Onze tocht over de  Grossglockner Hochalpenstrasse was een hoogtepunt van onze vakantie dit jaar in Salzburgerland. Zowel letterlijk als figuurlijk. Letterlijk, omdat het een van de hoogste zogenaamde Panoramaroutes van Europa is. En figuurlijk omdat je er je ogen zo wat uitkijkt.    
Je rijdt er op een hoogte van ongeveer 1600 meter tot een top van 2571 m boven zeeniveau. Dat houdt in dat er steile trajecten op deze in totaal 48,56 km lange panoramastrasse zijn.
De tocht voert naar het hart van het Nationaal Park Hohe Tauern, tot vlak bij de hoogste berg van Oostenrijk, de Grossglockner met zijn 3871 m hoogte.

Zeker qua schoonheid is deze panoramaroute vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Icefield Parkway in het N.P. Banff in Canada,  "The going -to-the -sun-road" in Glacier N.P. en de Tiogaroad in NP Yosemite in de Verenigde Staten, waar we eerder geweest zijn. Dus waarom daar helemaal heen gaan , als je nog niet in dit grootste N.P. van de Alpen bent geweest, het Nationaal Park Hohe Tauern, met daarin onder meer de Grossglockner Alpenhochstrasse? 

HochalpenstrasseDe Grossglockner Hochalpenstrasse ligt tussen Fusch en Heiligenblut. Fusch ligt niet ver van Zell am See. Voor ons was het vanaf Sankt Michael in Lungau ongeveer 90 km rijden. We begonnen aan de kant van Fuchs, na een entree van € 33 betaald te hebben. Even daarna ligt het plaatsje Piffkar, op 1620 meter hoogte.

Hoe verder je naar het centrum komt hoe magistraler de uitzichten worden. Daarbij kwam dat wij heel goed weer hadden. Een uurtje was het weliswaar wat bewolkt en voelden we zelfs enkele kleine spatjes regen, maar daarna kregen we zeer fotogenieke luchten, zonder een greintje van de heiigheid die je anders zo vaak in de bergen hebt.

Alpenesdoorn

Onderweg kon je kleine wandelingen maken, waarbij het educatieve element niet vergeten was. De natuurparken zijn in dit deel van Oostenrijk steeds royaal van fraaie tableaux voorzien, waarop je gewaar kunt worden wat voor flora en fauna je te zien krijgt, hoe de vogelgeluiden klinken, hoe het gebied ontstaan is en nog meer. Zoals bijvoorbeeld deze eeuwenoude Alpenesdoorn.

Tussen al dit fraais en authentieks graast gewoon het vee. Dat kan zonder problemen de zelfde bergpaadjes begaan als wij en ook nog daarbuiten. Dat is wel iets anders dan die loopstallen in ons land. Ik heb alleen niet op de melkprijzen in de supermarkt van Lungau gelet.

Hochalpenstrasse

 

Grossglockner Hochalpenstrasse

Edelweisshütte

Wij reden in een Honda Jazz met een 1198 cc motor. Het was af en toe wel even grommen voor de motor, maar we bereikten er toch zonder moeite het hoogste punt mee. Dat was bij de berghut Edelweiss, waar we een langere stop gemaakt hebben. We konden daar nog net de laatste parkeerplaats vullen, want dit punt is natuurlijk  een trekpleister van jewelste.

 

zicht vanaf de Edelweisshütte

 

Toch was het op de Hochalpenstrasse zelf niet heel druk. Er waren ook dappere halzen die het allemaal op de fiets deden. En mensen op motoren natuurlijk. Het weer was er goed genoeg voor. Naarmate we hoger kwamen daalde de temperatuur wel, maar dat was echt niet met een graad celsius per 100 meter. Mijn autothermometer geeft dat toch behoorlijk nauwkeurig aan. Het viel wel op dat de temperatuur los van de hoogte sterk varieerde. Het laagste dat we gemeten hebben was 14 graden , bij een vertrektemperatuur van 24 graden.

 

Grossglockner Hochalpenstrasse

Grossglockner Hochalpenstrasse

 
Grossglockner Hochalpenstrasse

Ongeveer halverwege was het nog 21 km naar de Grossglockner. Salzburg lag hier 120 km vandaan, Zell am See 38 km.

 

Grossglockner Hochalpenstrasse

Grossglockner Hochalpenstrasse

Na nog eens een half uurtje rijden, uitstappen, kijken en foto's maken  was het tijd voor een verfrissend glas pils, want alleen maar lauw water drinken van je eigen voorraad is toch niet zo ons kopje thee. Eén glas mag.

