Dit vierdaagse bezoek had tot doel om nader kennis te maken met onze makelaar, mevrouw Francisca Culat, die de verkoop van het huis van Reina op zich heeft genomen en met wie wij wilden overleggen hoe wij daarbij het beste te werk kunnen gaan. Ook hadden wij een afspraak gemaakt met de projectontwikkelaar waar wij al enige emailcontacten mee hadden .

Wij waren met zijn vieren , dat wil zeggen Carolien en Jurjen die er ook een vakantie van wilden maken en na die vier dagen nog door zouden reizen naar de Piemonte in Italië.

Verder was Rob mee, voor wie de contacten met de Franse vastgoedwereld ook nog leerzaam zouden kunnen zijn.

Maar het was ook de bedoeling om er verder zowel een beetje een tour de sentiments als een plezierige korte vakantie van te maken.

Rob en ik zouden gaan vliegen vanaf Eindhoven. Carolien en Jurjen gingen liever met de auto. Carolien had daartoe een zakelijke afspraak in Maastricht gecombineerd met het eerste trajectdeel. Zij had ook het appartement in St Cyr gereserveerd.

Iedereen heeft recht op een eigen stommiteit

Het had enige voeten in de aarde voor Rob en ik aangekomen waren op de door. Carolien georganiseerde locatie in Saint Cyr sur mer.
Om met me zelf te beginnen. Ik had een kaartje vrij reizen van NS naar Eindhoven met het nieuwe systeem geregeld. Dat ging goed. Ik had er zekerheidshalve een kwartier voor uitgetrokken om dat op het station gedaan te krijgen. Want het is nieuw mensen.

 

Paaltjes van toen en van nu

Tot voor kort kreeg je als 65plusser van NS voor een aantrekkelijk abonnementsbedrag een hele ris kaartjes thuisgestuurd voor keuzedagen vrij reizen. Zo'n kaartje kon je laten afstempelen in een automaat waarop later in de trein de conducteur er met een speciale kniptang een vierkant gaatje in prikte.

Maar ook de ouderen moeten met hun tijd meegaan en nu moet je met een speciaal plastic pasje naar een soort paaltje of kleine kolom dat op het perron staat. Vroeger was een paaltje een ding gemaakt van zogenaamd boerengeriefhout, dat meestal afkomstig was van een boom uit een ouderwetse Drentse of Twentse eikenwal. Paaltjes werden toen door de mensen in het land gebruikt voor afrasteringen. Desgewenst kon je op de dikkere exemplaren zitten volgens het kinderrijmpje.

“Dikke Aaltje zat op een paaltje.

“Krak” zei het paaltje en

daar lag Aaltje”

Aaltje was een meisjesnaam toen. Komt ook allang niet meer voor. Tegenwoordig heten meisjes Meike of Mirthe. Een jaar of wat geleden kwam mijn dochter een keer met een vriendinnetje thuis en had ik het kind gevraagd hoe of ze heette. “Meike” was het antwoord. Omdat ik niet wist hoe je dat schreef vroeg ik: “Hoe schrijf je dat? Net als meikever? “ Dat kwam me later op een flinke uitbrander van mijn dochter te staan Want het kind had gedacht dat ik de spot met haar dreef.

Goed , het paaltje waar Aaltje op zat was vermolmd geweest. Tegenwoordig bestaan zulke paaltjes niet meer. Vandaar dat er zoveel doorgegroeide kromarmige en gebochelde eiken in die Drentse eikenwallen staan. Ze worden niet meer om de zeven jaar gekapt.

De paaltjes in wat tegenwoordig de beschaafde wereld heet bestaan uit schimmig, glimmend materiaal waar een of meer lichtgevende glazige schermpjes in zijn aangebracht en waarin een of twee gladde gleuven zitten. Die laatste zijn er voor om een mysterieus plastic rechthoekig kaartje gemakkelijk naar binnen te laten glijden: je betaalpas. Wat er daar binnen met dat ding gebeurt mag Joost weten. Het heeft iets te maken met magnetische trilhaartjes die opgewonden worden en dan een bepaalde stand gaan aannemen.

Maar dan heb je ook nog een tweede kaartje nodig - een mens is tegenwoordig half beschubt met allemaal plastic kaartjes - je NS-abonnementspasje. Sinds kort is die gepromoveerd tot je "OV-kaart". Deze laatste moet je soepeltjes voor het groene schermpje bewegen. Als het goed is verschijnt er dan ergens anders op deze wonderpaal een tekst: “keuzedag of keuzedagen ophalen”. Als je dan op “Akkoord” drukt gebeurt er weer iets anders. Soms hoor je binnenin het paaltje een licht gereutel, en schijnt je treinkaartje op je pasje te staan. Tenminste dat moet je dan maar aannemen, want je ziet er niks op.

Met dat pasje moet je je dan vervolgens naar een ander, dunner, paaltje begeven. Hier moet je opnieuw met je pasje voor een schermpje zwaaien. Dat heet met een deftig woord "inchecken".  Als dan in de trein de conducteur langs komt, want die komt nog wel dus, is het de vraag of je verder mag reizen. Dat wil zeggen of je alles goed hebt gedaan en niet bijvoorbeeld een knipperlicht voor een goedkeuring hebt aangezien. In het dagelijks verkeer tussen mensen was een knipoog immers ook een blijk van goedkeuring?

Als er iets niet goed gaat betekent dat meestal dat je eerst dat andere plastic gevalletje, je betaalpas, in de gleuf van het grote paaltje moet stoppen. Daarmee kun je dan betalen, als het goed is en als je je pincode goed onthouden hebt. Tenminste als er voldoende saldo op dat tweede kaartje staat. Als dat niet zo is heb je een ernstig probleem, vooral als je draadloze telefoontje, ook al zo'n mysterieus  wonderding niet bij je hebt of als die het niet doet. Je bent dan overgeleverd aan een goedwillend medemens.

