Reportage van onze reis naar Rome van 11 april tot en met 17 april 2013. Wij hebben deze reis individueel gepland en gemaakt. De boeking hebben wij bij Expedia.nl gedaan.

12 april 2013
Vandaag onze eerste volledige dag in Rome.

Zelden hebben we meegemaakt dat de heenreis zo gladjes verliep als gisteren. Dat begon al op Schiphol waar je nu jezelf helemaal kunt inchecken. De baliebediende is vervangen door een machine. Ook je ruimbagage check je zelf in. Er stond dan ook helemaal geen rij meer. Je was in vijf minuten klaar. Merkwaardig was dat we ook niet meer door de douane hoefden. Alleen nog de securitycheck.
Het gevolg van een en ander was dat je die minimaal twee uur die je voor vertrektijd aanwezig moest zijn nu bijna volledig kon doorbrengen in de wachtruimten. Volgende keer kunnen we dus best een trein later vertrekken.

De vlucht verliep eveneens vlot. Die duurde twee uur en tien minuten. Even voor half acht stonden we op Airport Fiucimino . De koffers rolden in een vloek en zucht van de band af. Tjonge wat ging het allemaal soepel vandaag. Nu die bus nog die ik gereserveerd had. Ik had eerst het hotel gevraagd of zij een coach hadden. Dat kon wel, maar dat kostte € 60. Dus daarom eerst op internet maar even wat anders proberen. Bleek  er een bus van Fiucimino naar het centraal busstation Termini van Rome te gaan. Voor twee personen kostte die maar  € 8.  Je moest wel vooraf betalen en kon dan een voucher uitprinten.

We moesten eenmaal op de airport alleen wel een half uur op wachten voor die bus kwam. De rit naar de stad duurde vervolgens ruim een half uur. De keuze was vervolgens om van Termini een taxi te nemen of de metrolijn op te zoeken. Het laatste leek me het spannendst en het zou in ieder geval het goedkoopst zijn. Ook dit ging allemaal op rolletjes. Zo kwamen we voor een kaartje van €1,50 p.p op het metrostation Lepanto aan, vanwaar  het nog tien minuutjes lopen naar ons hotel delle Vittorie was. Daar liepen we ook zonder mankeren heen.  Alleen even gevraagd welke uitgang van het metrostation we moesten hebben. De beambte legde het ons uit en waarschuwde ons meteen stevig voor berovingen in de metro.

Het hotel was zoals gedacht. Een goed middenklassehotel. Het was rustig gelegen. Op onze kamer aan de achterzijde hadden we nergens last van.

Na een goed, maar enigszins zoet ontbijtbuffet gaan we er nu op uit. Het is kwart voor tien. Voor ons doen tamelijk vroeg.
We beginnen aan de ontdekking van de Eeuwige Stad. De stad heeft een geschiedenis van ongeveer 2500 jaar. In de 6e eeuw v.Chr. veroverden de Etrusken de toen al  bestaande drie op heuvels gelegen nederzettingen en verenigden die tot een stad.

Viale MazziniDe eerste schreden leidden ons langs de weelderig begroeide Viale Mazzini. Na 500 meter bereikten we de Taveri ofwel de Tiber. De rivier stroomde vrij diep onder ons tussen een rijke oeverbegroeiing. Een deel van de grote verscheidenheid aan bomen struiken stond al in bloei. Bij ons is de sneeuw nog maar net weg en kan er op veel tennisbanen nog niet gespeeld worden. Maar wij vertrokken gisteren dan ook in een miezerige regen met 6 graden en hier was het  '-avond bij aankomst om half negen 17 graden.

Tavere

Het was wel jammer dat ze niet een mooie promenade beneden langs de oever aangelegd hadden. Het was daar maar een rommeltje beneden en nauwelijks begaanbaar.

Piazza di PopoloBij de derde brug bogen we van de rivier af om op de eerste bezienswaardige Piazza te komen: De Piazza de Popolo. Het viel ons lichtelijk tegen. Het plein had iets rommeligs, maar dat geldt een beetje voor de hele stad vonden wij na een dag wandelen.  Dat geldt met name voor de uitzichten.

Piazza di Popolo

Er zijn prachtige afzonderlijke gebouwen, maar gezamenlijk levert het weinig  harmonie op. Veel minder dan bijvoorbeeld  dat ongeëvenaarde uitzicht dat we in Praag hadden vanaf de kasteeltuinen op de hoger gelegen Moldauoever. Het is echter wel  begrijpelijk want Rome heeft in die 2500 jaar heel wat fasen doorgemaakt en van elke is wat blijven staan. Als je op het Forum Romano uitkijkt zie je onvermijdelijk ook een deel van het kunstgebit, zoals de Romeinen het barokke  witte Venetiaans paleis smadelijk noemen.  


Chiesa Santa Maria di Miracoli

Maar alvorens de berg te beklimmen voor het uitzicht gingen we de eerste kerk in: de Kerk van Sante Maria de Miracoli  in. Dat was nog eens een oude kerk. Het had een indrukwekkend  mooi interieur . De kroonjuwelen hier waren de bekering van Paulus en de kruisiging van Petrus.

Net toen ik een stukje wilde gaan filmen begon het spelen van het orgel. Eerst het Air van Bach en daarna nog o.m. het Toccato van Bach. Dat zette veel luister bij. Je hoeft echt niet Katholiek te zijn  om veel van Rome mooi te vinden. En toen was ik nog niet in de Sint Pieter geweest.


Na dit bezoek beklommen we via een serie korte trappen de Monti  Pincio vanwaar we het eerste uitzicht over de stad hadden. In de verte zag je duidelijk de Sint Pieter. Dat kon niet missen. Ik hoorde dat ook een rondleiddame zeggen. Maar die had je daarvoor niet nodig. Wij zijn toch maar blij dat we hier op eigen gelegenheid zijn.
Maja en ik hadden de zelfde gedachte. Het uitzicht viel wat tegen. Misschien dat het bij zonsondergang allemaal wat meer aan spreekt, maar nu , hm.  Rome komt van boven toch wat als een rommelige stad over.

park Villa Borghese

Daarom zetten we al gauw koers naar Villa Borghese, waar we van plan waren de beroemde Galleria de Borghese te gaan zien . Onze weg voerde door het gelijknamige park. Een geweldig mooi park met een veelheid aan boomsoorten waarvan er verscheidene in bloei stonden. Zoals de prunus natuurlijk.

Het park herbergde ook een fraaie vijverpartij annex kleine tempel. Er stond een plaatje van in de reisgids. Het was even zoeken. Zo kwamen we nog in contact met een venter uit Bangladesh. Het was een aardige jongen en hij ging ons een eind voorop. Zijn handel raakte hij toch niet kwijt op de plek waar hij ons tegen kwam. Je hebt hier heel van die venters, straatverkopers, in Rome. Het zijn hier anders dan anderhalf jaar geleden in Andalusië echter niet allemaal zwarten. En ze hadden hier een ander assortiment dan toen in Andalusië. Daar hadden we toen drie categorieën onderscheiden: Tassen-, riemen- en horlogenegers.

