Tijdens ons korte binnenlandse vakantie in Wijchen, forensenplaats van Nijmegen, hebben we twee keer een wandeling langs de Waal gemaakt. De eerste keer was die naar het Fort Pannerden, dat gelegen is tussen de Waal en het Pannnerdens Kanaal, op de alsmaar breder wordende landtong na de splitsing van de Rijn bij Pannerden.

Wij hebben de wandeling gemaakt bij typisch Hollands weer, d.w.z. met een wijdse overdrijvende wolkenformaties, waar tussendoor regelmatig de zon scheen en waaruit af en toe ook een bui uit viel. Het laatste gelukkig niet tijdens onze wandeling.

Om er vanaf Nijmegen te komen rijd je langs Bemmel aan de noordoever en dan via Gendt over de N839 naar Doornenburg. Even voorbij dit dorpje kom je aan een veer over het Pannerdens kanaal. Vlak daarvoor ga je echter rechtsaf en zo kom je even later in de Klompenwaard, die deel uitmaakt van het Nationaal Landschap Gelderse Poort. Fort Pannerden staat overal goed aangegeven. Het was voor ons echter niet het mooiste onderdeel van ons uitstapje. Dat was namelijk het tussen twee rivieren lopen naar het punt van de scheiding. 

Fortt Pannerden

 

 

Het fort, dat uit een bunkercomplex bleek te bestaan was trouwens die dag niet geopend, wat niet in onze informatie stond.

Het is rond 1870 gebouwd om te voorkomen dat een leger via de Waal naar de Vesting Holland kon optrekken. In 1885 -90 werd het fort gemoderniseerd en uitgerust met twee pantserbatterijen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is het fort wel bemand geweest, maar vanwege onze neutraliteit niet gebruikt.

 

 

Fort Pannerden

 

 Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werden er zeven kazematten rondom het fort gebouwd.

Tijdens de Duitse inval is het fort evenwel functieloos gebleven, omdat de Duitsers er omheen trokken. Een dag na de inval gaf de bezetting zich over.

Na de oorlog is er nog tot 1964 een waarnemingspost in gevestigd geweest.

Sinds 2005 maakt het deel uit van het Nationaal project Nieuwe Hollandse Waterlinie. Eind 2008 is met de restauratie begonnen.

Ons hoofddoel vandaag was om de landtong helemaal af te lopen tot waar het water van de Rijn je zou stuiten. Die landtong werd dus steeds smaller en eindigde haast in een punt waar het water om heen in twee richtingen wegkolkte. Links het Pannerdens Kanaal in en rechts de Waal in. Zoals we het op de lagere school vroeger al geleerd hadden dus.

Pannerdens Kanaal

Pannerdens Kanaal

Het was een prachtige wandeling, met wijdse vergezichten. Hendrik Marsman kon hier wel zijn inspiratie voor zijn gedicht “Herinnering aan Holland” opgedaan hebben. “Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan.”  Hier dus. Alhoewel, aan het puntje van de landtong gekomen was het water helemaal niet zo traag. Het was absoluut niet raadzaam daar even te gaan pootjebaden. Je zou dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet overleven.

Rijn bij Pannerden

 

 Pannerdens Kanaal

Waal bij Pannerden

De prachtige wolkenformaties die boven de rivieren zweefden en de lange rijnaken die in de rivier zwoegend hun weg zochten vormden een decor waar elke fotograaf van zou watertanden. Nederland op zijn mooist.

Waal bij Pannerden

Het Pannerdens Kanaal

Het was ons aanvankelijk niet duidelijk hoe dat nu zat met dat Pannerdens kanaal. Zo te zien ging het hier overduidelijk om een natuurlijke afsplitsing  van de moederrivier. Tot op het laatste punt, dat van de afsplitsing, dachten wij dan ook links van ons de Neder-Rijn te hebben en rechts van ons de Waal. Maar op het grote bord boven ons, voor de scheepvaart, stond duidelijk “ Pannerdens Kanaal”. Maar waar was de Neder-Rijn dan? Bestond er dan vanouds geen afsplitsing van de Rijn hier en was die afsplitsing een menselijk ingrijpen?