Onze ouders zouden van dit alles helemaal niets begrepen hebben en zich vast als neanderthalers gevoeld hebben op de treinstations van tegenwoordig. Zij kochten vroeger een kaartje aan een loket in het station. Daar zat dan een vaak korzelige of stoïcijnse juffrouw of meneer achter en die betaalde je dan met contant geld. Maar als je dan niet de enige was kon het soms tergend lang duren voor je je kaartje had. Vooral als er een of ander oud mens bij het loket stond te klungelen en zich in alle bochten wrong om het laatste oortje uit haar of zijn portemonnee of tas te hengelen. Je vervloekte dan je beslissing dat je weer in de verkeerde rij was gaan staan.

Die soms dagelijkse misère van onze ouders en ook nog van onszelf van eerder behoort nu tot het verleden. Het gevolg is wel dat stationsgebouwen, die in hun tijd vaak tot de mooiste van de stad behoorden, nu ook uit de tijd zijn. Alleen voor de perrons is nog enige overdekking nodig.

Maar het reizen per trein is er wel heel wat comfortabeler en minder stressy op geworden.

Het ging dan ook allemaal wonderbaarlijk snel vandaag. Ik mag blijkbaar nog een tijdje mee in de nieuwe tijd.


De eerste stommiteit

Toch ging er nog weer iets fout, maar dat lag gewoon aan mij. Ik had van OV9292 digitaal begrepen dat ik in Zwolle moest overstappen naar perron 6a en dan in Den Bosch vervolgens nog eens naar Eindhoven via perron 10.
Maar als je niet voortdurend je printje of briefje voor je neus houdt kun je je vergissen en dat gebeurde dan ook. In Zwolle liep ik naar perron 6b, terwijl dat perron 10 moest zijn. Ik had het echter al gauw in de gaten en holde ten derde maal een belachelijk hoge trap op. Maar de aankomende trein was zeker een paar minuten te laat geweest, terwijl de vertrekkende trein precies op tijd vertrok. Ik had dus het nakijken. Het eerste halve uur vertraging had ik opgelopen.

Maar dat zou geen enkele invloed hebben op het uiteindelijke tijdstip van de aankomst in onze domicilie, te weten twee uur in de nacht. Want het vliegtuig vertrok met meer dan anderhalf uur vertraging. Vanwege de mist die ochtend. Die bleef de hele dag nawerken blijkbaar. Die prijsvechters hebben dus geen reservevliegtuig beschikbaar. Mijn kleine stommiteit had dus geen gevolgen voor mij.

 

De tweede stommiteit

Dat Rob zijn rijbewijs had vergeten was een stuk ernstiger. Vooral toen bleek dat door de vertraging van het vliegtuig het gebruik van openbaar vervoer vanaf Nice naar St Cyr geen optie meer zou zijn. Nog erger was het dat wij wisten dat veel autoverhuurbedrijven niet verhuren aan oude knarren van boven de 70, zoals ik.

We hadden niet van tevoren een auto gehuurd, omdat ik daar slechte ervaringen mee had gehad i.v.m. het dekken van het eigen risico. Daar was ik toen bij onze vakantie op Gran Canaria eerder dit jaar een paar honderd Euro extra aan kwijt geweest. Dat was toen ook al een behoorlijke stommiteit geweest. Hoewel, doordat we parkeerschade hadden opgelopen, wat natuurlijk ook behoorlijk stom was, werd de ernst van deze stommiteit opgeheven door het feit dat we nu niet de schade hoefden te betalen die vast meer was dan de extra verzekeringspremie.

Maar op airport Nice bleek dat niet van tevoren reserveren en betalen juist niet goed uit te pakken. Het begon er mee dat we allemachtig lang moesten wachten bij die verhuurders. Er stonden niet eens zo heel veel mensen voor ons. Maar het leek wel of je bij die gasten een levensverzekering moest afsluiten, zo lang duurde dat. Of je online al geboekt had maakte wat dus niks uit. Ook dan had je je beurt moeten afwachten. Maar je had dan wel de zekerheid gehad dat de auto die geboekt had er ook inderdaad was. Nu zeiden die gasten, toen we dan eindelijk aan de beurt waren, dat ze alleen nog maar een auto voor €400 voor die vier dagen hadden. Ja ammehoela. Dan kunnen we beter in Nice overblijven en morgenochtend met de trein gaan. Maar een overnachting regelen om elf uur ’s-avonds krijg je vast niet klaar voor €60 of daaromtrent. Zo werd het dan toch nog weer een duur vliegticket en zou ons het hele voordeel van het veel goedkopere vliegen op Nice in plaats van op Marseille verloren gaan.

Gelukkig had Rob een list achter de hand. Hij boekte via zijn smart phone een goedkoop autootje bij een van de hier aanwezige bedrijven. Voor €109 . Dat was maar weinig duurder dan ik thuis gezien had. Nou dat lukte. En mijn leeftijd was gelukkig geen probleem. Toen moesten we alleen de auto nog opzoeken. Dat werd echter een mission impossible, omdat de hulpvaardige die ons zou opvangen er niet was. We moesten dus zelf in het gigantische labyrint van een ondergrondse parkeerkelder waar we in kwamen die auto zien te vinden. De auto’s waren daar namelijk volgens de Franse slag geparkeerd. Dus moesten we weer terug naar de balie om de hulp in te roepen van onze baliemedewerker. Al met al zijn we meer dan een uur met die autoverhuur in de weer geweest.

Het was een Citroën C-1 geworden. Een soort gemotoriseerd lucifersdoosje leek het. Onze koffertjes konden we met moeite in het kleine kattenbakje wurmen. Maar bij het rijden viel die C1 best mee. Alleen de koplampen stond wat te laag afgesteld, zodat ik alsmaar met ongedimd licht moest rijden, wilde ik voldoende zien.

