarna gingen wij de bus uit en was de opsplitsing een feit. Er zouden nog meerdere volgen, want een stel had maar twee dagen bijgeboekt en een ander zes. Uiteindelijk zou de hele groep uiteenwaaien . Toch ook een speciale gewaarwording. Bij het begin van de reis ontmoet je elkaar op Schiphol. Na de eerste kennismaking ben je de meeste namen al weer bijna direct vergeten. Tot je bij een koffiepauze of lunch met elkaar aan de praat komt en de naam dan na een of twee keer wel weet te onthouden. Na een week ken je elkaar allemaal en van een aantal weet je waar ze vandaan komen, hoeveel kinderen en kleinkinderen ze hebben. Het eerst hoorden wij trouwens waar iedereen al geweest was. Nou overal dus bijna. Gelukkig werd er niet snobistisch over gedaan. Je kon er als je wilde dan ook je voordeel mee doen. Langzaam begon de groep zelfs enige kenmerken van een familie te vertonen. Bijvoorbeeld in de zin dat men zich verantwoordelijk voor elkaar begon te voelen. Het afscheid was daarom toch ook wel iets meer dan het elkaar een goede thuisreis toewensen. Met deze mensen had je een paar weken intensief samen doorgebracht, een aantal dingen mee beleefd, waarvan sommige emoties hadden opgewekt en nu gaf je ze een hand en verdwenen ze weer uit je leven. Misschien dat je een van hen toevallig nog weer eens op een andere reis zou tegenkomen. Maar wie weet zou de uitwisseling van de emailadressen, wat Huib geregeld had, nog eens tot een reünie kunnen leiden. Dat zou niet de eerste keer zijn. In ieder geval zou ik mijn reisverslag rondsturen en dat maakt dat de herinnering aan deze reis makkelijker kan worden vastgehouden. Daarom schrijf ik mijn impressies ook op.

Marokko Essaouira medinaDe drie dagen die wij nog te goed hadden in Essaouria verliepen zo'n beetje volgens verwachting. Essaouria is een kustplaats van ongeveer 50.000 inwoners met een relatief grote medina. Het heeft een levendige haven waar veel te zien en te filmen is. De medina is er veel gemoedelijker dan die in Marrakech. Zij telt ook enkele wat bredere straten en een paar intieme pleinen en plaatsjes met tal van eethuizen, die een ruime sortering aan visspecialiteiten hebben. In de medina liep je bovendien beschut tegen de wind en daarom was het goed toeven op een van de zonbeschenen terrasjes. Bij een daarvan kwamen we een paar keer.

 

Behalve de foto-en filmgenieke haven bezat Essaouira ook een intieme medina waarin enkele verstolen liggende lome pleintjes. 





pleintje in de medina van EssaouiraMarokko Essaouira medina

 
Het cafeetje met het kleinste pleetje

Essaouira medinaJe moest er alleen niet naar het toilet hoeven. Ze hadden daar volgens mij het kleinste toilet van heel Marokko. Ik heb daar echt atletische capriolen moeten uithalen. In de eerste plaats kon ik er met mijn 1.82 er niet helemaal rechtop staan. Dat was alleen voor de kleine Marokkaanse man weggelegd.

Ernstiger was dat het plafonnetje al boven het closet schuin omlaag liep. Dat hield in dat ik de pot staande niet kon benaderen. Achterstevoren zou nog wel lukken want je kunt je beter naar voren buigen dan naar achteren. Maar om hygiënische redenen leek het mij veiliger om niet te gaan zitten. Er was echter geen ruimte om daar boven te gaan hangen. Dat werd dus mission impossible. Ik zag mij derhalve genoodzaakt mijn ambities terug te schroeven. Maar daarvoor moet je je, als man, omdraaien en kwam je met je hoofd tegen het plafond. Dus dat werd door de knieën gaan, achterover buigen en dan maar God zegene de greep.




