Verslag Reis Tenerife van 23 februari tot 9 maart 2016

Tenerife heeft in velerlei opzichten veel te bieden. In de eerste plaats een uitbundige natuur met vooral veel bloemenpracht. Daarvoor moet je vooral aan de noordwestkust zijn. Zonaanbidders kunnen in het drogere zuiden hun hart ophalen. Voor de sportieven en natuurliefhebbers zijn er fantastische wandelingen te maken in en rond het Nationaal Parkt van de Pico Teide.  Los hiervan is het er goed van eten en drinken tegen niet onaanzienlijk lagere prijzen dan in Nederland. Verder heb je er nauwelijks een auto nodig omdat er een bijzonder goed openbaar vervoer is.Masca Barranca

Tenerife is het grootste van de Canarische eilanden. Het is ongeveer 2000 km2. Dat is iets kleiner dan onze provincie Drenthe (2680 km2) Het eiland telt  bijna 900.000 vaste inwoners en is daarmee dus aanmerkelijk dichter bevolkt dan Drenthe met haar bijna 500.000 inwoners.  Daarnaast bezoeken jaarlijks meer dan 4 miljoen buitenlandse toeristen Tenerife. Stel dat die er gemiddeld tien dagen verblijven dan is dat nog eens een permanente bevolkingsdruk van ruim 100.000 mensen.

Houd daarbij rekening met het feit dat het midden van het eiland uit onbewoonbaar bergachtig gebied bestaat en je kunt er onmogelijk meer door verrast zijn dat vrijwel het hele kustgebied vol gebouwd is.  Tijdens onze tocht van Santa Cruz naar Puerta de la Cruz, een afstand van ongeveer 35 km, zijn wij vrijwel geen onbebouwd gebied door gekomen.
Eerder was er ook al  weinig ongerepts aan de hele streek tussen het internationale vliegveld in het zuidoosten en de hoofdstad Santa Cruz in het Noordoosten.

Die bevolkingsdruk maakt ook dat het verkeer er erg druk is en dat het vaak een probleem is om ergens een parkeerplek te vinden.
Gelukkig of misschien wel daardoor heeft Tenerife een uitstekend functionerend openbaar vervoersysteem, dat je tegen zeer redelijke tarieven vrijwel overal heen brengt.  

Tegenover het nadeel van de grote drukte staat echter een uitbundige natuur en een aanzienlijk prettiger klimaat dan bij ons. Wel zijn er grote verschillen op het eiland. In het noordelijk deel is het gemiddeld een graad of zes, zeven koeler dan in het zuiden en ook een stuk vochtiger en minder zonnig. Dat was tenminste zo in de periode dat wij er waren, eind februari, begin maart 2016.
Dat gold dan voor de luchttemperatuur in de schaduw, die volgens Weeronline zo rond de 16 graden schommelde. Met de zon erbij voelt het echter een stuk warmer aan en is het verschil met het zuiden ook minder groot. Zo lang de zon scheen-  meestal was het half bewolkt-  kon je in zomerkleding toeven, maar anders niet.
Een goede tip voor een vakantie naar Tenerife is dus om wel warme kleren mee te nemen.


De vlucht
Wij vlogen dit keer met Easy jet, dat aanzienlijk goedkoper was dan de vlucht van twee jaar geleden naar Gran Canaria. Voor 2 personen inclusief een ruimkoffer betaalden wij slechts
€ 359 vice versa. Ons vliegtuig vertrok om 7.30 uit Amsterdam zodat wij de avond te voren bij Schiphol overnacht hebben. Dit was in Hotel Ibis.

Dit is een prima hotel om de nacht door te brengen. Het is relatief rustig gelegen. Er gaan zeer regelmatig shuttles naar en vooral van het hotel naar Schiphol (ook al ’s-morgens heel vroeg) en het kost maar € 59 voor een nacht (excl. ontbijt en vermeerderd met 3,34 city tax) ). Daarvoor krijg je een compacte kamer met goede bedden en een goede sanitaire uitrusting. Een goede tip van de receptie vond ik dat je je bij een volgende keer nog enkele euro’s kunt besparen als je rechtstreeks via hun eigen website boekt.