Hier waren het zonnebrillen, rozen en kwaksels, zoals ik ze maar zal noemen. Dat is een nieuw product. Op werkelijk alle toeristische punten in Rome staan ze , die kwakkers. Zo noem ik de verkopers ervan maar.  Zowat om de tien meter. Duizenden moeten het er zijn. Ze hebben een houten of plastic bretje op de grond liggen en daar gooien ze met kracht een gekleurd kwak gel op. Maar het kan ook gewoon op een vlak stuk plaveisel. De lol moet zijn dat het gekleurde kwaksel met een soort piep zijn oorspronkelijke vorm herneemt, bijvoorbeeld een soort verminkt kuiken. En dat willen ze dat je koopt. Als ze dat nou nog  doen met iemand die een kleinkind van drie jaar bij zich heeft, een van vier vindt het al te flauw, maar nee, iedereen krijgt het voor zijn voeten gekwakt. Ik heb echter werkelijk niemand zich zo’n kwaksel zien laten aansmeren. En dan die gasten die de hele dag net een roos leuren. Wat moet je er in godsnaam  mee? Hem ter plekke verorberen als bewijs dat je dat voor je geliefde over hebt? Ik heb ook niemand een roos zien kopen. Ik weet niet wat zo' n roos moet kosten. Ik durf er niet naar te vragen, want als je dat doet achtervolgen ze je tot voor het altaar van de St Pieter om je prijs te horen. Net als toen in Istanbul. Daar durven wij zelfs nooit weer heen.  Zo’n  roos is dan al lang verwelkt en helemaal niets meer waard. Ik zou ze eens een lesje economie moeten geven: “Economie voor venters”. Maar dit even terzijde.

Park Villa Borghese
Dat vijvertje met dat tempeltje viel in het echt een beetje tegen vergeleken met de foto in ons reisgidsje. Ach ja, de foto's die ik zelf maak zijn ook nogal eens mooier dan de werkelijkheid. Het is allemaal een kwestie van het soort licht dat je er bij hebt. Dat zag je later ook bij de Trevifontein. De foto’s die we aan hete inde van de middag namen  waren veel mooier dan die van de volgende dag toen weer er rond noen nog weer langs moesten.

De Galleria Borghese die we graag wilden zien was blijkbaar inderdaad alleen toegankelijk als je van te voren gereserveerd had. Op de internetsite was dat niet helemaal duidelijk geweest. Dus konden we hier niet naar binnen. Dat zou op zijn vroegst pas woensdag volgende week kunnen. Nou ook goed hoor, dan gaan we nu maar direct naar de Spaanse Trappen.

Park Villa Borghese

 

Galletria Borghese

We volgden hiertoe de groene wandelroute op de kaart. Die voerde onder meer door de Via Veneto. Dat is nog eens een beleving, om  door zo’n straat te lopen. Straten met zoveel schoons en schwung zijn er niet veel in de wereld. Ik zal er geen opsomming van doen, maar deze straat mag je in Rome niet missen. Het was gewoon jammer dat hij ophield. Maar dat heb je nu eenmaal met straten.

Via Veneto

Spaanse trappen

Zo kwamen we even later bij de Spaanse Trappen. Een van de toeristische hoogstandjes van Rome. We hadden ook hier fraaie plaatjes van gezien. Maar nu we het in het echt met eigen ogen konden aanschouwen, viel het eigenlijk ook een beetje tegen. De bloeiende rozen mankeerden er aan. Er waren alleen veel verkopers van losse rozen en daar zaten we niet op te wachten. Je zat er echter wel verrukkelijk in de Romeinse zon en na die gemene Nederlandse nawinter, die maar niet van wijken wist en die tot en met de eerste week van april ons Groningse aardgas er maar doorheen had gejaagd, was dat genot ons al voldoende. Dat vonden zeker meer bezoekers , want de menigte zat er ontspannen bij. Je mocht er niet eten en drinken, terecht. Beneden aan het Piazza de Spagna was het onwijs druk en dat niet alleen vanwege de toeristen. Die drukte overal zou ons op de duur nog tegen gaan staan. En dat al in april . Hoe druk zou het hier in  mei dan wel niet zijn?  Gelukkig was het boven bij de trap in de Franse kerk van Trinità dei Monti wat minder druk.



Rome Parlement

Deze eerste dag eindigden wij met de Fontana di Trevi, de Trevifontein. Dat was een mooie afsluiting. Daarvoor hadden wij nog het parlementsgebouw gezien. Wel mooi, maar het leek me voor zo’n groot land als Italië eigenlijk nogal krap bemeten. Wat mij betreft kon het bijvoorbeeld niet in de schaduw staan bij het parlementsgebouw van BoedaPest en ook ons eigen Binnenhof vind ik veel mooier.

Wel zeer de moeite waard was de chique winkelstraat de Via Condotti. Dit is een zijstraat van de Via delle Corse. De kleding die ze in de laatste straat  verkochten was iets minder prijzig dan in de Via Condotti  en hier heb ik mijn slag geslagen. Een spijkerbroek van een goed merk plus een aardig poloshirt voor iets meer dan €100.

Maar dat was dus nog allemaal voor de Trevifontein. De Trevifontein is een volksoploop. Het ligt ingeklemd in een klein pleintje. Met het late middaglicht kon ik een paar mooie sfeerfoto’s maken.  Hoewel echt mooie foto’s zijn niet te maken met zo’n opdringerige  mensenmenigte. Daarbij moest je hier wel verduveld goed op je spullen letten, want je stond op sommige plekken als haringen in een ton.

Trevifontein

Trevifontein


Ook hier dus die enorme drukte. Later zouden we er in het Pantheon, het Vaticaans Museum en bij het Colosseum opnieuw mee geconfronteerd worden. Misschien is half april al te toeristisch  voor Rome. Misschien kwam het omdat half Noord-Europa het ijzige voorjaar daar ontvlucht was. Hier hadden we fantastisch lekker weer. Ideaal wandelweer. Het was alleen ’s-avonds nog iets te koud om buiten te eten.

Die avond hebben we opnieuw gegeten in het restaurant vlak bij het hotel. Die “Masseria  duca d'Ascoli” heette het. Dat restaurant is een ware aanbeveling voor ons hotel vinden wij. Ze hebben hier pretenties, zonder dat ze erg duur zijn. Hier leer je, als je het nog niet kende, hoe bijzonder Italiaans eten kan zijn. En de daarbij geserveerde wijn niet te vergeten. Het ligt aan de Via Col di Lana 14. De bediening is er ook zeer hoffelijk. Een gunstige bijkomstigheid was dat een van de obers een Indiër was die redelijk Engels sprak. Hij kon ons dan ook aanbevelingen doen in deze puur Italiaanse zaak, waar de baas nauwelijks een woord Engels kende. We hadden de indruk dat er vooral Italianen kwamen. En als de tent dan vrijwel vol zit moet het dus wel goed zijn. De tweede avond kregen we een heerlijke fles witte wijn voor slechts €12.


De tweede dag
Deze was een voortzetting van de route van de eerste dag.
Deze dag zouden we de bus eens proberen. Ergens hadden we gelezen dat dat goed georganiseerd zou zijn. Van ons hotel hadden we vernomen dat een paar honderd meter bij ons vandaan een halte van lijn 118 was die ons tot de Piazza Venezia kon brengen. We konden daarmee iets dichter bij ons doel komen dan met de metro . Rome heeft namelijk maar twee werkende metrolijnen. Ze zijn met nog twee bezig, maar vanwege alle archeologische belemmeringen schiet het niet erg op en gaat het nog langzamer dan in Amsterdam.

Nou, die buslijnen mochten dan volgens onze bron wel goed georganiseerd zijn, maar  toch lang niet zo goed als bij ons. Om te beginnen was de halte haast niet te vinden. We moesten een paar keer vragen en toen zagen we hem warempel. Een simpel bordje op een verplaatsbare soort parasolstander, die tussen een paar grote afvalcontainers stond.  Van een dienstregeling was niets te bespeuren. Zo wist je dus ook niet aan welke kant van de weg je moest gaan staan en hoe lang je zou moeten wachten. Maar na een minuut of tien kwam er een bus met nummer 118. Je kon binnen echter niet betalen. Dus van nood reden we nu dus zwart. Maar andere passagiers, die we zagen instappen,  deden ook niets wat op betalen leek. Ze leken hier dus geen OV-chipkaart te hebben , zoals bij ons. Dus het was hier kennelijk het Amsterdam van de jaren zeventig. Later bleek dat je kaartjes in de metrostation kon kopen, maar daar loop je heen als je met de metro wil en niet om een kaartje voor de bus te kopen en dan weer terug te lopen naar de bushalte.