Zou een leuke act voor een Nederlandse cabaretier zijn onder het motto hoe platter hoe beter. Een scheetje in het pleetje, voor iets anders was het eigenlijk niet geschikt. Nee, daar zouden ze me niet weer zien. 
Omdat er in de buurt van het hotel aan de promenade geen geschikte drinkgelegenheden waren zijn we de laatste avond na het diner met Bep en Hylke naar de medina gelopen en hebben we daar een nusnus gedronken. Jammer dat het al weer zo fris op straat was dat het alleen onder een luifel was uit te houden. 


Marokko Essaouira medina

 de medina van Essaouira

Essaouira medina


Marokko Essaouira medina



Een groot verschil in uitgaansleven tussen Essaouiria met pak een stad als Groningen is dat het publiek hier veel gemeleerder is. Misschien komt dat door de toeristen die de gemiddelde leeftijd natuurlijk wat opvoeren. Maar je ziet ook Marokkaanse families en dat is in Nederland toch niet erg gebruikelijk. Bij ons zijn het bijna zonder uitzondering jongelui, die meestal flink van de innemende partij zijn en zich nogal eens uitdagend en luidruchtig gedragen, vooral naarmate de alcoholinname zich verdiept. Daarmee vergeleken is het hier heel wat rustiger, bij het ingetogene af. Zal de alcohol wel zijn denk ik. Maar als oudere voel je je er meer op je gemak dan tussen zo'n menigte opgefokte jongeren. Op het gebied van kruiden had je hier in Essaouira wel weer alle vrijheid. Zo aan een willekeurige marktkraam zo Viagra kopen.





Marokko Essaouira medina

Ik wil hier in Essaouira trouwens toch mijn eerder geschetste beeld van Marokkanen wat bijstellen. In het algemeen is het personeel hier erg voorkomend en vriendelijk en de handelaren zijn niet agressief in hun verkoopmethoden. Het loven en bieden is een spel dat vaak nog best leuk is en de koop wordt met een handdruk besloten. Zelfs de meeste bedelaars, die je hier natuurlijk ook hebt, tonen bescheidenheid. Vaak komen ze met een stralende glimlach op je af en zo wordt het bijna vanzelfsprekend dat je ze even iets toestopt.  In dit op zoet gerichte land hebben ze wel door dat je met een druppel honing meer vliegen vangt dan met een emmer azijn. Het verschil met de bevolking van bijvoorbeeld Fes is dat ik hier niets van de gelatenheid die ik daar bespeurde opgemerkt heb. Misschien komt dat door het hier veel intensievere contact met westerse toeristen. Ik vermoed dat we als Foxtrotters hier in Essaouira heel wat gekocht hebben. Zoals de voorwerpen die ze hier van Thuyahout, de specialiteit van de streek, weten te maken. 

Marokko Essaouira omgeving


Een andere specialiteit waren de producten die van de Arganiaboom afkomstig zijn. Alles aan deze boom is nuttig. Kamelen en geiten zijn gek op de blaadjes. De geiten klimmen er zelfs voor in de bomen, of worden er anders door op geld van de toeristen beluste autochtonen ingezet. De bus stopt daar namelijk. Vervolgens worden voor elk kiekje  minstens drie handen opgehouden. De buschauffeur weet precies waar die geiten in de boom zitten. Zal voor de meesten van hen wel een snabbel opleveren. Voor onze buschauffeur denk ik niet want die leek ons de integriteit in persoon.

 

 

 

 

 


gekke geiten


Essaouira arganiafabriekjeVan de vruchten van de Arganiaboom maakt men olie. Dat productieproces hebben we onderweg naar Essaouira ook gezien. Dat gebeurde in een door vrouwen gerunde coöperatie, waar alle bewerkingen nog met de hand uitgevoerd werden. Het was dan ook een door de regering gestimuleerd project dat de werkgelegenheid van ongeletterde vrouwen moest vergroten. We hebben er met elkaar nog aardig wat potjes en flesjes gekocht en dat was natuurlijk ook de bedoeling.

 

 

 

 

 

 


Oliefabriekje langs de weg


We bleven alle zes in het hotel waar we al zaten. Het aantrekkelijke van dit hotel was het royale dakterras van waaruit je een prachtig uitzicht had op het zand en de promenade.