De prijs van het bier viel alleszins mee, vooral als je er rekening mee hield dat je er zo'n geweldig uitzicht bij kreeg. Alleen had de gastvrije uitbater zijn balustrade wel een tikkeltje hoog gemaakt. Dat heb ik er echter maar niet bijgezegd toen ik bij het weggaan zei dat hij zo'n "Gute Stelle"had.

Grossglockner Hochalpenstrasse

Grossglockner Hochalpenstrasse

 

Bij het informatiecentrum bij de Kaiser Franz Jozef Höhe kon je echt alles over het gebied te weten komen. Bijvoorbeeld dat tijdens de Kleine Ijstijd , van ongeveer 1500 tot 1850 de gletsjers voortdurend aangroeiden, tot zij zelfs een bedreiging voor de middelen van bestaan van de mensen vormden, maar dat daarna de gletsjers voortdurend geslonken zijn. Dat is bijvoorbeeld goed te zien bij de http://nl.wikipedia.org/wiki/Pasterze Pasterzengletscher, aan de voet van de Grossglockner. Dit is de grootste gletsjer van Oostenrijk

 

Als je dat leest en ziet roept het de vraag op wie of wat nu verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Want rond 1850 , toen het grote smelten is begonnen, was er nog nauwelijks industrie in de wereld. In Engeland, het eerst industrialiserende land, was de Industriële Revolutie nog maar nauwelijks van start gegaan. Een land als Japan verkeerde nog min of meer in de Middeleeuwen en moest in 1853 door de Amerikaanse admiraal Perry bij de wereldhandel betrokken worden. Om van China en India maar helemaal te zwijgen.
Daar bij die Pasterzengletsjer is er dus voldoende stof om toch wat twijfel te hebben over het onheil dat wij zelf over onze aarde en onze kinderen zouden brengen met onze energieproductie en CO2 emissies.

 

Pasterzegletsjer

Vanaf het informatiecentrum over het NP Hohe Tauern had je een goed zicht op de Grossglockner. Als je hem eenmaal waargenomen hebt zul je zijn vorm gemakkelijk herkennen. Het is namelijk een gaffelvormige top. De beide uiteinden lijken op afstand even hoog. Maar in werkelijkheid  is het ene uiteinde toch nog 20 meter hoger dan het andere.

Grossglockner

De Pasterzegletsjer ligt aan de voet van de Grossglockner

Grossglockner

Grossglockner

HeiligenblutNa  de Kaiser Franz Jozef Höhe ging het bergafwaarts met ons, tot we uiteindelijk in het lieftallige dorpje Heiligenblut kwamen. Daar was het tijd voor versterking van binnenlandse zaken. 
Het is eigenlijk maar een piepklein plaatsje, dat vooral bekoort door haar ranke kerktoren. Overigens kenmerkend voor bijna alle kerken in dit deel van Oostenrijk.

We kwamen terecht bij naar wat het enige eethuis leek, de Dorfstüberl. Daar stond als aanbeveling Forellenfilet vermeld. Dat leek me wel wat. Die zou hier toch wel beter smaken dan ik een paar keer in Nederland had gehad. Daar vond ik forel vaak droog en smakeloos en nam het zelfs nooit meer.
Maar hier was het een andere wereld. Deze forel was een paar uur geleden in de plaatselijke beek gevangen. Vermoedelijk was hij in roomboter gebakken. Hij was zo zacht dat vel en graten zo mee naar binnen gleden, na je tong en gehemelte vorstelijk te hebben verwend.  Zelden zo’n lekkere vis gegeten als daar in Heiligenblut. Zal ik nog aan denken als ik het in Nederland nog een keer ga proberen.

De volgende avond wilde ik het nog eens proberen in het Hapimagrestaurant. Maar daar kreeg ik tot mijn verbijstering een gebakken zalm. Nou ik had toch duidelijk forel besteld. Ja, zalmforel zei de dienster en dat was dus zalm. Ja, ha ha . Dacht ik toch niet. Als je Lachfilet bestelt krijg je inderdaad zalm. Helaas kon ik de vergelijking met de forel in Dorfstüberl in Heiligenblut dus niet maken. Ik heb het later nog op Wikipedia opgezocht. Het verwarrende is dat de forel tot de vissenfamilie der zalmachtigen behoort. Maar hij smaakt totaal anders als een zalm.
In het vervolg in de Duits sprekende landen dus nadrukkelijk een “Blaue forel” bestellen en er aan toevoegen “keine Lachs”.


Zie ook De tochten naar de Rotgüldensee en Karwassersee in Lungau