De bus bleek een rammelbak van de bovenste plank te zijn. Ja wat wil je ook als een groot deel van de passagiers niet betaalt.  Daarbij moest hij over het slecht onderhouden Romeinse plaveisel. Dat is hier en daar bar en boos. Als voetganger kun je maar het beste echte wandelschoenen met stevige zolen aandoen vanwege het weggerotte asfalt en het vele grit waar je over moet lopen. Daar merk je de economische crisis aan die vooral in  Italië flink huishoudt.  
Je moet voortdurend uitkijken waar je loopt. Wat dat betreft is er in die tweeduizend jaar sinds de aanleg van Via Appia Antica, waar we de volgende dag heen gingen, niet veel verbeterd.

S.Maria della ConcepzioneHet eerste hoofddoel was het Pantheon. Om daar te komen moesten we nog weer langs de Trevifontein. Weer een geweldige drukte met veel kwakkers en dat soort volk. Het was nu midden op de dag en het licht was lang niet zo mooi als gisteravond. We zijn nog even in het kerkje bij de Trevifontein geweest, van de Santa Maria della Concezione. Het was een mooie kerk, maar veel herinneringen hebben we er na twee dagen niet van. Later las ik dat we het interessantste hier gemist hadden, namelijk dat onder deze kerk een crypte is met de doodskoppen van duizenden monniken.

Vervolgens liepen we naar de Piazza Venezia met het Nationale Monument, dat volgens sommige Romeinen de trekken van een porseleinen kunstgebit heeft.  Er stonden wel mooiere gebouwen aan dat plein , zoals een Venetiaans paleis, bedoeld voor een paus uit Venetië.  In de jaren dertig heeft de dictator Mussolini zich daar meester van gemaakt. Hij sprak toen vanaf een van de balkons van dat paleis.

Nationaal Monument

Aan de andere kant van het plein stond een mooi museum. Door het hek keek je door een met fraaie palmen appetijtelijk gedecoreerde tuin.  Een ander mooi gebouw aan dit plein was de Basiliek van San Marco

Piazza Venezia

Piazza VeneziaDaarvoor hadden we op de hoek van de Via Quattro en de Via Quirinale de Chiesa de San Carlo bezocht. Dit was echt een beauty van barok,  van architect-beeldhouwer Bernini. De even verder gelegen kerk van Sant Andrea al Quirinale, een geliefde huwelijkskerk zien was tussen 12.00 uur en 16.00 uur echter gesloten. 

 

 

 

 

 

 

 

 

links de BasiliekScuderie de quirinale van San Marco

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarop liepen we de Via Quirinale verder af en zo kwamen bij het pompeuze Scuderie del Quirinale. Van hieraf had je vanaf het trappenhuis weer een fantastisch uitzicht volgens ons gidsje. Wat dus weer iets minder fantastisch was volgens ons. We waren nu weer vlak bij de Trevifontein, maar wilden deze nu niet voor de derde keer zien en liepen er parallel langs. Daar hebben we in een klein straatje even wat gedronken en toen kwamen we dan steeds dichter bij het Pantheon.

Maar eerst kwamen we onverwacht langs een archeologische opgraving, midden in het geroezemoes van het moderne Rome. Er zouden tijdens het Romeinse keizerrijk vier tempels hebben gestaan.

archeologische opgraving

 

Het Pantheon

PantheonHet Pantheon bleek het architectonische hoogtepunt van de vakantie tot dusver. Het was een van die architectonische scheppingen die je echt raken. Zoals de Mesquita in Cordoba, de Dom van Siena en de Frauenkirche in Dresden. Dat gold met name het interieur.

Pantheon

links het vooraangezicht van het Pantheon

PantheonHet bijzondere van het Pantheon hier vond ik dat de mens iets meer dan tweeduizend jaar geleden al in staat was om zoiets imposants en schoons tegelijk te bouwen. Het was een ideaal object om met video van top tot teen te verkennen.  Dat wil zeggen van de vloer, die in schoonheid die van de dom van Siena evenaarde, tot aan de koepel. En alles daar tussen. 

Genoeg reden dus om hier een videofilmpje te schieten.

Pantheon

 https://youtu.be/83PgOn3k7r4


Vanaf het Pantheon was het vervolgens maar een klein stukje lopen naar de Piazza Navona. Het aardige van dit plein waren de vele kunstenaars die hun waar hier uitgestald hadden. Het plein herbergde drie imposante waterpartijen. De middelste was van Bernini, de man die vrijwel de helft van Rome’s  barokke kunstwerken op zijn naam heeft staan. Zijn Fontana di Quattro Fiumi  (de fontein van  de vier stromen)  stellen de vier rivieren  Donau, Nijl, Ganges en de Rio de la Plata voor. Die waren in Bernini’s tijd dus blijkbaar al bekend.

Piazza Navona

Piazza Navona


Piazza Navona

Piazza Navona

Er zijn in dit deel van de stad ongelofelijk veel gebouwen, die je van binnen wel even zou willen bekijken.

Zo liepen we min of meer bij toeval op de Piazza Navona tegen de kerk  van San Luigi dei Francesi aan. De kerk ontleent haar naam aan Lodewijk de Heilige , ofwel Koning Louis IX van Frankrijk, die regeerde van 1226 tot 1270.  Het interieur was van een haast schokkende schoonheid. Ook hier zette muziek  het interieur extra luister bij. Ik heb er vele meters video geschoten. Het bekendste schilderij wat hier te zien is dat van Caravaggio's ”Mattheus en de engel.”

Deze kerk is een overblijfsel van de sterke invloed die de Fransen lange tijd op de Vaticaanse staat hebben gehad en die de paus hebben beschermd tegen diens wereldlijke vijanden.

Campo di Fiori

Het laatste doel van deze tweede dag was de Campo di Fiori. Ook dit zou een mustsee zijn, maar ook dit viel enigszins tegen, omdat het hier niet om een fleurige bloemenmarkt ging, maar grotendeels om een gewone markt, waardoor de fraaiheid van het plein te veel aan het oog onttrokken werd.  

Hier hebben we gegeten in restaurant Maragana, dat door iemand op internet was aanbevolen. Het was inderdaad goed. Het beste was nog wel dat je er lekker half in de schaduw kon zitten. Het glas wijn dat wij daar bestelden koste € 6. Dat vonden we toch wel flink aan de prijs, ook al was het glas meer dan halfvol. Het zette ons aan tot een onderlinge discussie, die de laatste tijd ook in  ons vaderland woedt en die gaat over de bijdragen die de burgers van noordelijke eurolanden moeten leveren om de zuidelijke er weer bovenop te helpen.

