Fietstocht omgeving Reitdiep Groningen
Circa 40-45 km
Vertrekpunt: Marenland Winsum (hier is fietsverhuur mogelijk)
De afstanden tellen cumulatief op vanaf het vertrekpunt
Het weggetje dat van Winsum naar Garnwerd leidt is begin mei een ware ode aan het Fluitekruid.
Winsum-Garnwerd (4,65 km)
Garnwerd is een schilderachtig aan het Reitdiep gelegen plaatsje: Bezienswaardig zijn hier de kerk en de molen.
Komende vanaf Winsum ziet men aan de overzijde van het Reitdiep een statig gebouw oprijzen.
Dit is het vermaarde café Hamming. Hier kan op een door uitbundig bloeiende hortensia’s omzoomd gazonterras koffie en meer genoten worden.
Vandaar valt te genieten van een gemoedelijk schouwspel in en langs het water.
Wie wil weten waar de naam Garnwerd vandaan komt kan dat op de menukaart gewaar worden. Hierop wordt een smakelijk verhaal opgedist over een Ierse monnik die lang geleden na een schipbreuk in de buurt ternauwernood uit het woedende water was gered doch daarbij zijn monnikspij deerlijk had “verrinneweert”.
Tegen de vrouwen die er bij gehaald werden om met naald en draad zijn zwaar gehavende kledij enigszins op te kalefateren, zodat de man althans zonder schaamte verder kon, zou hij gevraagd hebben. ”Is it the yarn worth? ”. Wat in het Gronings werd begrepen als “Is het het gaoren weerd.” Gaoren-weerd werd Garnwerd
Of het café Hamming door dit voorval vermaard is geworden weet ik niet, maar dat staat wel op hun menukaart. Dus maar eens aan de aardige, bedienende jongeman gevraagd of hij wist waarom dit café zichzelf vermaard noemde. Hij wist het niet (zeker iemand van een uitzend-bureau). Hij hakkelde wat over belangrijke mensen die hier wel kwamen. Nou, zelf wist ik het antwoord ook wel. Ikzelf kwam er immers ook geregeld en dat al sinds heel lang. Eens trof ik er een bekende die daar in het gezelschap was van iemand anders dan zijn eigen vrouw. Want met een bezoek aan café Hamming kon je het doen voorkomen alsof je zelf ook bij de incrowd behoorde waarmee je indruk kon maken.
Na Hamming reden we door het meest pittoreske straatje naar het kerkje. Jammer dat de stokrozen al over hun hoogtepunt heen waren.
Het kerkje was open, het dateerde uit de 13e eeuw. Er was niet zo veel te zien en ik maakte even van de gelegenheid gebruik om er een kleine boodschap achter te laten.
In het benauwde hokje kon je als het ware de geur van de ton nog ruiken, die vast nog niet heel lang geleden was verwijderd. Je kon nog uittekenen waar hij gestaan moest hebben. In het verleden werd de inhoud waarschijnlijk langs de rand van de terp gekieperd. Vandaar dat al die terpen in de vorige eeuw grotendeels zijn afgegraven. Goede mestgrond bracht geld op.
Ten slotte kwamen we nog langs het kleine huuske van de twee oude gezusters. De vorige keer dat ik er langs kwam hadden ze op hun kleine bankje onder de vensterbank gezeten om, al breiend en keuvelend, van hun kleine tuintje en van de voorbijgangers te genieten.
Zouden ze nu al op het kleine kerkhofje liggen? Want ik zag ze nu niet.
Aduarderzijl (7,4 km)
Ook dit is een schilderachtig gelegen plaatsje.
Hier watert het door de monniken van het klooster van Aduard gegraven Aduarderdiep uit in het Reitdiep.
Het is een van de eerste sluizen van het land geweest (Een zijl is een sluis) en vanwege de strategische ligging is er in de tachtigjarige oorlog flink klop geweest. Men kon namelijk van hieruit een waterlinie creëren.
Los van deze fietstocht is het trouwens ook zeker de moeite waard om eens langs het Aduarderdiep te fietsen.
