Deze vierde woensdag in mei was het pas echt goed warm. Aan het einde van de dag was het nog 28 graden. Daarom fietsten we voor een groot deel over het met zwaar loofhout overkapte klinkerweggetjes in het Drentse stroomdallandschap van de Drentse Aa. We begonnen bij café-restaurant de Fazant in Oudemolen. Vandaar zouden we tot de zuidelijkste punt van het stroomdallandschap rijden, dat wil zeggen naar Amen en vandaar over Rolde en Anderen weer terug.  Een kleine 40 kilometer.

Oudemolen-Taarlo

 

 

langs weg Oudemolen naar Taarlo

Dank zij het lekkere zuchtje wind dat bereid was te waaien was het zeer goed uit te houden. Zo passeerden we het eerste kleurige bloemenweitje op de weg naar Taarlo.

Oudemolen-Taarlo

Hoe extreem anders waren de weersomstandigheden hier lang geleden tijdens die oefening in mijn diensttijd geweest, toen op een klein landweggetje mijn chauffeur en ik van louter kou in de aanhanger van onze jeep, onder het dekzeil, waren gekropen, toen we tijdens een oefening als verkenners een uur moesten wachten. Het kan verkeren.

Oudemolen-Taarlo

Even later passeerden we een boerderij waar twee rietdekkers hun interessante ambacht van het rietdekken  aan het uitoefenen waren. 

 

Taarlo

Taarlo schrijf je met één "o". Dat zal wel een vergissing zijn, want alle andere plaatsen die op "lo" eindigen doen dat met twee "o's". Zoals Balloo, Anloo, Grolloo en Schoonloo, plaatsen die ook allemaal in het stroomdallandschap Drentse Aa liggen. Een beetje een apart plaatsje dus. De ooievaars voelen zich er echter thuis, want  elk jaar is de ooievaarspaal bezet.

Na Taarlo vervolgden we onze route richting Loon. In Loon aangekomen sloegen we rechtsaf richting Assen om even voor Assen weer zuidwaarts te gaan, waardoor we langs het gekanaliseerde deel van het Loonerdiep kwamen.

Van hieruit zagen we een inlaat, waardoor het lager gelegen oude Loonerdiep van water voorzien werd. Dit stuk tot aan de straatweg Rolde -Assen is een van de mooiste stukjes van  het stroomdallandschap Drentse Aa. (Lopen langs het Loonerdiep)

Lonerdiep

Het was de tijd van het fluitekruid. Dat groeide hier zo welig , dat de blanke runderen, die hier graasden, zich er gemakkelijk in  konden verbergen, als ze dat in hun grote kop zouden krijgen.

 

Lonerdiep

Lonerdiep

Maar op deze mooie meidag in 2012 kregen we nog een extra gift van de natuur gepresenteerd. Toen ik mijn zoekende blik langs de boorden van het beekje liet glijden, altijd gespitst op het maken van een mooie opname, werd deze gestuit door een paar recht opstaande kleurige lappen, pal naast het beekje. Wat moest dat daar? Een fraaie aanblik was het niet. Had iemand daar ouwe spullen achter gelaten? Toen zag ik van achter die lappen een gedaante, die uit het water van de beek leek op te rijzen. Het leek een waternimf. En een die in Evakostuum was. Je kon het duidelijk zien, want het was maar een weitje ver. . Ze keek over het water van de beek in onze richting. Dacht ze dat ze bespied werd? Of  verwachtte zij bezoek? Ze had een mooi figuur. Ydillisch. Ik moest aan dat schone lied van Franz Schubert denken. Die ging over een lokkende verschijning aan een beek. Maar dat bleek een fantoom geweest te zijn en dus een droevig lied, zoals we er meer van Schubert kennen. 

Maar dit hier was echt. Maja zag het ook. Ik zei tegen haar dat ik net van dat stuk van de beek een foto had willen nemen, met zo'n mooie flauwe kromming er in. "Ja, ja" zei ze, "dat zal wel". "Ze staat in mijn  beeld" zei ik.  De nimf had zich nu weer laten zakken, zodat je alleen die lappen nog zag. Ze detoneerden hevig met de omgeving. Zou ik er vanaf de andere kant van de beek heen lopen en dan voorbij haar een opname maken? Maar dat werd niet mijn beste foto van  die dag. 

Na dit ietwat intieme intermezzo stapten wij weer op onze fietsen. Maar in gedachten bleef het beeld van die beeknimf me nog achtervolgen. Zou ze er de volgende dag weer zijn? Als het weer net zulk mooi weer was, blotebillenweer dus. Ze zal in ieder geval een zonaanbidster geweest zijn.

uitzicht vanaf "Poepenhemeltje"

Intussen kwamen wij aan in het "Poepenhemeltje" bij Deurze. Dit is een klein natuurmonumentje, dat volgens het hier geplaatste informatiepaneel van Staatsbosbeheer gewijd is aan een vroeger schansje waar soldaten van Bommen Berend in 1672 zouden hebben overnacht en dat ook nadien nog als schuilplaats voor de nacht gebruikt werd door rondreizende marskramers, ook wel "Poepen "genaamd. Dat was een scheldnaam voor de Duitsers die vroeger uit Westfalen in deze contreien vaak als seizoenarbeiders of ambulante kooplieden kwamen werken. Na in het Poepenhemeltje te zijn afgedaald, de schans was iets lager gelegen dan waar wij stonden, reden wij verder richting Ekehaar.