Campo di Fiori

Aan dat tafeltje aan het Campo di Fiori  leidde dat tot de zienswijze, dat het toch eigenlijk  absurd was dat wij ons in dat kille klimaat van ons zowat moeten dood werken om warm te blijven-  onze huidige ministerpresident heeft het niet voor niets altijd over “hardwerkende Nederlanders” - en dat we dan van ons zuur verdiende geld een niet gering deel moeten afstaan om de zuiderlingen hier bij te staan, terwijl die zuiderlingen hier de zon zowat het hele jaar op hun bolletje hebben schijnen en veel eerder en intenser van de voorjaarspracht hier kunnen genieten. Maar als wij daar als toeristen dan ook een paar dagen van willen genieten worden we afgezet met dit soort prijzen.  Zou het daarom niet redelijk zijn dat al die hardwerkende Nederlanders van de Europese Bank vouchers zouden krijgen, die ze hier op de terrassen  kunnen inwisselen voor bijvoorbeeld een glas wijn? Als hele kleine compensatie voor wat wij ons allemaal voor de zuidelijke Eurolanden moeten getroosten. In plaats van  twee keer te worden uitgeknepen. Ik ga daar straks thuis toch eens een balletje over opgooien.( Overigens is het met Italië nog niet zo ver als met Griekenland)  Een paar dagen later, bij de entree van het Colosseum , bleek  mijn suggestie  tot mijn verrassing echter al verhoord. Zie Colosseum.

Paleis van Justitie

Na deze politieke stellingname op de Campo Fiori liepen we weer terug naar het Piazza Navona en vervolgens naar de Tevere , waar we aanliepen tegen het prachtige paleis van justitie, het Palazza di Giustizia. 

Tiber bij Engelenbrug

Daarna liepen we langs de zuidelijke oever naar de mooiste brug over de Tavere , de Ponte S. Angelo. In het Nederlands dus de Engelenbrug. Vooral op deze zonnige namiddag, waarbij het licht nog gemakkelijk door het pril ontluikende groen van de bomen drong, kon je prachtige foto’s maken van de Engelenbrug en haar omgeving.

Tiber met Engelenburcht

Engelenbrug

Op de Engelenbrug was het weer een drukte van  belang. Dit keer heb ik de “tilfakirs”, zoals ik ze maar zal noemen, maar eens gefotografeerd. Om me er van te vergewissen dat het geen gezichtsbedrog is wat ze vertonen. De ene fakir zit op een paal of een afvoerbuis, die door de ander met gestrekte arm omhoog wordt gehouden. Nu is het weliswaar een schriel kereltje dat op die buis zit, maar dan nog. Onbeweeglijk  zit zo’n stel daar dan. Alsof de wetten van de verzuring hier niet gelden.

Engelenbrug

Hun vertoning spreekt me in ieder geval meer aan dan dat van die bedelaars of bedelaressen, die plat met hun hoofd op het troittor liggen, met een leeg bakje voor hun hoofd.  Het is blijkbaar de bedoeling om daar een muntje in te deponeren. Maar er lag niks in leek mij. Tja, wat wil je ook. In de eerste plaats is het geen vertoning om daar zo’n zwarte hoop vodden met een mens er onder op het plaveisel te zien. Maar omdat je hun gezicht niet ziet weet je ook niet of er misschien niet een kind onder ligt, dat tot bedelen gedwongen wordt .
Nee, dan sprak mij die Marokkaanse bedelaar in Essaouira een paar jaar geleden meer aan, die ons met een stralende lach tegemoet liep, alsof wij na lange tijd weer een geliefd familielid  konden begroeten. Omdat hij je vrolijk maakte ben je geneigd om zo iemand wel wat te geven.

Engelenburcht

De Engelenburcht was het laatste bolwerk om het Vaticaan met wapens en niet met kruisbeelden en bezweringen te beschermen tegen de wereldlijke vijanden van  de Paus, maar ook tegen de adel en burgerij van de stad.  Er was immers veel aan kunstschatten in  het Vaticaan te halen. Meer hierover zie  http://nl.wikipedia.org/wiki/Engelenburcht.
We hebben de tegenwoordig als museum ingerichte Engelenburcht niet bezocht. We hadden al gereserveerd voor het Vaticaans Museum.

Tiber met Engelenbrug

De Tiber met de Engelenbrug vanaf de kant van de St Pieter

Tiber met Engelenbrug

De Engelenbrug vanuit een andere positie

Piazza San Pietro

Als afsluiting van deze dag wilden we nog graag een kijkje nemen op het Sint Pieterplein. Dat werd de deceptie van de dag. Van de televisie ken  je het plein van het Urbi et Orbi van de paus op eerste paasdag of van andere gelegenheden. Maar door de televisiecamera’s krijg je een vertekend beeld van de werkelijkheid. Het plein was of leek veel kleiner dan in onze voorstelling . En het aangezicht van het paleis was ernstig aangetast doordat de hele rechter colonnade in de steigers stond en met reusachtige witte schermen aan het oog was onttrokken. Daarbij kwam dat de helft van het plein werd ingenomen door ik schat zo'n  tienduizend stoelen, die er voor de komende openbare mis waren neergezet. De Katholieke geloofsgemeenschap in Europa heeft te maken met doorzettende vergrijzing en dat maakt dat stoelen nodig zijn.  Doordat de zon intussen ook achter de hoge façade van het gebouw was verdwenen oogde het geheel bovendien grauw.   

Voorzijde Sint Pieter

Sit Pieter met de Zwitsers

Maja wilde daarop de Nederlandse Friezenkerk nog opzoeken, die daar in de directe nabijheid staat, maar als je het dan niet precies weet wordt het toch moeilijk zoeken. Bovendien hadden we deze tweede dag ons al bijna de blaren aan de voeten gelopen en het was nog een halfuurtje naar ons hotel.
Daarom  zetten we het laatste traject naar huis in. Het was een bijzonder levendige straat waar we over liepen, de Via Ottaviani,  en zo te zien behorend tot de betere buurten van Rome. Ik had er bijna nog een jasje gekocht, dat zwaar was afgeprijsd. Maar het bleek een winterjasje.


De derde dag , de Via Appia Antica

Na die busrit op de tweede dag hebben we de volgende dag weer onze toevlucht tot  de metro genomen, toen we de Via Appia Antica wilden bewandelen. De metro ging tot  het station Massimo. Vandaar ging bus 218 naar de Via Appia Antica. We waren nog niet bij de halte gearriveerd of hij kwam er al aan. Meegenomen was dat het metrokaartje nog geldig voor deze bus was.
We reden hier duidelijk langs de buitenplaatsen van de stad. De bus reed door een heuvelig en weelderig begroeid gebied. Op zeker moment was hij al bij de Via Appia en reed er zelfs al op. Dat was eigenlijk niet onze bedoeling, maar het was achteraf maar goed dat hij er in reed.

We hadden geen flauwe notie waar we er uit moesten, want deze bus had geen routeaanduiding, zoals dat bij ons in Nederland sinds enkele jaren zo perfect geregeld is. Daarom vroegen we aan medepassagiers en bleven met de massa in de bus zitten.

Anders dan in het gidsje stond was de Via Appia Antica op zondag helemaal niet autovrij. En aangezien je er tussen twee hoge muren liep zag je niks van de omgeving. We hadden geen idee waar we er uit moesten. Voorlopig bleef iedereen in de bus zitten. Toen vrijwel iedereen er bij de Catacomben van Callista uitging deden wij ook maar. Daarmee waren we met die bus al tot ongeveer halverwege over die beroemde Via Appia Antica gedenderd.


Via Appia Antica catacomben CallistaDe Catacomben van Calliste bleken zo'n beetje het hoogtepunt langs deze weg te zijn. Ik vond de toegangsprijs van  €12 best wel pittig, maar Maja zette door en eerlijk is eerlijk, het was ook wel bijzonder wat wij te zien kregen. Alles onder begeleiding , want alleen zou je er hopeloos verdwalen. We moesten daarvoor wel eerst staande een kwartier lang een inleiding aanhoren van een heel serieuze dame die weer net iets te snel sprak, wat ze onderweg ook bleef doen. Maar wel vingen we op dat hier in de begintijd van het Christendom een hele gemeenschap getoefd heeft. Het moet verschrikkelijk veel werk geweest zijn om al die gangen uit te graven en nissen te hakken. De nissen waren in vijf lagen boven elkaar aangebracht. Zo kon je er heel wat doden kwijt. Ook de eerste pausen zijn hier begraven .