Santa Cruz de Tenerife
De eerste vijf dagen van onze vakantie logeerden wij in Hotel Principe Paz in de hoofdstad Santa Cruz de Tenerife.
Santa Cruz is een mooie stad. Dat is niet alleen door de rijke begroeiing, maar ook door de vele mooie gebouwen die het herbergt. Het moet dan ook een rijke stad zijn.
Interessante plaatsen die wij bezocht hebben waren het Plaza de Espagne, het Auditorium, de Iglesia de Nuestra Signora de la Concepcion, de overdekte markt , het Mercado , het Parque Garcia en de Palmentuin.

Bovendien is Santa Cruz  een geschikt uitgangspunt voor tochtjes in de omgeving. Die kunnen het beste met de bussen van Titsa gemaakt worden, omdat het zoals opgemerkt vaak moeilijk is de auto ergens te parkeren en het openbaar vervoer uitstekend functioneert. Daarmee zijn we naar La Laguna en naar Candelaria geweest en ten slotte ook naar onze tweede logeerplaats Puerta de la Cruz.

Een van de mooiste bezienswaardigheden in de stad zelf is El Auditorio,  het operagebouw. Het is een prachtige blikvanger, ontworpen door de zelfde architect die ook de meeste gebouwen van de Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia heeft ontworpen: Santiago Calatrava. Je kunt er een rondleiding krijgen, maar dat is ons vanwege de toegangstijden niet gelukt.

 

 El Auditorio

 

La Laguna                                                                                                                                                                                            Het historisch interessante La Laguna is Unesco werelderfgoed en ligt op 6,3 km van het centrum van Santa Cruz.  Vanuit Santa Cruz gingen we er met de tram heen, die er een half uurtje over deed. La Laguna was ons speciaal aangeraden door een Engelsman die ons bij het Auditorium vroeg om een paar kiekjes van hem en zijn Equadoriaanse vrouw te nemen. Verder moesten we van hem ook zeker naar Garachico. (zie verder)

Feitelijk vormen Laguna en Santa Cruz één aaneengesloten bebouwing. Santa Cruz telt ongeveer 200.000 inwoners en Laguna nog eens 140.000.  Hier is Tenerife dan ook dichtst bevolkt.

Omdat het niet echt zonnig was en dat voor het bezoeken van cultureel erfgoed ook niet echt noodzakelijk is, besloten we om direct de tweede dag naar La Caluna te gaan. Maar omdat La Laguna op 500 meter boven zeeniveau ligt was het er duidelijk voelbaar een paar graden minder warm. Zo lang de zon scheen was het echter zeer goed uit te houden en genoten we van onze koffiebreak op een pittoresk pleintje vlak bij de tweede kerk van de plaats, de Iglesia de la Concepcion met haar specifieke toren.

De koffie en cappuccino was hier zo goed en we zaten zo lekker dat we er nog een tweede ronde tegenaan gooiden met een goed stuk appeltaart en croissant.

Toch hebben we in La Laguna ook gewoon kou geleden in onze dunne zomerkakkies. We hadden dan ook meelij met die toeristen uit Noord Europa die dachten dat het hier zomer zou zijn en die er zelfs in korte broeken enz. bij liepen.

Het belangrijkste bouwwerk in La Laguna is de kathedraal: de Santa Iglesia Basilica de San Christobal de la Laguna. Interessant hier is de uitbeelding op tableaux van 2000 jaar Christendom, waarin je chronologisch alle gebeurtenissen die met het Christendom te maken hebben gehad langs kunt lopen. Zeer interessant, omdat we de geschiedenis nog nooit zo visueel vastgelegd hebben gezien.

  

La Laguna


 

 

La Laguna

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

La LagunaDe andere belangrijke kerk in La Laguna was de Iglesia de Nuestra Señora de la Concepción met daarbij de van zwarte lavabrokken gebouwde toren. Voor een luttel bedrag kon je deze beklimmen. Ik kon er bovenin prachtige foto’s van de stad en de omgeving maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

La Laguna

 

 

 

 

 

 

 

 

 

La Laguna

 

 

 

 

La LagunaLa LagunaLa LagunaLa LagunaLa Laguna Casino

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

La Laguna telt veel eeuwsche straatjes en fraaie pleintjes, omdat er nooit strijd om deze stad gevoerd is en het ook anderszins aan rampen is ontsnapt, zoals Garachico, een ander plaatsje aan de noordkust wel is overkomen.We kwamen dan ook veel rondleidingen tegen.