Aduarderdiep bij Steentil
voetbrug over het Aduarderdiep.
Onder de brug door is net de toren van de kerk van Garnwerd te zien.
schilderachtig gedeelte van het Aduarderdiep
Met enig zoeken is in de omgeving ook nog de oorspronkelijke meanderende loop van het Aduarderdiep te vinden, die men bezig is weer in oude ere te herstellen.
Overigens is het dorp Aduard zelf ook een bezienswaardigheid. Het kan eventueel gemakkelijk in de route opgenomen worden. Vooral de Abdijkerk mag niet gemist worden, zeker niet als men de kans krijgt een rondleiding te krijgen van de beheerder, die zich voor deze gelegenheid in een monnikspij hult en die verder het tegenover gelegen museumpje bestiert. Er is veel over dit voormalige grootste klooster van NW-Europa te vertellen.
Na een paar uur fietsen is verder een aan te bevelen plek voor verpozing de appelboomgaard achter het museum.
Een andere interessante plek in de directe omgeving om te bezoeken is "het kerkje van Harkema". Aan het einde van dit fietsverslag heb ik er een korte beschrijving van weergegegeven.
Ezinge (11,7 km)
Even na Aduarderzijl komen we langs de eerste borg. De Allersmaborg. Deze was toen wij er kwamen in restauratie en niet voor publiek toegankelijk. Wel kon je er omheen fietsen.
Een paar kilometer verder, in dit gebied liggen de dorpen allemaal vlak bij elkaar, kwamen we in Ezinge. Hier konden we de zogenaamde erfgoedroute volgen.
Je moet rechts aanhouden om aan de noordzijde van dit terpdorp uit te komen. Je rijdt dan op de rand van de terp naar de kerk toe, over een oplopend weggetje.
De kerk lag als vanouds namelijk op het hoogste deel van de terp. Vanaf de kerk heb je een pracht van een uitzicht.
Je staat dan wel 4,5 meter boven het maaiveld, over de omgeving. Tijdens onze verkenning was er een hele kunstklas aan het schilderen.
Ik slenterde wat langs de geconcentreerd bezig zijnde schilders en schilderessen en keek zo eens wat ze op het doek brachten. Vervolgens keek ik dan in het landschap of ik het tafereel herkende. Meestal was dat niet het geval. Was dat nou figuratieve kunst of was het impressionisme?
Ezinge is dus niet voor niets een terpdorp, waarin nogal wat kunstenaars zijn neergestreken.
Vanaf de kerk rijd je door de Torenstraat naar het Wierdenmuseum. Voor de entree hoef je een bezoek niet te laten. Het is beslist interessant om gewaar te worden hoe onze verre voorouders die terpen gebouwd hebben en hoe groot ze wel niet geweest zijn. Ze dateren deels al van voor het begin der jaartelling.
Dat betekent dat we hier in een van de oudste cultuurgebieden van Europa toeven.
De kerkjes die er ook altijd op staan en waarvan die in Ezinge ook weer een kleine beauty is, behoren verder al eveneens tot de oudste kerken van NW- Europa. De meeste dateren uit de twaalfde of dertiende eeuw.
Daarmee is het eigenlijk verwonderlijk dat de terpdorpen van Groningen en van Friesland nog steeds niet tot werelderfgoed zijn uitgeroepen.
Aan het einde van het dorp rechts bij de brug is een aardig terras voor een stop om de opgedane indrukken wat te laten bezinken.
Saaksum
Bij Saaksum gaan we het Oldehoofsche kanaal over. Een leuke omroute is om even rechtdoor , over het fietspad, te rijden en het kromme fietsbruggetje te nemen. Daarna rijden we het dorpje even rond om daarna de weg naar Roodehaan , langs de mooi roodbakstenen kerk van Saaksum, te vervolgen. Omdat Roodehaan niks aan is, rijden we door naar Warfhuizen, ongeveer 2 km verder.
Warfhuizen Ook Warfhuizen is een bijzonder schilderachtig plaatsje.