Natuurlijk zijn in de perioden daarna vele kostbaarheden geroofd. Ergens in de vroege middeleeuwen heeft men de relieken , voor zover nog aanwezig, overgebracht  naar het Vaticaan.

In een van de ruimten heeft ook een gruwelijke moordpartij plaatsgevonden. Want in die tijd was het voor christenen nog allerminst veilig, zelfs op deze plek niet. Hierbij werd ook een zekere Cecilia met haar familie omgebracht. Ze was nog maar vijftien jaar toen het gebeurde en alvorens ze onthoofd werd werden eerst drie van haar vingers afgehakt.  Dat werd in die tijd meer gedaan, omdat christenen in die tijd als symbool van zegening namelijk hun duim en eerste twee vingers gebruikten. Die twee vingers stonden voor de twee kenmerken van Christus, namelijk dat hij zowel goddelijk als menselijk was.

Villa di Massenzio

Het was een paar honderd meter lopen naar de volgende bezienswaardigheid langs de Via Appia Antica.

Dit was het buitenverblijf van keizer Maxentius (306-312 AD), waarvan de contouren van het circus nog goed zichtbaar waren.

langs de Via Appia Antica

Daarna kwamen wij bij een prettige uitspanning, waar het even goed toeven was bij een koel glas drinken. Het behoorde bij een tuincentrum.

langs de Via Appia Antica

Vanuit deze lusthof hadden we een fraai gezicht op de hierna te bezoeken bezienswaardigheid.

Dit was de Tombe di Cecilia Metella, een rijke Romeinse generaalsdochter.

Tomba di Cecelia Metella

Tombe di Cecilia Metella

Via Appia Antica

Na de Tombe di Celia kwamen we eindelijk op het deel van de Via Appia waar geen gemotoriseerd verkeer toegestaan was. Hier was ook het gedeelte van een paar honder meter waar het oorspronkelijke plaveisel nog zou liggen. Dat bestond uit grote afgeplatte keien, waarbij de tussenruimten opgevuld was met zand en leem. Of de hele Via Appia, die tot Brindisi liep, een havenstad in de hak van de Italiaanse laars en een afstand van 574 km, nog bestaat weet ik niet. Maar de aanleg moet een heidense klus geweest zijn, want de door de Romeinen hiervoor gebruikte slaven zullen nog wel heidenen geweest zijn.

De weg zag er nog heel authenthiek uit. Het enige verschil met de staat van 2000 jaar geleden was dat we tussen de keien een platgetrapt colablikje zagen liggen dat daar niet door de Romeinse heirscharen heirscharen kon zijn achtergelaten.

Via Ardeatina

Omdat de weg terug over de Via Appia door het vele verkeer geen genoegen was namen we een parallelweg, de Via Ardeatina. Dat liep veel prettiger en je zag ook veel meer, omdat de Via Appia door hoge muren is afgeschermd van de achterliggende gebieden, zoals we in de bus al geconstateerd hadden.


Via Ardeatina

Zo zagen we dat Romeinse families de met olijfbomen begroeide weitjes als picknickplaats voor de zondagmiddag gebruikten.

beeld misdienaar

Onderweg werden wij getroffen door een beeld dat een van de eerste misdienaren uit de tijd van de Christenen  voorstelde en die als zovele van zijn geloofsgenoten de marteldood zou zijn gestorven.

Even daarna stuitten we op een ander beeld van de heilig verklaarde Italiaanse priester don Bosco met zijn  misdienaar. Waarschijnlijk de zelfde heilige als degene van wie wij het huis op onze vakantie aan de vallei van Ronda in Andalusië hebben bezichtigd.

Via Ardeatina

Via ArdeatinaOp dat moment waren wij al op zoek naar de Quo Vadis kerk. Die stond echter niet duidelijk aangegeven. We hebben zelfs een paar keer moeten vragen. Wel kwamen wij bij een kerkje dat wij er eerst voor aanzagen.

Quo Vadis kerkMaar eindelijk bereikten wij dan toch dat belangrijke aandenken aan Christus. Het stond op de splitsing van de Via Appia en de Via Ardeatina. Het was een kerk en die heette "Quo vadis". Op die plaats zou Petrus , op de vlucht voor de beulsknechten van Nero,  Christus zijn tegen gekomen en hem verbaasd gevraagd hebben  "Quo vadis?"  Wat betekent “Waarheen gaat gij?” Waarop Christus geantwoord zou hebben: "Naar Rome, om voor de tweede keer gekruisigd te worden". Je probeert je die ontmoeting voor te stellen. Maar het is niet meer dan een legende. Zoals er hier natuurlijk zoveel legenden bestaan. Maar indruk maakt het wel.

In het kerkje was een dienst gaande, het was zondag. Het leek ons dus niet gepast om daar meer te doen dan even binnen te staan kijken en achteraan te zitten. Ik kan me goed voorstellen dat het de lokale gelovigen als toeristen uitgedoste bezoekers niet zeer op prijs stellen.

Via di Porto S.SebastianoBij de bushalte voor de terugweg was het enorm druk. Bovendien was het onduidelijk wanneer er een bus zou komen. Toen een paar groepen wachtenden hadden afgehaakt en gingen lopen hebben wij dat ook maar gedaan. Het leek ongeveer een half uur lopen naar het metrostation vanwaar de bus gegaan was, maar om hier nu te gaan wachten op een bus die misschien helemaal niet kwam. Zo kwamen wij na de Via Appia in de straat die in het verlengde daarvan naar het centrum liep, de Via de San Bastiano.

 

Via di Porto S.SebastianoEn eerlijk gezegd, deze straat was een verademing vergeleken met die benauwde Via Appia. Hier liep bijna helemaal niemand en al helemaal geen auto. Onwaarschijnlijk rustig voor Rome.

Het was een zeer rustieke weg, omgeven door prachtige bomen en daarachter gelegen villa's. 

Terme di CaracallaAan het einde van deze schitterende straat kwamen we weer in de drukte op de Plaza le Numa Pompilio. Links van ons zagen we de imposante ruines van de Terme di Caracalla.  

Die avond,  de zondag dus, wilden we weer naar ons al vertrouwde restaurant naast het hotel. Nu zou ik mijn iPad meenemen om de gerechten te kunnen noteren, zodat we thuis zouden kunnen vertellen wat we gegeten hadden. Bleek het ding gesloten en moesten we onze toevlucht nemen tot een naburig etablissement.  Dat was echter ook goed beklant en dus hoopgevend. Het eerste gerecht was een antipasti bruscetta con pommodori. Dat is een rijkelijk met stukjes tomaat  bedekte toast, besprenkeld met olijfolie. Om de smaak van de tomaat te versterken  was een blaadje basilicum toegevoegd. Makkelijk zelf te maken dus.

De vierde dag, het Vaticaans Museum en de Sint Pieter
Gelukkig had ik de entreekaarten voor het Vaticaans Museum op internet gereserveerd. Dat gaat gemakkelijk als je naar  http://www.vatican.va gaat. Voor twee personen ben je dan € 40 kwijt,  € 8 meer dan de gewone entree. Je kunt je voucher dan uitprinten zonder dat je nog hoeft te betalen. Met deze voucher kun  je rechtstreeks naar het ticketoffice lopen, zonder dat je je eerst in de lange rij van wachtenden moet scharen. Bij de ticketoffice betaal je.
Prima geregeld. Ik snap niet dat niet iedereen dat doet. Je gaat toch niet om € 4 te besparen twee tot drie uur in de rij staan?  Je bent dan al gebroken voor je nog maar iets gezien hebt.