Bij de plaats van bestemming werd het opnieuw spannend. Volgens de navigator zouden wij om ongeveer twee uur in de nacht arriveren. Maar toen het twee uur was stonden we nog niet voor het huis. De routebeschrijving van de verhuurder was niet geheel helder. Tenminste niet nu het donker was. We moesten een zandpad in naast een complex dat iets met Asclepia heette en dat we gelukkig wel gezien hadden. Maar dat leek ons toch echt een niet berijdbaar pad. Een Citroën 1 heeft geen fourwheeldrive. Het leek of het pad een eindje verder steil naar beneden ging. En we hadden hem dus niet casco verzekerd, omdat we er tijdens onze vakantie toch niet mee op pad zouden gaan.

De verhuurder had in zijn beschrijving beter kunnen vermelden dat op het moment dat je dacht dat je niet verder kon je op de goede weg was. Dat was hetzelfde als wat die ,man ons vijftien jaar geleden in Amerika vertelde toen hij ons de weg vanwege een omleiding uitlegde. Toen zouden we echter stellig zijn verongelukt als we zijn raad hadden op gevolgd. Want waarschijnlijk zaten we toen helemaal niet op de weg die hij bedoelde.

In dit geval zou het advies echter wel goed zijn geweest. We banjerden nog door een vrij diepe plas en toen na nog tweehonderd meter - we hadden inmiddels al telefonisch contact met de Jurjen en Car die allang gearriveerd waren. Die waren ’s-morgens om halftien uit Thionville vertrokken en om halfacht ’s-avonds al aangekomen. Misschien hadden we toch maar beter met hun kunnen meerijden, maar dat is achteraf gepraat.

Over ons onderkomen waren we echter goed te spreken. Het appartement Residence Les Restanques aan de route de la Cadiere nr 143 bestond uit twee verdiepingen. De verdieping bestond uit een grote slaapkamer (circa 18 m2) en een smaakvol ingerichte moderne kleine badkamer. Vanuit het raam keek je uit op de omliggende wijngaarden. Het appartement was dan ook rustig gelegen. De keerzijde was dat het in het donker moeilijk te vinden was geweest. Vanaf de weg moest je een paar honderd meter over een rotsachtig zandpad. Op begane grond was een grote living met ingebouwde keuken, een aparte slaapkamer en een badkamer. Daarbij een terras en een zwembadje dat evenwel gedeeld moest worden met de buren , die er niet waren. Dat laatste maakte dat we de prijs van €440 voor vier nachten zeer acceptabel vonden.

Het enige minpuntje was de nogal kille aankleding van de woonkamer en de slaapkamers.

Bij de oplevering van het appartement hebben we de verhuurster (Odile Ribeil) laten weten een gunstige review voor Trip Advisor te zullen schrijven.

 

Zondag 28 september

Sr CyrVandaag hebben we Saint Cyr sur mer gedaan. De plaats waar Reina een groot deel van naar leven gewoond heeft en waar ze ook het einde van haar leven heeft gevonden. Dat maakte het bezoek anders dan aan een willekeurige andere plaats. We gingen er dan ook vooral heen om met de makelaar van gedachten te wisselen die we in de armen hadden genomen om het huis van Reina te verkopen of om misschien zelf iets met de grond te gaan doen. We zouden er ook nog met een projectontwikkelaar over van gedachten wisselen.

Daarom was het ook goed om het plaatsje en de naaste omgeving nog eens op ons te laten inwerken. Want ik was er de laatste twintig jaar niet meer geweest en voor Carolien gold het zelfde. Robert Jan was er zelfs nog nooit geweest.





St Cyr marktWe gingen eerst maar eens naar de zondagochtend markt in het centrum. Dat was een goede opsteker. We hebben er heel wat foto’s gemaakt, want het was een sfeervol gebeuren: al die marktkramen met mensen onder de vele mooie in hun najaarstooi gehulde platanen.












St Cyr kerkpleinTen slotte kwamen we uit op het pleintje waaraan het kerkje stond waarin voor Reina nu al weer bijna twee jaar geleden een kleine dienst gehouden was. Het was een intiem en sfeervol kerkje.













St Cyr kerkEr werd net een dienst gehouden, waardoor je je wat gemakkelijker kon verplaatsen in de dienst die toen voor Reina gehouden werd. Ik kon niet zien of de zelfde kapelaan als bij Reina deze dienst leidde, het leek me van wel. Ik moet dat nog eens op de film die er toen van gemaakt is bekijken. Toen we naar buiten gingen hebben we een kaarsje voor Reina gekocht en aangestoken. Katholiek of niet katholiek, dat voelde goed. Zelf zou het Reina wel niet erg aangesproken hebben.








St Cyr kerk


Het was een zeer sfeervol pleintje daar aan de voet van de kerk. Samen vormden zij een knus geheel waar je je gemakkelijk thuis kon voelen. Daar hadden we dan ook wel die €15 voor die vier cappuccino, die we op een van de volle terrassen daar genomen hebben, voor over. We hadden het al eerder vastgesteld, dit deel van Frankrijk is behoorlijk aan de prijs.









St CyrOok op de markt keken we op van de prijzen die ze daar vroegen. En dat betalen de Fransen dus zelf ook. En het was buiten het hoofdseizoen. Maar nou ja, de ambiance is ook wat waard en vooral dan op de zondag als die markt loopt.


St Cyr appartement











Het leek wel of het hele plaatsje een beetje doordesemd was van Reina. Hier lagen nog haar voetstappen en aan de kraampjes had ze haar waren gekocht, misschien wel van de zelfde koopman als waar Carolien nu wat spullen van afnam.

In Assen heb ik dat zelfde gevoel nog steeds, maar dan betreft het Ina natuurlijk. Toch is het geen onprettige gewaarwording. In Priene, een antieke Griekse stad in Turkije die ik eens met Sandra en Marijke bezocht heb had ik een vergelijkbare ervaring. De mensen zijn er weliswaar niet meer, maar het is alsof de herinneringen aan het verleden levend worden en je de mensen van toen in je aura om je heen voelt.