Hier aangekomen hebben we twee opties. De eerste is de gewone weg te vervolgen naar Wehe de Hoorn en vandaar naar de borg Verhildersum bij Leens te rijden. Maar er gaat ook een rechtstreeks fietspad vanaf Warfhuizen naar Verhildersum. In dit geval laten we Wehe de Hoorn liggen, wat echter ook wel weer jammer is.
Vanaf Wehe den Hoorn is het overigens ook maar drie kilometer naar de Borg Verhildersum.
Borg Verhildersum Bezienswaardig hieraan is vooral de prachtige tuin met enkele zeer fraaie bronzen beelden.
Lopend door de prachtig aangelegde tuin, of is het een park, kwamen prettige herinneringen boven, van ruim vijf jaren geleden.
Nieuw was nu een meer romantische tuinserre waarin een paar rieten stoelen waren neergezet van waaruit je de zijkant van de borg met daarom heen het haast kleigroene water van de slotvijver kon bewonderen.
De toegangsprijs van een Euro was een profijtelijke inleg geweest.
Soms is er op de borg een interessante expositie. In het bijbehorende café-restaurant, het Schathuis, kon je tegen enigszins adellijke prijzen de inwendige mens versterken. Sinds kort is hier echter restaurant 't Korensant gevestigd.
Na de bezichtiging reden we terug naar de snelweg Winsum-Lauwersoog om deze over te steken en na een halve kilometer ongeveer bij P24272 het fietspad links in te slaan, richting Kloosterburen. Bij P24274 gaan we rechtsaf en komen dan na een paar kilometer in Broek, een plaatsje werkelijk weinig groter dan een broek. Hier gaan we rechtsaf richting Pieterburen. Wie het pietepeuterige plaatsje met de lollige naam “Kleine Huisjes” wil zien moet echter nog een kilometer richting Kloosterburen gaan. Dan kun je zien of die huisjes inderdaad zo klein zijn. Je zult op de vraag waar je woont maar moeten antwoorden. ”In Kleine Huisjes” . Steevast krijg je dan natuurlijk de wedervraag of je dan in meerdere huisjes woont.
Hier vlak bij ligt trouwens Molenrij, dat je merkwaardigerwijs niet via Google Maps kunt vinden. Je zou in dit eveneens zeer kleine plaatsje dan ook niet een van de beste restaurants van Groningen verwachten , maar het staat er wel. Dat is ’t Korensant . Het is een wat duurder restaurant, maar je krijgt er beslist waar voor je geld. Sinds 2 april 2015 is het overigens, zoals al genoemd, verhuisd naar de borg Verhildersum in Leens.
Pieterburen (30,9km)
Pieterburen is zowel een schilderachtig als een toeristisch dorp. Hier begint immers het Pieterpad. Verder is er ”Domies Toen” (De tuin van de dominee) te bezichtigen, maar wie vantevoren de tuin van Verhildersum bekeken heeft kan dat beter niet doen. De bezichtiging kost niet veel, maar het is ook niet veel. "Domie" mag wel eens met hark, schoffel en knipschere zijn tuin te lijf. Het lijkt van buitenaf een beetje een boudeltje. Maar misschien is Domie wel pleite. Veel van de kerkjes in deze contreien hebben alleen nog cultuurhistorische waarde, maar worden niet meer "bediend".
De zeehondencrèche van Lenie’t Hart is erin ieder geval nog wel . Maar daar zijn we vandaag niet geweest. Dat is iets voor als je een hele dag hebt en het was nu al na zessen. We moesten maar eens een eetgelegenheid zoeken. In Pieterburen zagen we niets geschikts. Op de weg naar Eenrum zagen we wel iets van een eetboot, maar het was een verlaten boeltje daar. Lang geleden zeker failliet gedaan en niemand die de boel had opgeruimd. Zo kwamen we al gauw in Eenrum zelf.