Ook vandaag stond er een rij van het Vaticaan tot zowat Tokio. Het hele trottoir stond over de gehele breedte en over een lengte van ik schat 400 meter mudvol en die massa schoof als een gletscher vooruit, dus heel langzaam. Toen we er eindelijk voorbij waren, heb ik nog een keer meewarig achterom gekeken en me afgevraagd waarom slechts zo weinig mensen deden wat wij gedaan hadden.  Zijn de meesten nog niet voldoende vertrouwd met internet?  Of kunnen ze niet rekenen? Als je zes of achthonderd  Euro voor een weekje Rome kwijt bent, dan ga je toch niet een substantieel deel van je beschikbare tijd verkloten om € 4 uit te sparen?  

Overigens bleek de rij niet beperkt tot het buitengebeuren. Maar in de Pinacoteca viel het wel mee. Hier zie je chronologisch alle religieus geïnspireerde kunst uit de tijd van  het Christendom. Dus ook moderne kunst. Je hoeft niet gelovig te zijn om het mooi te vinden. Het waren ook de prachtige zalen om doorheen te dwalen die het deden. Er waren hele grote zalen met bijbehorende grote werken. Ik had er een audioguide bijgenomen. De Pinacoteca is dus zeker niet te versmaden.

Het grote publiek komt echter in de eerste plaats voor de “Capela Sistina”, de Sixtijnse Kapel.
De zelfde mensen die buiten voor de rij hadden gekozen schuifelden nu voor je, achter en naast je op de route naar de Capela Sistina. Het was geen overbodige liefde om elkaar hier vast te houden, zo druk was het hier. Het bleek nog een lange en langdurige weg te zijn naar de moeder van alle kapellen.
Verscheidene keren dacht je er vlak bij te zijn. Maar dan bleek het nog weer een gang en een kromming of een trap verder. Soms zag je zelfs bordjes met Capela Sistina die naar verschillende kanten wezen, maar  je kwam er maar steeds niet. Het leek een beetje op de rijstebrijberg die je met zijn allen door moest om in luilekkerland te komen. Eerst zwoegen , dan pas genieten. Nou viel het met dat zwoegen wel mee, wat onderweg zag je toch ook heel wat schoons. Maar dat schroefde de verwachtingen  over wat je uiteindelijk te zien kreeg nog meer weer op. Ten slotte zagen we in de verte een vertrek waar van alles aan het plafond te zien was. Aha, dacht je , eindelijk, de Sixtijnse Kapel.  In vervoering keek je omhoog alsof je de hemel in kon kijken, koortsachtig op zoek naar dat ene fresco, waar Michel Angelo zijn onsterfelijke roem mee vergaard heeft: De schepping van Adam . Maar hoe je ook keek en je halswervel in alle richtingen verdraaide, dat meesterstuk zag je er niet tussen. Bleek dat we nog steeds niet in de kapel der kapellen waren, maar in een lange gang, waarvan het plafond ook met fresco’s opgesmukt was.  

Intussen had ik al heel wat video verschoten. Maar omdat ik niet wist wat mij nog te wachten stond en ook niet wist hoe lang accu en card het uit zouden houden, was ik toch aardig spaarzaam met mijn videocamera geweest. En had ik misschien wel in een iets te hoog tempo in de vier beroemde Stanza’s de fresco’s van Rafaël gefilmd. Ik had opzettelijk mijn fotocamera in het hotel gelaten. Van zulke grote stukken kun je geen behoorlijke foto maken en zeker niet in een zaal met zo veel mensen.  Wel kun je met een video een goede impressie van de hele zaal geven. De foto’s van het Vaticaans Museum zijn dus overgenomen van Wikipedia
Zie  Raffael Stanza della Segnatura.jpg

Op de eerste verdieping van het museum bevinden zich de vier Stanze di Raffaello, de kamers van Rafael, die in werkelijkheid Rafael Santi heette. De hier aangebrachte fresco’s schilderde hij in opdracht van Paus Julius II.

De eerste is de Stanza Della Segnatura , de oorspronkelijke rechtszaal. De zaal was bedoeld als de bibliotheek van paus Julius II. In deze kamer zien we de volgende voorstellingen:
1 Het dispuut over het Heilige Sacrament


Raffael Stanza2 De School van Athene
Op de school van Athene kun je de voornaamste wijsgeren van die tijd bij elkaar zien. Persoonlijk vond ik dit fresco het mooist en meest tot de verbeelding sprekend. Het is fantastisch hoe vooral schilders de geschiedenis tot leven kunnen brengen. Links bovenaan staat Socrates, die zijn publiek met zijn woorden betovert. Zijn woeste uiterlijk lijkt op een satyr of Silenus. In het midden zie je Plato en Aristoteles met elkaar converseren. Rechts staat Euclides afgebeeld, bukkend om de voorwaarden van een principe te tekenen met kompassen

Zie ook video-opname.
3 de Parnassos
4 De kardinale deugden.
Als zodanig gelden wijsheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid.
Alleen de eerste drie zijn op het fresco uitgebeeld.

Een andere Stanze is die van Heliodorus.
De derde Stanze is de Stanza dell incendo di Borgio, de Borgobrand.
Ten slotte is er de Sala di Constantino

Maar de culminatie van adoratie zou toch de Sixtijnse kapel zijn. En nadat we van de grote stroom waren afgebogen voor de Stanze di Raffaelo voegden we ons weer in de maalstroom die naar de Capela Sistina leidde. We moesten er nu toch wel heel dicht bij zijn. De spanning steeg. En ja, eindelijk kon het doel van de bijna bedevaart betreden worden en konden we het wonder van de grootste beeldhouwer en schilder uit de Renaissance op ons laten inwerken. Op zijn  rug liggend volgens het ene verhaal of boven zijn  hoofd schilderend  met een kaarslantaarntje aan zijn hoed volgens onze Marco Pologids, had hij gedurende vier jaren, van 1508 tot 1512, de 340 fresco’s aan het plafond geschilderd. Over een lengte van 41 meter. Met als absoluut stralend hoogtepunt de schepping van Adam.

Die afbeelding heb je in  je leven al duizendmalig zien terugkomen. Iedereen gebruikt het. Tot in managementcursussen aan toe.
Alleen, als je dan in die Sixtijnse Kapel staat is het nog vrij moeilijk hem te lokaliseren tussen al die 339 andere fresco’s. Je halswervels zijn er ook niet op berekend om langdurig je hoofd omhoog gericht te houden en dan moet je ook nog soms achterstevoren kijken. Als je er nou nog een foto van kon maken, dan kon  je die thuis bewerken en er dan naar kijken. Maar je mocht in de Sixtijnse Kapel fotograferen noch filmen. Ik heb nog gevraagd waarom je niet mocht filmen. Daar kreeg ik geen antwoord op. En omdat niemand het deed heb ik het er maar bij gelaten. De ruimte had trouwens best wat bijgelicht mogen worden. Het was er een beetje donker, waardoor het geheel wat minder sprankelend overkwam dan we ons voorgesteld hadden. Af en toe werd er om silentium, ruhe, etc. etc. geroepen. Volgens mij werd dat om de vijf minuten automatisch herhaald. Anders zou het geroezemoes te luidruchtig worden.
We hebben na een poosje staan nog een kwartiertje aan de rand kunnen zitten en hebben toen de kapel aan de andere kant verlaten.