Pannerdens Kanaal

Dat werd ons thuis pas duidelijk. Volgens Wikipedia is het Pannerdens Kanaal een stuk van 6,3 km lang en is het al in het begin van de 18e eeuw aangelegd. Oorspronkelijk was het bedoeld als onderdeel van de Waterlinie en stond het niet in verbinding met de Waal en de Neder-Rijn.

Pannerdens Kanaal

Later werd besloten om ter versterking van de Waterlinie meer water door de Neder-Rijn te laten stromen en zo werd wel een verbinding met de Waal gemaakt. Voordien stroomde de oorspronkelijke Rijn iets ten noorden van het kanaal. Van deze oude loop is echter maar weinig meer in het landschap terug te vinden. Het stromende water maakte vervolgens van het kanaal vanzelf een rivier.

Pannerdens Kanaal

 op de heenreis naar de splitsing langs het Pannerdens Kanaal

Waal bij Pannerden

 terug van de splitsing langs de Waal

Enige kilometers westwaarts stroomt de Waal langs de Ooijpolder, ook wel de stadswaard van Nijmegen genoemd. Ook de Ooijpolder maakt deel uit van het Nationaal Landschap Gelderse Poort dat zich uitstrekt tot de Duitse grens en dat uit specifiek rivierenlandschap bestaat.

De Ooijpolder was mij van verschillende kanten al aangeraden. Dus een verkenning hiervan mocht niet ontbreken tijdens deze vakantie in de omgeving van Nijmegen.

 

Oijpolder

entree OoijpolderEen wandeling door de Ooijpolder, de z.g stadswaard van Nijmegen, kun je onder andere beginnen onder de brug over de Waal bij Nijmegen, dus vlak bij de Valkhof. Als je er onder door loopt kom je aan een hoge ronde voetgangersbrug.

Ik had een klein boekje mee van VVV Gelderland, “Struinen langs de rivieren”. Er stonden volgens het opschrift handige kaartjes in. Zo stond er bij de Ooijpolder een kaartje met een globaal uitgezette route van 4,7 km. Dat leek me wel wat. Ik had al veel schone dingen over de Ooijpolder gehoord. Daarom waren de verwachtingen nogal hooggespannen.

 

 

 

Ooijpolder

 

 

Maar zoals zo vaak met hooggespannen verwachtingen valt de eigen waarneming wel eens een beetje tegen. Het was nou ook niet bepaald prachtig weer. Wel zou het vandaag droog blijven, op enkele kleine buien na, had ik begrepen. De eerste bui trof ik op honderd meter van een grote wilg, die de hoogst nodige beschutting bood.

 

 

 

majestueuze wilgen waaronder je het wel een tijd kon droog houden

 

 

Even later kwam ik op een verharde weg die naar een andere verharde weg leidde. Omdat er op mijn kaartje geen verdere aanduidingen stond, was het me al vrij gauw niet meer duidelijk waar of ik precies was en heen moest. Dat zou zo de hele dag blijven. Je kwam wel overal knooppunten van fiets- en wandelroutes tegen, maar daar heb je alleen wat aan als je een gedetailleerde kaart bij je hebt. Die ik dus niet had, want ik dacht genoeg te hebben aan dat kleine handige boekje. Vroeger had je van die paddestoelen en daar stond op naar welke plaatsen het ging. Met een beetje topografische kennis had je daar genoeg aan. Knooppunt zoveel laat je echter volledig in het duister tasten. Dat is mooi als je vantevoren precies je route hebt uitgezet en je de nummers daarvan hebt genoteerd. Maar voor vrije zwervers is het niks.