Vervolgens liepen we naar het huis van Reina aan Les Pradeaux. Tot mijn verbijstering stak er een heleboel post uit de brievenbus. Ongelofelijk dat we er niet in geslaagd blijken te zijn om alle post te stoppen. Zelfs van de belastingdienst lag er iets. Verder van de EDF, de Électricité de France. Frankrijk is toch wel een kloteland ging er door mij heen. Vooral na alles wat we de afgelopen twee jaar met de Franse overheidsdiensten hadden meegemaakt kon ik het hartgrondig eens zijn met de ontboezeming van die Britse topman van een grote warenhuisketen over Frankrijk. Die las ik na terugkomst in Nederland in de Volkskrant onder de kop “Britse topman: Frankrijk is hopeloos.” “Niets werkt in Frankrijk. En wat nog erger is: dat kan niemand iets schelen”.

Het is goed dat dat eens door een belangrijke buitenlander gezegd wordt. Ik ben het er volkomen mee eens. Francisca, onze Nederlandse makelaar in Toulon, zou zich er de volgende dag, toen wij haar bezochten, ook nog boos over maken. Dat het een schande was dat de rechtbank van Toulon de registratie van onze verklaring van beneficiaire aanvaarding van de erfenis van Reina met meer dan acht maanden had getraineerd, gewoon omdat er een medewerkster te beroerd was om het te doen en niemand haar kon vervangen. Onze notaris in Parijs had er ten slotte een aangetekend schrijven aan de president van de rechtbank aan moeten besteden. Alleen die brief heeft ons zeker €250 gekost, gesteld dat hij er een uur aan gewerkt heeft. En er kwam niet eens een antwoord op. Ik ga daar nog een keer een heel verhaal aan wijden. Het is bar en boos en het maakt mij er zeker niet enthousiaster op om ooit zelf in Frankrijk te gaan wonen.

Het terrein bleek hermetisch afgesloten te zijn en de bosschage rondom was absoluut ondoordringbaar voor buitenstaanders. Gelukkig maar. We zijn er helemaal om heen gelopen. Het terrein was geheel bebost geraakt. Dat zal nog een hele toer worden om dat weer bouwrijp te krijgen.

Aan de buurt mankeerde niet zo veel. De huizen die er achter staan zijn prima. Er staan mooie huizen bij. Aan de straatzijde is het wat minder, hoewel het pand niet direct aan de straat gelegen is. Er zal echter wel het nodige straatrumoer doordringen. De weg die er langs loopt is de toegangsweg naar de autoroute en aan de overzijde van de straat ligt een groot winkelcentrum..

St Cyr omgevingDoordat we op weg terug naar ons vakantieadres verkeerd liepen, hebben we nog een hele onbedoelde wandeling voor onze kiezen gekregen. Dat was echter geen straf, omdat we veel moois gezien hebben.

We zagen er huizen waar het zeker wel een deel van het jaar uit te houden zou zijn. Eerder dan op de locatie in les Pradeaux. Maar er zal daar ook wel een ander prijskaartje aan hangen. Dat zagen we die avond bij de etalage van een makelaar. Prijzen van een miljoen waren hier niet ongewoon.









Ten slotte kwamen we dan aan de boulevard van Leslecques. Die viel me niet mee. Het kan dan wel zijn dat Leslecques een mooi langgerekt zandstrand heeft en dat het daarom tot een van de meest aantrekkelijke badplaatsen in de omgeving gerekend wordt. Maar de entourage sprak me niet aan. Ik kon er eigenlijk niet één mooie foto maken. Planologisch gezien is het een rommeltje en mooie huizen en andere gebouwen zie je er niet veel. Het was er ook niet wat je noemt gezellig. Het was weliswaar eind september, maar juist de maanden september en oktober zijn qua weertype het meest aantrekkelijk. Overdag is het dan nog lekker warm, het is meestal stabiel mooi weer en het zeewater is nog niet afgekoeld. Van Reina wisten we dat ze ook niet verrukt was van Leslesques. Er zouden volgens haar zelfs nogal wat criminelen uit Marseille toeven, die er huizen hadden. Marjan heeft er wat dit betreft een keer een onaangename ervaring gehad.

De plaats ademde al echt een eindeseizoenssfeer. Dat was bijvoorbeeld te merken aan de bediening in de horecagelegenheden.

Onze verhuurster had ons twee restaurants aanbevolen. Wij kozen voor “Les deus soeurs”. Dat viel tegen. Jurjen zei later dat hij het al had zien aankomen aan de manier waarop het personeel zich in de tent ophield en bewoog. Dat had een verveelde uitstraling. De begroeting was dan ook niet allerhartelijkst. Om wat te drinken zochten we eerst een fles Bandol rosé uit.

Vervolgens ging de serveerdame de aanbieding van de dag presenteren. Dat waren een paar grote nog klaar te maken vissen, die ze op een plateau liet zien. Het was zeebaars begreep ik. Ze legde uit hoe die getraiteurd zouden worden. Toen ik voorzichtigheidshalve vroeg wat die aanbieding moest kosten, ik vond die fles rosé van €24 namelijk al aardig aan de prijs, bleek dat €38 te zijn. Per persoon dus. Nou als je er dan alleen wat groente en wat frietjes bij krijgt, voor zover wij konden begrijpen, was ons dan duidelijk te gortig. Dan maar iets anders dus.

Op zich was de kwaliteit daarvan niet slecht. De meesten van ons namen namelijk de entrecote. Ik vond hem wel goed, maar Carolien klaagde een beetje over de veelheid van de niet-eetbare delen aan haar stukje vlees.

Toen ik er nog een los glas rode wijn bij bestelde, kwam die wel vrij snel, maar hij was veel te warm. De fles had zeker de hele dag in de zon gestaan. Toen ik zei dat ie wel erg warm was werd daar niet op gereageerd. Jurjen suggereerde vervolgens om er dan maar een blokje ijs in te doen, maar dat vond ik toch geen goed advies.