Vooral het oude klinkerweggetje van Anreep  naar Ekehaar was schaduwrijk en mooi en ook Ekehaar zelf bevatte enig  dorpsschoon in de vorm van oude saksische boerderijen. Toen nog het klein rukje naar Amen. Hiermee hadden we zo ongeveer het einde van het stroomdallandschap bereikt.

We reden hierna de weg naar Grolloo op. Vlak buiten Amen is een leuke pleisterplaats, café het Amerdiep. Jammer dat dit gesloten was. Van hieruit kun je een buitengewoon fraaie wandeling maken langs het Amerdiep. Deze is beschreven en verbeeld in een eerder gemaakte wandeltocht. Zie Tocht langs het Amerdiep.

beekdal Amerdiep

 beekdal Amerdiep

Omdat wij niet nog helemaal naar Grolloo wilden, zijn we ergens halverwege een landweg ingeslagen die in noordelijke richting, d.w.z richting Rolde voerde. Daar passeerden we na enige tijd het Rolderdiep. Dit was echter een gekanaliseerd deel en daarom onvoldoende fotogeniek.

Rolderdiep

Vroeger is een groot deel van de lopen in het stroomgebied van de Drentse Aa gekanaliseerd. Dit had een snellere waterafvoer tot doel. Want vooral in het winterseizoen waren grote delen van de beekdalen overstroomd en dus onbruikbaar voor de boeren. Ik kan me  nog wel herinneren dat als ik vroeger in de winter van Assen naar Rolde reed, de brug bij het Deurzerdiep en de weg zelf nog net droog stonden, maar dat het land tot ver in de omtrek overstroomd was.

Door de stichting van het beschermde stroomdallandschap Drentse Aa is aan die kanalisatie een einde gekomen. Voor een belangrijk deel is die kanalisatie zelfs weer teruggedraaid en heeft men de oorspronkelijke loop hersteld. Dat betekent echter ook dat als het eens een keer een periode flink regent, de beken het wassende water niet goed kunnen verwerken. Dat merkten wij eens tijdens een wandeling over het Balloërveld. Het pad dat ons naar de weg Gasteren-Anloo moest voeren was door het Anloërdiepje, dat langs het Balloërveld stroomt, geïnundeerd. Dat leverde me toen nog een kletspoot op. Zie: Zwerven over het Balloërveld

Het meest interessante deel van de terugrit waren de hunebedden in Rolde. Vlak achter de oude kerk zijn ze gelegen. Het zijn er twee en ze liggen op amper 100 meter afstand van elkaar. Even als vroeger staan er nu nog oude deels verkromde eiken rondom de grafstenen.

Hunebed Rolde

Het schijnt er wel eens te willen spoken. Ik geloof daar natuurlijk niet in, maar een kennis vertelde mij eens wat ze daar, samen met een vriendin had meegemaakt. Het gebeurde geloof ik op een vroege zondagochtend, tijdens een hete periode in de zomer. Ze hadden daar toen achter de kerk gelopen in de richting van de hunebedden. Toen ze in de nabijheid van het dichtstbijzijnde hunebed gekomen waren ze zich bijna door geschrokken van een plots opdoemend helder wit fantoom dat zich van de grootste steen had los gemaakt. Het had maar even geduurd, toen was het weg alsof het was opgelost. Ze wisten echter niet hoe gauw ze zich van deze plaats moesten verwijderen en waren zo wat over elkaar heenstruikelend weer bij de kerk gekomen, waar ze hun vrienden hun relaas deden. Die hen natuurlijk uitlachten. In die tijd werd in de oude Drentse plattelandsdorpen nog wel eens gesproken over de "witte wieven" die vroeger over de heidevelden dwaalden en soms eenzame reizigers te na kwamen. Had zich hier nu ook zo'n verschijning geopenbaard? Waarschijnlijk is het een natuurkundig verschijnsel geweest. De grote dekstenen waren de voorafgaande dag flink opgewarmd en hadden in de nog koele ochtend staan te dampen. Zoiets.

Hunebed Rolde

Hunebed Rolde

Vanaf de hunebedden zochten we een fietspad dat ons in de richting van het oostelijk gelegen Anderen zou voeren. Dat was er niet en dus volgden we wat landweggetjes die ons met wat omwegen misschien het dorpje Anderen binnenvoerden. Anderen is echt een klein dorp en een van de meest authentieke van de hele provincie. In tien minuten heb je het gezien, maar dan heb je ook zeker tien foto's. Er is een aardig terras bij de "Herberg van Anderen", waar je vriendelijk bediend wordt. Verder is midden in Anderen een fraaie B&B boerderij gelegen.

weg Anderen-Gasteren

Vervolgens fietsten wij van Anderen over een uitzonderlijk mooie en rustige weg naar Gasteren en vandaar over het vermoedelijk meest geliefde weggetje van Gasteren naar Oudemolen met als absoluut hoogtepunt het bruggetje over het Oudemolensche Diepje.

weg Gasteren-Oudemolen

weg Gasteren-Oudemolen

 vermoedelijk het meest gefotografeerde bruggetje in het stroomdallandschap van de Drentse Aa

brug weg Gasteren-Oudemolen

Toen nog tweehonderd meter naar het beginpunt van onze fietstocht in Oudemolen. Uitrusten op het ruime terras bij de Fazant. Die 40 kilometer klopte wel ongeveer.

Einde

 

Noot

andere beschreven fietstochten in Drenthe en Groningen

Fietsen door het Drents-Friese Wold,

Fietsen langs Hoogelandster wierdendorpjes