Waal lamngs de Ooijpolder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Waal langs de Ooijpolder

 

Ooijpolder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bloeiende ruigte in de Ooijpolder

 

 

 

Dus vroeg ik maar eens aan een wandelaarster hoe ik bij Oortjeshekken kwam. Want Oortjeshekken, dat was the place to be in de Ooijpolder. Die naam zeg. Die was niet te onthouden. Zelfs als ik me de naam, die ik op een envelop geschreven had, hardop herhaalde , was ik die na vijf minuten al weer kwijt. Het was net zo iets als met Langatabbetje. Dat malle plaatsje aan de rivier ergens in het oerwoud van Suriname, waar Ronnie Brunswijk  legerleider Bouterse indertijd het leven zuur maakte.

Oortjeshekken OoijpolderJe kunt het niet onthouden, omdat je je er niets bij kunt voorstellen. Toen ik bij Oortjeshekken vertrok heb ik daarom gevraagd hoe ze bij die naam gekomen waren. Zoals wel vaker deden daarover verschillende verhalen de ronde. Een daarvan was dat er eens een Duitser was geweest die ergens langs een bocht, een Ecke dus, een Ort , een hooggelegen plaats, had gehad. Ort an der Ecke.

Een plausibeler verklaring leek mij dat hier vroeger een hek heeft gestaan, in het Nijmeegs een “hekken”, dat je alleen kon passeren als je een “oortje” had betaald, d.w.z. een klein muntstukje.

 

 The place to be in de Ooijpolder

 

Maar voorlopig was ik nog helemaal niet in dat Oortjeshekken. Het was nog een half uur lopen. En met al dat fotograferen van mij onderweg duurde het veel langer. Daarbij liep ik over de bandijk, waarover het lopen op het laatst steeds meer afzien begon te worden. Misschien was de Ooijpolder toch geschikter als onderdeel van een dagje fietsen. Na elke kromming bleek het nog weer verder te liggen. Intussen kwam ik wel enkele mooie gerestaureerde of zelfs nieuwe dijkhuizen tegen. Ik baalde intussen echter wel dat ik geen toeristische kaart had.

Eindelijk zag ik bij de volgende kromming een oploop van mensen , auto’s en een vrachtwagen staan. Dat moest het dan toch wezen. En ja hoor, net toen de volgende bui losbarstte, die heel zwaar zou worden, bereikte ik Oortjeshekken. Had ik weer eens mazzel. Ik heb onder het genot van een flinke mok soep, waar ik zwaar aan toe was, de hele bui afgewacht. Daarna ben ik op goed geluk weer terug gelopen in een door mij goed gedachte richting. Daarbij kwam ik door het bevallige dorpje Ooij.

zicht op Ooij

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 zicht op Ooij

 

 

 

zicht op Ooij

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zicht op Ooij

 

Vandaar was het niet zo moeilijk meer, vooral niet toen ik eenmaal de Waalbrug in het oog kreeg, want daar moest ik dus weer heen.

 

OoijpolderEr waren hier echter ook saaie stukken, met aan de ene kant maisvelden en aan de andere kant eentonig struikgewas.

Het enige dier dat ik onderweg gezien heb was een tam konijn dat bij mij binnenhuppelde toen ik in een oud transformatorhuisje, waar ze een bank hadden geplaatst, even een paar slokken water nam. Het was echt een konijn en geen bever die je hier eerder verwacht had en het beest zag er ook  weldoorvoed uit. Terwijl hier toch nergens enige bebouwing te zien was. Beetje vreemde ontmoeting in de Ooijpolder.

 

 

 

 

 

Ten slotte kwam ik langs de Oude Waal en daarmee weer op het oorspronkelijke pad van mijn summiere kaartje.

Oude Waal in de Ooijpolder

Achteraf had ik beter aan de hand van het kaartje van Staatsbosbeheer kunnen lopen dat een wandeling van 12 km had uitgezet en die ik achteraf ook grotendeels blijk te hebben gelopen, afgezien dan van het kleine stukje Bisonbaai, dat van oorsprong een zand-en grindwinplaats geweest is en vlak achter Oortjeshekken ligt.

einde

 

Zie ook

Bezoek aan de Biesbosch

Wandeling door de oude binnenstad van Nijmegen