Vooral vanwege de bediening besloten we om bij een ander etablissement een dessert uit te zoeken. We zouden Les deux Soeurs op IENS of Tripadvisor op onze beurt gaan trakteren en de waardering zou niet al te hoog uitkomen. Dat heb ik inmiddels ook gedaan. De bediening zou zelfs een onvoldoende oogsten.

Meer in het algemeen vinden we de bediening in de Franse horecagelegenheden hier niet al te vriendelijk. Het is te vaak chacun chagrin. Waar het van komt weten we niet, maar in bijvoorbeeld Italië is de sfeer in de restaurants veel vriendelijker. Het personeel lijkt daar vaker verheugd als je binnenkomt; hier lijken ze eerder tegen het werk op te zien dat er aan komt. Misschien zijn ze hier in Zuid-Frankrijk te zeer verwend geraakt.  

Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. In het ding waar we ons dessert genoten was de sfeer veel gemoedelijker. Volgens mij was dit ook het tentje waar Reina wel kwam. We kregen er een koffie speciaal, d.w.z. een heel klein espressootje met een keur van snoep en ijs daaromheen, heel lekker.

St Cyr station

 

















St Cyr



















Maandag 29 september

Om vier uur in de middag had ik afgesproken met onze makelaardes, Francisca in Toulon.

La CadiereZe woonde een eindje buiten het centrum. Toulon was echter maar amper 20 km rijden. Daarom konden we eerst nog wel wat anders doen. Zoals eens kijken of we het oude huis van Reina langs het weggetje van Bandol naar La Cadiere nog terug konden vinden.

Als je vanuit Sr Cyr naar Bandol reed zou je er langs moeten komen. Dacht ik. In het dorpje La Cadiere waren we zo. Het was toch nog groter dan ik mij meende te herinneren. Het was echt wel een dorpje. Een knus dorpje naar ons gevoel. We moesten echter aan de andere kant van het dorpje zijn.

Onderweg keek ik uit naar een huis vlak bijna een berghelling waarin zich een kleine grot bevond.









La CadiereJammer genoeg konden wij het huis niet vinden. Er bleken namelijk verscheidene weggetjes te lopen hier. Wel hadden we een mooi uitzicht op de vele wijngaarden hier. Hier kwam de Bandol AOC vandaan.

Op een van de velden was een klein groepje mensen met de druivenpluk bezig. Helaas was het plukseizoen nog niet echt gaande. Wel zagen we op onze weg naar le Castellet kleine trekkertjes rijden met wagentjes vol druiven.

 









We hadden ook nog tijd genoeg voor le Castellet, het kleine middeleeuwse bergdorpje, even boven St Cyr en Bandol. Ik was er vroeger al eens geweest. Dan is het altijd afwachten of je de zelfde charme ervaart als toen. In ieder geval lagen er een paar mooie herinneringen die aan de foto’s van toen af te zien zijn.

le Castellet

 


le Castellet 1976








                                                                                                    

Omdat het vandaag de 29e september was hebben we ook het kerkje van le Castellet bezocht. Het was voor zo’n klein dorp een behoorlijk grote kerk. Opvallend was dat er alleen een paar kleine gebrandschilderde ramen in zaten, zodat het er tamelijk donker was. Het was een mooie gelegenheid om Ina te gedenken. Net als voor Reina die dag daarvoor hebben we hier een kaarsje gekocht en laten branden.

le Castellet

Verder hebben we op het aardigste terras van het plaatsje koffie met gebak genomen volgens de traditie van toen. Dat het plaatsje in al die jaren veel toeristischer is geworden bleek uit de prijs van 10 EURO per kopje koffie met gebak.

le Castellet


 
















le Castellet


















le Castellet


















le Castellet



















Na de bezichtiging van le Castellet reden we naar Toulon. Het is zeker niet de mooiste stad van Frankrijk maar ook niet de lelijkste. Het marinemuseum met omgeving is wel mooi. Toulon was en is namelijk de belangrijkste marinehaven aan de Franse zuidkust. In de informatie over Toulon las ik dat de Duitsers bij hun bezetting van Vichy- Frankrijk in 1942, naar aanleiding van de geallieerde landing in Noord Afrika in dat jaar, gepoogd hebben de gedemilitariseerde vloot in Toulon te overmeesteren, maar dat de Fransen toen hun eigen schepen vernietigd hebben.

Toulon haven 

Een deel van de haven bleek nog gevrijwaard van de functie van parkeerplaats voor de protserige verlaten waterkastelen zoals we die later in Bandol zouden zien. Maar de oude kade was wel volledig geruïneerd door moderne flatbouw, in de onderste verdieping waarvan nu de terrassen en restaurants gevestigd waren. Pas een eind achter de haven waren enkele leuke straten, waar je een geschikt terras kon vinden voor een opkikkertje.

Toulon



Toulon












Daar wist Jurjen weer eens een paar bezoekers, dit maal bevallige jonge dames, te verschalken voor een van zijn sessies. Het is gewoon verbazingwekkend hoe hij met zijn charmante kop steeds iedereen weer zo ver krijgt dat ze doen wat hij zegt. Och, of ze misschien even een tafeltje zouden willen opschuiven, of anders gaan zitten. Enzovoort enzovoort. En ze doen het allemaal. Allemaal ijdelheid natuurlijk.  

 

Dinsdag 30 september Aix en Provence

Voor vandaag was er echt regen voorspeld en die kwam ook. Ik heb dat nog niet eerder aan de Franse zuidkust meegemaakt dat het zo veel en zo lang regende. Om tien uur hadden we afgesproken met een Franse projectontwikkelaar en zijn vrouw. In Café de France aan het kerkpleintje van St Cyr. Zij was Nederlandse en beide waren econoom. Ze hadden elkaar ontmoet tijdens een postdoctorale cursus van haar in Aix, waar hij toen studeerde.                                                                                                              

Het was een nuttige ontmoeting, die echter niet veel meer dan een half uur in beslag nam.