Daarna hebben we nog het etnografisch museum  bekeken, dat een erg interessant onderdeel van dit gigamuseumcomplex met zijn 1400 vertrekken bleek.

Als tweede hoogtepunt van deze dag stond de Sint Pieter op ons programma. Dit is de grootste thans bestaande Katholieke kerk. Hij is tweeënhalf keer zo groot als de Dom van Keulen. Het is in een woord overweldigend. Gelukkig mocht ik hier vrij filmen, behalve dan op die plaatsen waar gebeden werd. Ik heb daar wel begrip voor, want die kerken zijn er uiteindelijk  voor de gelovigen en het gaat niet aan dat je als Jan Toerist overal maar met je neus vooraan gaat staan. Zo heb ik in de kathedraal van Cadiz de zegen van de bisschop daar mogen ontvangen, terwijl ik niet katholiek was. Dan voel je je toch lichtelijk opgelaten.


Maar hier waren genoeg plaatsen waar je mocht vergapen aan de voortbrengselen van religieuze inspiratie van de beste kunstenaars van hun tijd. Want  de Kerk was eeuwenlang natuurlijk de meest kapitaalkrachtige opdrachtgever. Een beeld van onvergankelijke schoonheid  was de Pietà van Michelangelo. Aangrijpend hoe deze kunstenaar de moeder met haar dode zoon heeft weten vorm te geven. Je hebt dan even geen woorden meer.

Indruk maakte ook de stoel van Petrus. Petrus, de eerste discipel en later apostel en eerste paus van Rome, ligt in deze kerk begraven. Je kon er nu echter niet naar toe. Overigens is het nooit wetenschappelijk vastgesteld dat het hier om het graf van Petrus zou gaan.
Een andere blikvanger in deze enorme basiliek is het grote zwarte baldakijn, waaronder  zich het pauselijk altaar bevindt waar alleen de paus de mis mag opdragen en dat recht boven het graf van Petrus gelegen is.

De Basiliek van de Sint Pieter was de waardige afsluiting van deze dag. We hebben nog wel even de Friezenkerk opgezocht, maar deze was op dat tijdstip niet meer toegankelijk.


De vijfde dag, Het Colosseum en Forum Romano

scooters bij LepantoVandaag ook maar weer met de metro. Onderweg naar station Lepanto schoot ik nog even een plaatje van een zeer Romeins straatbeeld. Dat wil zeggen van die megavoorraad aan gestalde scooters. Ze hebben er zelfs aparte parkeerplaatsjes voor ingeruimd daar. Wat maakt dat zoveel Italianen op een scooter rijden. Houdt het verband met hun voorliefde voor pasta's. Want er zijn meer Europese steden met nijpende parkeerproblemen, maar daar zie je toch veel minder scooters.

ColosseumBij het Colosseum aangekomen was de entree € 12 p.p. Een jongen sprak ons in het Engels aan en bood een tour aan voor  € 30 p.p. inclusief de entree. Toen wij zeiden dat wij 65 plussers waren, zei hij dat de entree dan gratis was en wij voor € 18 met hem mee konden.

Maar wij hebben helemaal niet veel zin in zo' n tour. Je verstaat toch de helft niet en wij willen toch geregeld graag even ergens kunnen neerstrijken. Wat hij ook zei was dat je de " lijn kon skippen" als je €5 betaalde. Dus net als bij het Vaticaans Museum. Daarvoor liepen we zowat als enigen opnieuw langs het menselijk lint. Eerst werden we teruggestuurd, we moesten voor een gratis kaartje wel achteraan sluiten zei iemand. Maar waarom eigenlijk vroegen wij ons af. Even later liepen we tegen een geschiktere beambte aan en zij voerde ons als een soort uitverkorenen naar de kassa en trok zelf de beide kaartjes voor ons. Daarmee konden we door de controle.


ColosseumNou dat gaat toch al verdacht veel lijken op een voucher voor de rijkere ouderen belastingbetalende Noord-Europeanen, waar we het op dat terras aan de Campo di Fiori over gehad hadden.  Zonder een minuut wachten stonden we hier in het Colosseum.

ColosseumHet Colosseum was zeker imponerend. Zowel vanwege het bouwwerk als vanwege wat zich daar heeft afgespeeld. Het is gebouwd door keizer Vespanianus, die vond dat na het wrede bewind van Nero de mensen recht hadden op brood en spelen:  Panem et circenses.  Daar komt die uitdrukking vandaan. Als ze toen de voetbal hadden uitgevonden zou het echter wel het een voetbalstadion zijn geworden , denk ik .

Maar toen bestond het schouwspel vooral uit shows met zowel wilde als tamme dieren en natuurlijk uit de wrede gladiatorgevechten. Het was allemaal veel bloediger als ons tegenwoordige voetbal. Vooral als de gladiatoren tegen elkaar moesten strijden. Alvorens in het strijdperk te treden moesten zij de keizer en zijn gevolg eerst een groet brengen en daar komt dat andere gezegde van " Zij die gaan sterven groeten u".

ColosseumLangs de wanden van de galerijen waren veel afbeeldingen en toelichtingen te zien. Daaruit bleek dat het allerminst zeker was dat de eerste Christenen hier tegen de leeuwen hebben moeten vechten. Alleen de bisschop van Antiochië, die zich volgens Nero aan verraad  zou hebben schuldig gemaakt, zou hier door dieren ter dood zijn gebracht . Overigens waren veel van de hier optredende dieren gedomesticeerd. Ook kwamen niet alle gladiatoren hier aan hun einde. Velen hebben ook als bodyguard voor hun Romeinse heren gefungeerd.

Het Colosseum is wel een staaltje van bouwkunst geweest. Het bood plaats aan 50000 toeschouwers . De toegang was gratis, maar de plebejers, het plebs dus, moesten wel bovenaan zitten en dat gold ook voor de vrouwen. Zo hoog gezeten kon je maar weinig waarnemen van hetgeen zich beneden in de ellipsvormige arena afspeelde en verrekijkers had je toen nog niet.

De geschiedenis van dit oord overdenkend vroeg ik me af wat erger was. Wat de Nazi’s in de oorlog met de Joden en anderen gedaan hebben  of wat hier gebeurd is. De Nazi’s brachten in het verborgene mensen om die zij als vijanden beschouwden. In dit Colosseum hebben volgens historici tussen de driehonderd-en vijfhonderdduizend mensen hun dood onder ogen moeten zien. Als publiek vermaak. Eigenlijk zou hier een gepast zwijgen moeten  gelden, net zoals in de concentratiekampen die als Mahnmal nog bezocht kunnen worden. Maar in plaats daarvan dolt hier een menigte rond , waarvan je je kunt afvragen of een flink deel niet stiekem wel eens zo’n gladiatorgevecht zou willen meemaken. Zo denkende ga je toch een stuk positiever over voetballen denken. Jammer dat ze tweeduizend jaar geleden nog niet op het idee waren gekomen een bal te maken. De  Egyptenaren kenden weliswaar al de bal, maar die was veel te licht om mee te voetballen.

Ark van Constantijn

Nadat we het Colosseum gezien hadden liepen we langs de Arc van keizer Constantijn naar het Forum Romano's en het daarnaast gelegen Palatino eigenlijk alleen nog maar tegenvallen.

Forum Romanum

Ergens  lazen we dat het Forum Romana in de loop van de vier eeuwen voor Christus  tot stand is gekomen. Dat betekent dat het zonder een vooropgezet plan is opgericht en dus toen waarschijnlijk al een rommelige indruk moet hebben gemaakt. Van alles was nog een beetje over en dat maakte dat je veel fantasie moet hebben om je voor te kunnen stellen hoe het er uit gezien heeft.