Eenrum (35,6 km)
We kwamen hier binnen langs De Kleine Plantage, waar we twee weken geleden nog een prachtige hosta-expositie hadden meegemaakt en voor tientallen Euro’s aan hosta’s hadden meegenomen. (Die na een jaar al weer bijna allemaal het loodje hebben gelegd. Zo zijn ze zeer gevoelig voor slakkenvraat)
Het was ons plan om bij Abrahams Mosterdmakerij te gaan eten. Maar er zat niemand op het gazonterras. Dat was verdacht. Bovendien oogde het buitengebeuren toch ook wat onverzorgd.
En omdat we wel in de zon wilden zitten en niet in het donkere binnengebeuren, dachten we, dan gaan we maar naar Sara, de buurvrouw. Daar zat tenminste een gezelschap op het terras.
Ik vroeg om een biertje en dan een fluitje of een Amsterdammertje. Sara begreep het niet. Weer een uitzendkracht. We vroegen ons af of we hier ook zouden eten; we hadden er niet zulke hoge verwachtingen van. Een kop soep dan maar. Daar kun je nooit een grote strop aan hebben. En dan kunnen we altijd daarna nog een pannenkoek nemen. De mosterdsoep kwam op € 3, 75 en de tomatensoep op € 3,50. Dat leek een alleszins redelijke prijs. En voor de tijd dat het duurde om het te serveren had het heel wat kunnen zijn. Intussen had dat gezelschap wat er al voor ons zat, ook nog steeds niks. Maar die vermaakten zich met hun hond die op een gegeven moment er met de stoel waar hij aan vast zat vandoor ging en de kat van de mosterdmakerij achterna vloog.
Toen de soep arriveerde vonden we het maar een bescheten kommetje en er was ook geen stukje brood bij. Mager hoor. En de smaak. Daarover viel niet te twisten. Unaniem vonden we die beneden de maat. De mosterdsoep bevatte geen stukjes gerookte spek, zoals dat hoort in Groningen en zoals je die ook krijgt in café Hamming. Maar hier dus niet. De tomatensoep kon wel uit een blikje van een goedkope super komen.
Meestal is het zo in de horeca dat als het niks kost het ook niks is. Maar hier ging die combinatie niet op. Alleen het tweede gedeelte klopte. Maar het was dus helemaal niet goedkoop. Intussen zagen we de pannenkoeken voor het gezelschap naast ons voorbij komen. Nou dat waren toch geen grote pannenkoeken vonden we. Maar ze kostten wel €9,50.
Ze waren niet veel groter dan onze zilveren rijksdaalders van voor de Euro. Met weemoed dachten we allebei aan de pannenkoeken die je kreeg op het pannenkoekenschip in de Turfsingel van Groningen. Daar gingen we allebei met onze kinderen nog wel eens heen en dat was een feest. Als de pannenkoeken na een tijd wachten, want het was daar altijd smoordruk, in het snikhete vooronder werden opgediend, moest je met je stoel een stukje achterwaarts schuiven, zulke grote pannenkoeken waren het. En als je ze op had, als je ze op kreeg tenminste, dan voelde je gewoon dat de boot een paar centimeter dieper in het kanaal lag. En daar betaalde je dan f 4,75 of zoiets voor.
Hier bij Sara moesten de volwassen kerels naast ons wel twee van die pannenkoeken eten om een beetje genoeg te hebben. Daar zakt je toch de broek van af ? ”Sara mijn broek zakt af”. Op het pannenkoekenschip moest je je broekriem altijd minstens een gaatje losser maken.
Maja zei later dat ik best had mogen zeggen op de vraag of alles naar wens geweest was dat het helemaal niks geweest was. Maar als ik dat gezegd had, had ik misschien wel mot gekregen met de kok en misschien wel weer een kaan voor mijn bakkes gekregen, zoals een paar jaar geleden, toen ik ook eens een medemens ontriefd bleek te hebben.
Na Sara uitgezwaaid te hebben zijn we nog even bij de kerk van Eenrum langs gereden om te kijken of en wanneer er excursies zijn. Want dat is iets dat we de familie van Maja niet mogen onthouden: Een excursie met de koster van de kerk. Dit is zeker een attractie, want vanaf de toren van Eenrum kun je minstens tien andere kerktorens zien. En je krijgt er nog een aantal smakelijke anekdotes bij, waaronder enkele uit de bezettingstijd 40-45.