Toen we weer thuis kwamen regende het nog steeds. Wat te doen? Eerst zouden we naar Bandol, maar dat lag zo dichtbij dat het daar zeker ook zou regenen. We waren al op weg toen ik opperde dat we dan misschien toch maar beter naar Aix zouden kunnen, want dat lag wat verder het binnenland in. Daar zou het mogelijk wat minder regenen. Dat hebben we toen ook gedaan en naarmate we Aix en Provence meer naderden werd de regen minder. In de stad zelf hebben we er zelfs nauwelijks meer last van gehad.

Aix bleek inderdaad een mooie stad te zijn, een stad met allure. Het herbergt bijvoorbeeld een belangrijke universiteit. Het is ook de stad van Paul Cézanne, de grote Franse impressionist. We hadden er eventueel zijn atelier kunnen bezoeken, maar hebben ons beperkt tot het slenteren langs de brede pleinen en straten.

Aix en Provence


















Aix en Provence


















Aix en Provence


















Aix en Provence


















We hebben er ook gegeten en dit keer was ons dat in alle opzichten naar de zin. Niet op een van de pleinen waar de toeristen komen, maar iets daar vandaan. Er hing een prettige sfeer, die vooral was toe te schrijven aan de bedienende oude ober. Drie van ons hadden lasagne genomen, waarvan een lasagne bolognese en twee lasagne florentine.  

De wijn die er bij geserveerd werd was ook goed en op de juiste temperatuur. Dat hadden we minder meegemaakt. Het ding heette Chez Laurette, het lag aan de Place Forum des Gardeur. Ik heb er een gunstige recensie op Trip Advisor over geschreven onder de titel “Sfeertje”.

 

Woensdag 1 oktober

De laatste dag van deze korte vakantie zou ons vliegtuig pas om 21.30 uur vertrekken vanuit Nice. Dat was twee uur rijden met ons gemotoriseerde lucifersdoos. Dus we konden tot halfzes vanmiddag nog wat doen en omdat het zulk mooi weer was besloten we om het “Sentier littoral”, ook wel genaamd de “Sentiers de douaniers”, van La Madrague naar Bandol te lopen. Dat was een goed gemarkeerde wandeling langs de kust van 11 km. Om het stuk heen en terug te doen was ons te gortig en ook minder leuk. Daarom reden Jurjen en Car naar Bandol om de wandeling vandaar te beginnen. Rob en ik begonnen in La Madrague. Ongeveer halverwege zouden we elkaar dan ontmoeten en konden we nog kiezen om al of niet met de auto van de anderen weer terug te rijden.

la Madrague

 

La Madrague zoals ik er in 1992 gesurfd heb













la Madrague in 2014


la Madrague in 2014
















la MadragueHet was een mooie route, die pal langs de steile kust liep met zijn vele inhammen en rotsstrandjes. Soms lagen daar mensen, maar meestal niet.

Het was een pittige wandeling over een meest zeer rotsige bodem en het was eigenlijk best wel warm onder die omstandigheden. Gelukkig kreeg je er op veel plaatsen echter een lekker fris windje bij. De route bood vele fraaie uitzichten en doorkijkjes naar de diep beneden ons liggende blauwe zee. In het begin keek je uit op de overkant van de baai op La Ciotat.

Direct in het begin kwamen we voorbij een vroegere gipsmijn.


 





la Madrague sentier littoralDe wandeling kwam echter toch niet in onze top vijf ooit terecht, want er waren stukken dat je langs bebouwing liep, minder ongerept dus.

De wandeling die Maja en ik een paar jaar geleden gemaakt hadden aan de Andalusische kust was wat dat betreft ongerepter geweest. Ook daar had je lekker geurende cederbossen.

Door de regen van de voorgaande dag rook het op veel plaatsen ook hier erg lekker.

 








la MaddragueHet beginstuk was het pittigste. Bovendien liepen we nog een keer fout. We dachten al dat het budget voor de markering op was geweest, want in het begin leek het wel op de routeaanduiding in een bejaardenhuis. Maar na drie kilometer hield dat ineens op en kwamen we op een breed pad dat van de kust afleidde.

Dat kon dus nooit goed zijn en we besloten na een tijd om een ander pad te nemen dat weer naar de kust toeliep, naar wij dachten. Dat was goed gegokt, want na een tijd kwamen we, vlak voor de kust, weer op “le sentier littoral“.

 







la MadragueBij het toen eerstvolgende routepaaltje bleek dat we over de eerste 3,5 km twee uur gedaan hadden. Dat schoot dus niet erg op. Voor we op de helft waren was het dan ook al behoorlijk afzien geworden.












la Madrague


Maar het passeren van de helft is een belangrijke psychologische barrière. Als je die voorbij bent lijkt het ineens gemakkelijker en sneller te gaan.

Onderweg kregen we een sms’je van Carolien dat ze ruim drie kilometer gelopen hadden en daar op ons zouden wachten. Vanaf daar zouden we gezamenlijk teruglopen naar Bandol, waar Jurjen zijn auto geparkeerd had.

 









la Madrague


la Madrague













la Madrague

la Madrague

la Madrague

la Madrague

la Madrague

la Madrague

Zo kwamen we na ongeveer drieënhalf uur in Bandol, de plaats waar Reina vroeger vanuit la Cadiere natje en droogje en andere boodschappen haalde. Daar hebben we dan ook al heel wat voetstappen uit het verleden liggen. Ik was dus zeer benieuwd hoe ik Bandol zo meteen zou aantreffen. Nou, het viel mee en het viel tegen.