Essaouira vanaf ons hotel


Essaouira op ons balconAls badplaats is Essaouira zeer aantrekkelijk. Er is een zeer breed strand van fijn zacht zand, vergelijkbaar met het zand van onze Noordzee. Het bevat noch kiezels, noch schelpen en kwallen. Er loopt een zeer royale wandelboulevard omheen waarheen enkele etablissementen gelegen zijn waarbij je gedeeltelijk in de luwte van de bijna altijd opspelende wind kunt genieten van een kopje nusnus of iets anders.







overdag genieten van het uitzicht vanaf ons hotelbalcon, dat we voor ons alleen hadden


Essaouira hotelbalcon


Verderop langs het strand kun je een kameel of paard voor een tochtje huren. Langs de boulevard en de er langs lopende weg liggen zeer fraaie hotels en andere gebouwen, die stad en strand een allure van welvaart  geven. We hebben daar bijvoorbeeld een hotel bezichtigd, waar een bekend kunstschilder vaak resideerde en waar je je ogen uitkeek op het prachtige interieur.  
Verder tref je aan het strand voortreffelijke faciliteiten aan voor het huren van surfbenodigdheden en zeekano's.





 's-Avonds gereed voor een flaneertoer door de stad

Essaouira zandstrand
Het zandstrand van Essaouira

Essaouira strand

 Het strand was iets verderop geheel uitgestorven

 

Het aanbod van publiek bij dit alles is van een bevrijdende beperktheid, vergeleken bij de Nederlandse kust. Daarbij is de kust er veel afwisselender dan bij ons. De rustige baai voor ons hotel gaat bij Essaouira over in een woeste rotskust en aan de andere kant van de stad kun je tot de monding van een rivier lopen en die landinwaarts volgen tot het dorpje Diabet waar nog interessante resten van een oud paleis zijn te bezichtigen. Kortom een interessante plaats met een prettige bevolking waar het zeker voor een aantal dagen goed toeven kan zijn, als je de harde wind op de koop toe wilt nemen,

Ten slotte brak dan toch de ochtend aan dat ook wij terug moesten. Wij werden opgehaald door een soort taxi met een chauffeur die Brahim heette en die voor ons redelijk verstaanbaar Frans sprak. Van hem hoorden we nog een aantal behartenswaardige dingen. Zoals dat de opvallend veel voorkomende politie speciale voorkeur had voor mannen met baarden. Die worden namelijk als fundamentalisten beschouwd en kunnen daarmee potentiële terroristen zijn. In Essaouira heb ik geen enkele baard gezien. De oudere mannen dragen wel bijna zonder uitzondering een snor. Bij de jongeren is ook die snor maar sporadisch te zien is. De baarddragende fundamentalisten zien de modernisering van het land, die voor een belangrijk deel versneld wordt door de toeristen, met lede ogen aan. Zo streeft de regering er naar om in 2010 het aantal buitenlandse toeristen naar tien miljoen op te voeren. Het toerisme is dan ook, na de landbouw, de tweede inkomensbron van het land.

Verder vertelde onze chauffeur dat de regering zoveel prioriteit geeft aan de aanleg van de Autoroute Marrakech-Agadir dat er zelfs zondag grootschalig aan gewerkt wordt. Die weg moet namelijk in 2010 gereed zijn. Ook op de vrijdag werd er gewerkt, zij het beperkt, omdat dat een rustdag is. Die rust geldt echter slechts van 12.00 uur tot 14.00 begrepen wij en zou gelden voor heel Marokko. Kortom, deze streek zal de komende jaren nog een flinke economische impuls krijgen. 

Marrakech komt echter nu al als een moderne stad over. Op de dag van onze terugkeer hebben we na de uitgebreide bezichtiging van het centraal station nog een prachtig park bezocht achter het tegenover het station liggende Theatre Royale.

Marrakech Theatre Royale

 
Plein in Marrakech met Theatre Royal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marrakech park achter Theatre RoyaleIn dat park hebben we ons uitgebreid door een autochtoon laten fotograferen. Voor de eerste foto wilde hij niets hebben. Maar toen zag je dat hij zich bedacht. Hij wilde nog wel meer foto's van ons maken. Een tussen de bloeiende rozen, een op een bankje, een tegen een boom.
