Wat dat betreft had de Acropolis bij Athene indertijd meer indruk gemaakt. Overigens, als je je echt wilt kunnen voorstellen hoe een stad er in de Oudheid heeft uitgezien , kun je beter naar West-Turkije gaan. Daar heb je Efeze en Hiërapolis.  

Via SacraVoor het Forum Romanum hebben we over de Via Sacra gewandeld. Daar was het wat rustiger en voelde je iets als van een verre echo uit het verleden op je af komen. Op zo'n kermis als de Forum Romanum overkomt je dat niet. Iedereen wil daar kiekjes van elkaar maken.

Via Sacra

Via de Via Sacrale kon je overigens niet in het Forum Romanum en het naast gelegen Palatino komen. Dus liepen we weer terug en hadden zo nog eens de aanblik van het Colosseum vanaf het Forum.

Colosseum

PalatinoNa de ingang van  het Forum Romanum bezochten we eerst het Palatino. Wat het voor mij de moeite waard maakte was de mooie combinatie van bloeiende struiken en oude overblijfselen van al lang vergane glorie.

Het Palatino is de naast het Forum Romanum gelegen heuvel waar verscheidene keizers geresideerd hebben waaronder keizer Augustus.

Ten slotte hebben we op de dag nog aan San Clemente, de vierde paus, gewijde kerk, vlak bij het Colosseum , bezocht. Deze was vooral zo bijzonder, omdat er feitelijk drie kerken boven elkaar gelegen waren. Helemaal onderin was een kerk uit de derde eeuw , waar ook een ruimte was gewijd aan Mithras. Bij het Colosseum hadden we al kunnen lezen dat in de eerste eeuwen van onze jaartelling de behoefte aan een enkele god toenam. Mithras was de zonnegod en in die tijd dus een concurrent van het Christendom.


Die avond was onze laatste en dit keer wilden eens precies weten hoe het heette dat we gingen eten en daarom had ik mijn iPad meegenomen . Als antipasti hadden we  " Ortaggio in croste con cream” met nog iets, waaronder  sesamolie e ridizione di vincotto.
Voor daarna bestelde Maja " Sformato di baccala, cicerchie di " Faeto" e proficiat di limonade del Gargano". Zelf nam ik zeebaars  en als wijn namen we opnieuw een fles van die verrukkelijke, witte wijn die lichte rose:  ”Bianco del Uca blanc de Noir”, die we hier al eerder gedronken hadden en die zich het beste liet serveren bij 8 graden.

De mij geserveerde zeebaars was voortreffelijk . Dit restaurant doet ons denken aan dat Michelinrestaurant in het Drentse Zuidwolde dat we vorig jaar ter gelegenheid van onze tienjarige relatie bezocht hebben. Ook hier was elk gerecht een verrassing op zich. Zoals die zeebaars dus. Wat ons niet vaak gebeurde was dat we dit keer aan één fles wijn net niet genoeg hadden en nog een los glas bijbestelden.
Tijdens het eten noemden wij elk onze vijf hoogtepunten van ons verblijf in Rome. Een daarvan is dus dit restaurant. Verder hadden we gemeenschappelijk de Sint Pieter, het Colosseum en het Pantheon. Maja had verder de Catacomben van San Calliste nog op haar lijstje en ik de weelderige parken.

 De volgende ochtend lieten we ons op kwart voor acht met een taxi halen voor de rit naar het vliegveld. We durfden het niet aan om het op de zelfde manier als bij de aankomst te doen. Dit keer was het € 52, maar dan wist je tenminste zeker dat je op tijd op het vliegveld zou aankomen. We vergewisten ons nog even of we inderdaad naar Fiucimino gingen en niet naar die andere Romeinse luchthaven.  Want wij begeerden geen herhaling van onze ervaring van vorig jaar in San Francisco.

Zodoende kwamen wij eigenlijk veel te vroeg op Fiucimino aan, want ook hier hadden ze digitale incheckbalies.We konden dus nog ruim een uur wachten tot onze boardingtime aanbrak. Deze luchthaven was beduidend minder druk dan Schiphol. Daardoor was de sfeer wat relaxter. Maar “alle voordeel hep z’n nadeel”. Want nu konden we de conversatie van een naburig tafeltje woordelijk volgen. Gelukkig was het Italiaans. Het kwam uit de mond van een vrouw die ogenschijnlijk sprak tegen een man bij haar aan tafel. Of het haar man was weet ik niet. Het zal wel, want hij zei niets terug. Blijkbaar zo’n suf geluld type. Die vrouw ging maar door. Ik stootte Maja eens aan om haar op het gebeuren te attenderen. Het gekakel was overigens doordringend genoeg. Maar veel vrouwen luisteren nu eenmaal niet naar elkaar. Het was Maja nog niet opgevallen. De man deed net of zij het niet tegen hem had. Misschien was dat ook wel niet zo. Maar wat deed het er ook toe. Ik bedacht dat als ik die man geweest zou zijn ik zou zorgen altijd een stevige mondpleister bij me te hebben om die in gevallen van hoge nood te kunnen gebruiken. Het deed ons denken aan die ervaring in dat hotel in Sevilla, waar we wilden ontbijten en toen weggevlucht waren. Daar hadden toen tien vrouwen in een veel te kleine ruimte bij elkaar gezeten en een wedstrijd gedaan in wie het hoogste woord kon voeren. Normaal gaan wij zo ver mogelijk van de televisie vandaan zitten, maar toen waren we we er juist heen gevlucht, omdat die aan het andere einde van de zaal hing.
Na verloop van tijd gingen de twee boarden en even later wij ook.

Evaluatie
Dat was dus Rome. We hebben het er nog over gehad. Was Rome nu de mooiste of interessantste stad die we tot nu toe gezien hebben? Het antwoord hangt natuurlijk  af van waar je de nadruk op wilt leggen.
Architectonisch gezien vinden wij Wenen en Praag mooier. En in Parijs zijn de bruggen veel mooier. Maar Rome is weer veelzijdiger.
Het heeft een aantal interessante overblijfselen uit de oudheid. En de Sint Pieter is wat kerken betreft voor ons de absolute top. Maar omdat haar geschiedenis veel langer is doet de stad wat rommelig aan. En de grote mensenmassa’s bij de belangrijkste toeristische hoogtepunten doen wel wat afbreuk aan de beleving daarvan. Nergens is het zo druk als in Rome en het was nog maar april. We hebben dus geen muntjes in de Trevifontein geworpen, want als we Rome nog eens zouden willen zien, dan niet nadat we eerst nog enkele andere steden hebben kunnen bezoeken.

einde

 

reportages van andere bezochte steden in en buiten Europa:

Andalusisch avontuur (Sevilla, Cordoba, Granada en Malaga)

Bezoek aan Berlijn

Brugge voor bijna babyboomers

Hongaarse rapsodie-2 (Boeda-Pest)

Intrigerend Istanbul

Onze reis naar Saksen en Thüringen (Dresden, Erfurt en Weimar)

Onze reis door magisch en modern Marokko (Fez, Rabat en Marrakech)

Onze stedentrip naar Wenen

Proeven van Praag

Verslag van een weekje Toscane  (Siena)

Reis langs Duitse Hanzesteden

Reportage reis Maleisië  (Kuala Lumpur en Putrayaja)

Reisverslag South-West USA (Las Vegas en San Francisco)

Bezoek aan Berlijn

Hongaarse rapsodie-2 (Boeda-Pest)

Onze stedentrip naar Wenen

Proeven van Praag

Viva Valencia