De strandjes vlak voor Bandol waren nog steeds erg fotogeniek. Veel door ceders omzoomde rots strandjes, dus met schaduw indien gewenst. Ik weet eigenlijk niet of we daar toen in 1976 geweest zijn. En of het op een van die rotsstrandjes geweest is dat een fransman mij overhaalde om een rauwe fruit de mer te eten. Ik wilde mij toen uiteraard niet van mijn kinderachtige kant laten zien en had het ding, ik zou nu niet meer weten wat het geweest is, in één hap opgegeten en zo snel mogelijk doorgeslikt. Veel meer dan een hap zeewater waar iets ondefinieerbaars in dreef was het niet en het had me niet aangemoedigd om die dingen vervolgens zelf te gaan scheppen.

 

Bandol


Bandol



 

Aan het einde van de wandeling hebben we op het terrasje dat Jurjen en Carolien op de heenreis al hadden uitgezocht een portie mosselen genomen. Het zat er goed, half in de zon met een mooi uitzicht. De opgediende etenswaar was wel goed, maar de bediening kon ook hier wel iets vriendelijker. Het was onze laatste maaltijd in Frankrijk voorlopig.

 







Hierna gingen we Bandol zelf nog even kort bezichtigen, op weg naar de parkeergarage.

We zijn trouwens twee keer in Bandol geweest en in 1992 nog een keer in La Madrague en Leslecques. De eerste keer was met Wim en Trijnie. Daar heb ik in ieder geval nog enkele foto’s van.

Bandol 1976


Bandol 1976














Bandol



Daar waren ook foto’s bij van de promenade met de jeudeboule baan en van het aanpalende haventje.

Vooral bij ondergaande zon leverde dat een romantisch sfeertje op. Ik herinner me een foto van een oude man die aan de rand van het haventje zit te vissen.



 









Bandol



Ik wilde nu een foto maken vanaf precies de zelfde plek als toen. Eens kijken wat ik nu voor mijn lens zou krijgen.

Ik vreesde dat het wel eens minder romantisch zou kunnen zijn als 38 jaar geleden. Toen waren we er in september geweest, het was nu 1 oktober.

 






Bandol promenade 1976





Bandol 1976


Die oude man was natuurlijk al lang dood. Maar met hem was ook de oude haven gestorven.

Er hadden toen natuurlijk ook al boten gelegen. Meer kleine vissersbootjes en kleine zeiljachten.

Maar dat waren er niet zo veel en er was maar een enkel reuzenjacht geweest, waaraan je je kon vergapen. Tenminste dat vond je toen groot.

Er waren toen ook allerlei mensen op die bootjes geweest. Immers een zeilboot, en het waren toen vooral zeiljachten, vergt toujours entretien.

En op die kleine vissersbootjes, niet meer dan sloepen, was ook altijd wat te doen. Het was er dus een gezapige drukte geweest van mensen die op de een of andere manier in de weer waren.

 



Bandol 2014



Wat ik nu zag was het equivalent van een terrein bij een luchthaven voor langparkeerders. Water zag je hier helemaal niet.

Het was niks meer dan een onafzienbare parkeerplaats voor drijvende objecten. Mannetje aan mannetje lagen die daar, gescheiden door alleen een stootkussen.

Je kon een boot, als je die al mooi vond , dus niet eens bekijken. Alleen de voorsteven toonde zich.

En er was geen mens te bekennen, in die hele haven niet. Wat moeten die polyester gedrochten hier eigenlijk dacht ik? Er viel hier dus gewoon niks te fotograferen.

 


Bandol 2014


En zo is het natuurlijk aan die hele Cote d’Azur.

We waren indertijd ook in St Tropez geweest. Dat was toen ook een beetje geweest vanwege Brigitte Bardot , het seksidool van de jaren vijftig en zestig, waar je toen als opgroeiende puber danig opgewonden van kon raken.

Maar dat is nu een oud en naar het schijn narrig mens. Die is er intussen dus niet beter op geworden en zo is het met die haven en met al die andere havens natuurlijk ook.

Toen we in Toulon waren hebben we daar in de haven alleen maar belachelijk grote, protserige, drijvende gevaarten gezien.



Bandol


Kortom, een van de drijfveren die wij indertijd hadden om naar de Cote d’Azur te gaan, het slenteren langs de romantische en knusse haventjes, is verdwenen.Gelukkig waren de straatjes van Bandol in al die jaren niet veel van aanzien veranderd. 

 











Tenslotte kwamen we bij de parkeergarage en reden Jurjen en Car ons terug naar het beginpunt van onze wandeling waar we onze auto hadden staan. Hier gingen we uit elkaar.

Jurjen en Carolien gingen van hier door naar de Piemonte in Italië en zouden ons vandaar nog enthousiaste berichten sturen over hun ervaringen in de Italiaanse restaurants daar. Ik had de verhuurster van ons appartement in St Cyr nog gevraagd hoe duur het huren van het huis in St Cyr voor de hele maand oktober zou kosten. Dat was €1000. Niet veel. Maar ik begreep later dat ik beter iets in Italië kan huren. De mensen zijn er veel vriendelijker, het eten is er gevarieerder en het is er ook niet onaanzienlijk goedkoper.

Na het afscheid in la Madrague reden Robert Jan en ik weer naar de luchthaven van Nice om het vliegtuig van 21.30 uur te halen. Deze keer was er gelukkig geen vertraging. Omdat er om die tijd geen trein meer vanuit Eindhoven in Groningen zou aankomen reed ik met Rob mee en logeerde die nacht bij hem.

Omdat mijn thuiskomst echter nog een naar staartje had gekregen moest ik de volgende ochtend wel op tijd naar Groningen. Want wat was er gebeurd? Toen we op onze een na laatste dag op een terras in Aix en Provence heerlijk van het leven zaten te genieten, was mijn gsm gegaan, een van die wonderen van de techniek van de laatste jaren, waardoor je meteen weet wat er waar dan ook in de wereld gebeurt. Het was Maja en ze had een naar bericht zei ze.