Marrakech park achter Theatre Royale


Tot ik zei dat de card vol was. En toen wilde hij vijf Euro. Dat vonden wij te veel. Met twintig Dirham moest hij maar genoegen nemen. Later kwamen we hem bij de uitgang nog een keer tegen en toen kregen we beide een ware omhelzing. Twintig Dirham was dus royaal geweest.

Tja, de gemiddelde Marokkaan verdient maar 60 Dirham per dag. Dat is ongeveer $2000 per jaar. 













Marrakech luchthavenDe laatste verrassing van Marrakech was de luchthaven. Ook al een architectonisch hoogstandje vonden wij.


 

 

 

 

 

 


De aankomsthal van de luchthaven van Marrakech











Nabeschouwing
In het vliegtuig en daarna in de trein van Schiphol naar Amsterdam hebben we heel wat vergelijkingen gemaakt tussen het boeiende land dat wij achter ons hadden gelaten en het land waar wij de rest van het jaar weer gingen doorbrengen.
Als econoom zie ik voor Marokko grote potenties voor de toekomst, mits het hervormingsbeleid van de huidige koning wordt voortgezet. Als binnen 5-15 jaar de overgang naar een groene energievoorziening goed doorzet zal Marokko een comparatief voordeel ten opzichte van West Europa krijgen vanwege het bijna eindeloze aanbod van straks goedkope zonne-energie uit zonnepanelen en solarpowerstations. Het lijkt alleen nog een kwestie van de interesse van buitenlandse investeerders. Als met die nieuwe energie vervolgens ook zeewater in zoet water kan worden omgezet zou Marokko zelfs de voornaamste groente-en fruitleverancier van Europa kunnen worden. In 2006, toen het er veel regende, steeg de economie al met 6%, veel meer dan bij ons. 

Ook ten aanzien van de energieke wijze waarop de inrichting van de publieke ruimte ter hand wordt genomen lijkt Marokko bezig ons in te halen. Het begon terug in Nederland meteen al met de mededeling in de trein van NS op Schiphol dat vanwege een wisselstoring omgereden moest worden over Amsterdam Centraal, wat een vertraging van een kwartier zou opleveren. En het was nog niet eens herfst! We kwamen dus via Amsterdam West binnen. Daarbij maakte zich meer en meer een toch wat onbehagelijk gevoel van ons meester. Hoeveel mooie gebouwen zie je bij ons nu eigenlijk? En hoe staat het met de inrichting van de publieke ruimte bij ons?  Men spreekt hier tegenwoordig veel over de verrommeling van het landschap. Inderdaad, dat is duidelijk te constateren. Maar ja, wat wil je ook met zo'n dicht opeengepakte bevolking. Dat zie je al vanuit het vliegtuig.

Maar er lijkt nog iets anders aan de hand in vergelijking met Marokko. In Marokko komt een relatief groot deel van het nationaal inkomen terecht bij de staat en bij de koning. Dat geld wordt zichtbaar voor een groot deel aan de infrastructuur van het land besteed en aan de aankleding ervan. In Nederland komt een veel groter deel terecht bij de burgers. En omdat het eigen land zo klein is, maar ook vanwege ons klimaat  en misschien zelfs vanwege die verrommeling trekken relatief zoveel Nederlanders met vakantie naar het buitenland en besteden het geld daarvoor dus niet in eigen land. Nou, Marokko is dan een goed tijdelijk toevluchtsoord. 
Te voorzien is dan ook dat onder de voorwaarde dat hervormingsbeleid wordt voortgezet en dat de Berberbevolking niet langer wordt achtergesteld zoals onder de vorige koning Hassan II,  een groot deel van de in ons land verblijvende goed opgeleide Marokkanen in de toekomst ons volle land voor gezien zullen houden en gaan emigreren naar het land van hun ouders of grootouders. Na wat ik gezien heb kan ik ze daarin geen ongelijk geven.


Einde