Mensingeweer-Maarhuizen-Winsum (42 km)
In Winsum hebben we de fietsen weer afgeleverd bij Marenland en kwamen we, nog even rondrijdend door het centrum, bij een charmant pleintje langs de Hoofdstraat uit waar zich de Gouden Karper bleek te hebben genesteld. Daar zat het wel vol mensen. Het terras lag nog gedeeltelijk in de avondzon, dus daar hebben we opnieuw een drankje genuttigd. Daarna zijn we binnen gaan eten en dat was heel behoorlijk. Eindelijk weer waar voor ons geld.
Een apart uitstapje
Kerkje van Harkema
Een heel apart uitstapje in het wijdse Groninger land is dat naar het “kerkje van Harkema”.
Het ligt vlak bij Aduard. Aduard uitrijdend richting den Ham is het over de brug direct rechtsaf en dan na ongeveer 500 meter langs het kanaal links een peuterig klein betonnen landweggetje links (Meedenerweg 5). Als je denkt dat je verkeerd bent en nergens uit komt moet je gewoon doorrijden. Het is namelijk bij nergens. Je komt dan ten slotte uit bij een boerderij met daarnaast nog twee in het oog vallende bouwsels.
De boerderij is de woning van boer Harkema, die er vroeger honderd koeien hield, daar dag en nacht mee bezig was en daar goed mee boerde. Bovendien was hij slim. Hij vond namelijk de melkmachine uit waarmee je vond hij een hoop dom werk kon uitsparen. Hij werd er dan ook rijk mee en had op een gegeven ogenblik zoveel rijkdom vergaard dat hij vond dat hij zijn tijd beter aan zijn hobbies kon besteden dan aan het houden van koeien. Toen was hij zestig.
Zijn voornaamste hobby was het zelf bouwen van een kerk. Hoewel hij daar helemaal geen bouwvergunning voor had, toog hij aan het werk, samen met zijn maat Jan Meeuwsen.
Het werd een heel bijzonder kerkje. Omdat hij zich aan God noch gebod hield kon je niet vaststellen of het nou een katholieke of een protestantse kerk was. Hij deed maar wat. Overal waar hij iets interessants op de kop kon tikken nam hij dat mee. De bakstenen kwamen uit België, de Mariabeelden uit Zuid-Limburg., het orgel uit Ijhorst enzovoort.
En daarom werd het een heel bijzonder kerkje, vooral qua interieur.
Als je het geluk hebt een rondleiding mee te kunnen maken kun je een aantal smakelijk anekdotes over de bouw en de bouwer meekrijgen.
De gemeente Zuidhorn en het gereformeerde kerkbestuur waren echter allerminst gelukkig met het resultaat, dat zonder hun toestemming tot stand gekomen was , maar lieten het erbij, toen ze eenmaal waren komen kijken. Het stond ook niemand in de weg natuurlijk. Het mocht blijven staan, maar wel onder de strikte voorwaarde dat het nu ook afgelopen moest zijn met dat vrijgevochten gedoe van deze eigenzinnige Groninger boer.
Direct daarop begon boer Harkema met de bouw van een theehuis, in de stijl van de abdijkerk van Aduard.
Aan het begin van het erf staat een kopie van het vrijheidsbeeld, als symbool van zijn vrijgevochtenheid.
In bijgaand Youtube filmpje wat meer informatie over dit museumachtige geheel inclusief een interview met de bouwer Albert Harkema.
https://www.youtube.com/watch?v=_gtAaH-vIrg
Kortom , het kerkje van Harkema is een grappige bezienswaardigheid. Toen wij er voor het eerst kwamen bleek dat onze al vele duizenden Chinezen waren voor geweest.
In het theehuis kun je desgewenst enkele eenvoudige zaken krijgen.
Einde
andere fietstochten in Groningen en Drenthe:
Fietsen door het Drents-Friese Wold
Fietsen langs Hoogelandster wierdendorpjes
Fietstocht stroomdal Drentse Aa