Hans Persoon was overleden. Dat overrompelde me even totaal toen. Hans was immers een oude vriend van mij en van Ina, die ik zeer was toegedaan. Ik hoorde dat de uitvaart op donderdag 3 oktober zou zijn, precies 48 uur later. Maja vroeg zich af of ik daar nog iets zou willen zeggen. Ja dat leek mij wel, gesteld dat Bep dat op prijs zou stellen. In het vliegtuig heb ik de woorden die in mij opkwamen op mijn Ipad ingetikt. Een van de beste cadeaus die ik ooit heb gekregen. Zonder mijn Ipad had ik die speech nooit goed op tijd klaar gekregen.

Ik had mijn auto bij Maja thuis staan. Maja zou mij van het station ophalen. En bij haar zou ik lunchen om daarna naar huis te rijden en me daar om te kleden voor de uitvaart die middag. Ik had wel een beetje speling, maar het hield niet over. De eerste tien minuten vertraging kreeg ik al in Eelde, toen ik niet door had dat de wegopbreking, die nu al maanden duurde, een eind was opgeschoven.

 
De derde stommiteit
Dus snel mijn oprit opgereden, snel uitgestapt met mijn sleutel al in de hand. Deur open. Nee, deur niet open. Bleek die godverdegodver 
op de nachtbeugel te zijn gedaan. Die San. Ik had geen sleutel van de achterdeur bij mij. Maar ik had wel vlak voor de vakantie twee
reservesleutels weer aan de walnotenboom gehangen. Dan die maar gauw pakken. Ook mis, hingen er niet. Spijker was leeg. Weer
godverdegodver, maar nu veel hartgrondiger. Want wat moest ik nu? Alsof weer eens alles tegen mij wilde samenspannen had ik mijn gsm
bij Maja gelaten, omdat die nodig weer opgeladen moest worden. Dus ik kon nu ook niemand bellen. Nou hartstikke goed , sta je hier in je
korte broek en vakantieshirt en kun je je huis niet in om je in een stemmiger outfit te transformeren. Ik kan toch zo niet naar een
uitvaartdienst, laat staan dat ik daarin een afscheidsspeech zou moeten houden?
Het had geen zin om naar het huis van San te rijden, waar een sleutel van mijn huis was. Want er zou daar nu niemand thuis zijn. 
En daar was nu ook geen tijd meer voor.
Toen bedacht ik om naar de Brinkies te rijden. Misschien zou Gerard iets voor me hebben dat ik met fatsoen aan zou kunnen. Als ze 
niet thuis Ze begreep al gauw dat ik geen tijd had voor allerlei verhalen en loodste mij gauw naar boven, naar de studeerkamer van
Gerard, die niet thuis was en bracht me verschillende kleren aan. Een mooi donkerblauwe jas en broek met bijpassend overhemd.
De broek was alleen twee maten te breed, maar er zaten gelukkig voldoende gaten in de riem om hem hoog te kunnen houden. Marjan
kwam zelfs nog met twee nette schoenen aandragen, ook nog maat 43. Dat was weer eens geluk bij een ongeluk. Ik was gewoon weer
het heertje. Had ik daar toch even mazzel mee.
Door mij heen schoot het déja-vu gevoel van nu bijna precies veertien jaar geleden. Dat was net zo bizar geweest en toen waren onze 
oude buurtjes ook al mijn redding geweest. Toen had ik hun auto mogen lenen toen San en ik kort na middernacht door de politie uit
bed gebeld waren en ik met haar halsoverkop naar het ziekenhuis moest, omdat het ineens met Ina niet goed ging. Toen was er ook al
zoiets stoms aan de hand.
De startonderbreker van mijn auto was namelijk op de grond gevallen en had daarbij de geest gegeven en de reserve was zoek geweest. 
Dagenlang had ik toen mijn auto niet kunnen gebruiken dank zij de walgelijke service van het autobedrijf in ons dorp. En ook toen, toen ik
nog nooit in mijn leven zo verschrikkelijk hard een auto nodig had, was ik naar Gerard en Marjan gerend, had hun wakker gebeld en
had van hen hun auto meegekregen. Dit leek veel op toen.
Dank zij de kleren van Gerard kon ik dus toch de uitvaart van Hans bijwonen en mijn speech vanaf mijn Ipad voordragen. Dat was ook nog even 
spannend geweest, want een print geeft toch meer zekerheid dan een scherm. Maar het was goed gegaan. Ik kreeg zelfs nog enkele
warme complimenten na afloop. Het was dus niet voor niets geweest.
 
Maar waarom had ik nu niet in mijn huis gekund? San kon het uitleggen. De oorzaak lag in de logeerkatten. De grootste, Pluck geheten,
is zo sluw en behendig dat zij een deur kan openen door tegen de klink op te springen en daar dan aan te blijven hangen. Dat had ze zelfs
met de buitendeur klaar gekregen, die niet in het nachtslot wil. (Daar moet ik dus nu wat aan laten doen) Daarom had San dus de
nachtbeugel er op gedaan.

San had mij dat weliswaar ge-sms’t, maar niet geverifieerd of ik dat bericht ook gelezen had. En ook niet de sleutels terug gehangen aan de boom. Dat was dus haar stommiteit.

Ook Jurjen had een kleine stommiteit begaan door een boek te vergeten en mij veel te laat te vragen die nog mee te nemen. Dat wil zeggen toen ik al in de trein zat. Maar tamelijk onbelangrijk en alleen vervelend voor hemzelf. Wat Carolien overkomen is was zo onbeduidend dat ik het al niet eens meer weet. Maar hoe dan ook, ook zij had natuurlijk het recht om een stommiteit te begaan. Stommiteiten maken de vakanties vaak wel wat kleurrijker, in  ieder geval achteraf.

 

einde


Voor meer herinneringen en foto's van vroegere bezoeken aan St Cyr, Leslecques en Bandol zie  Kroniek van ons gezin, deel 1 ( in bewerking)