Toen we het hier gezien hadden en weer naar Santa Cruz wilden hoefden we op de bushalte amper vijf minuten te wachten voor er een bus naar onze thuisbasis verscheen. En mooie bushokjes dat ze hier hebben. Ik zag er onderweg een, dat was gewoon een artistiek hoogstandje.

Thuis gekomen gingen we ons even verkleden en daarna genoten we van een aperitief in de kleine uitspanning in het plantsoentje voor ons hotel. Het zat er gezellig vol, onder andere met families met kleine kinderen.  Ik zei tegen Maja dat het me wel leuk zou lijken als we Stijn hier mee naar toe zouden hebben genomen. Die zou zich híer ook wel kunnen vermaken leek mij. Maar zijn ouders zouden dat dachten wij toch een minder goed idee vinden .

Ze schonken er een uitstekend glas witte wijn, met een kommetje smakelijke olijven er bij. Het waren geen kinderachtige glazen en anders dan vaak in ons land bleef niet alleen de bodem nat. Het was een goede opmaat voor ons diner in ons hotel Principe Paz.


Zaterdag 25 februari
Santa Cruz de Tenerife
Deze stad is de thuisbasis van een van de belangrijkste havens in de Atlantische Oceaan. De stad heeft schitterende een architectuur, fantastische winkelmogelijkheden en vele verrukkelijke restaurants. Dat staat althans in de op internet toegankelijke  informatie. Maar dat is reclame.

De praktijk was dat toen wij de tweede avond eigenlijk niet weer in ons eigen hotel wilden eten, maar binnen loopbare afstand niet binnen een redelijke tijd een restaurant konden vinden dat een goede pers had en dat ook in de avond geopend was. Veel restaurants boden alleen maar lunchgelegenheid.
Dus bij terugkeer op de kamer zijn we maar direct op zoek gegaan naar een dinerlocatie voor de volgende avond.

Wat daarbij niet echt meehielp was dat mijn smartphone geen connectie kon maken met een lokale provider om mij weer eens niet duidelijke reden. Altijd wat met die apparaten. Vorig jaar in Frankrijk, Duitsland en nog een paar landen hadden we er geen centje pijn. Maar hier liet hij het dus afweten. Het blijven onbetrouwbare apparaten en het is veilig om te zorgen dat je er niet compleet van afhankelijk bent.

Maar stom genoeg hebben we tot nu toe nog nergens een fatsoenlijke plattegrond van de stad kunnen krijgen. Van ons hotel kregen we slechts een plattegrond van alleen de naaste omgeving, dus niet van het hele centrum.

Eigenlijk vinden we Tenerife niet erg op toeristen ingesteld. Dat is vreemd want die zijn hier de voornaamste inkomstenbron. Nergens in deze stad kom je bordjes tegen die naar de voornaamste attractie leiden. Dat was ook niet het geval in Laguna , dat nota bene werelderfgoed is. Wel kun je een rit per open bus te maken, waarbij je overal kunt uitstappen. Maar dit vinden wij altijd relatief erg duur. En met de beperkte loopafstanden hier is het ook niet nodig.

Je hebt dan echter wel een navigator nodig en dan liefst buiten  je smartphone om. Want navigeren  met je smartphone is erg duur hebben we gemerkt. Je krijgt na terugkeer dan een koude douche vanwege de rekening die in ons geval in de vele extra tientallen Euro’s liep.

Palmetum
Een eindje achter het Auditorium en ook nog achter het mooie Parque Maritimo Cesar Manrique ligt het Palmetum, dat claimt de grootste palmentuin van Europa te zijn. Het is gebouwd op de voormalige vuilnisbelt van Santa Cruz en bestaat nog niet zo lang. Hele oude bomen kom je er dus niet tegen. Toch hebben we geen spijt van ons bezoek, hoewel we aanvankelijk wel tegen  de entree van €6 p.p. aanhikten. We hadden immers twee jaar geleden op Gran Canaria ook al een fantastische mooie botanische tuin  bekeken en zou deze  dan niet tegenvallen? Nee dus, want elke tuin is weer totaal anders. De waarde van deze tuin lag namelijk ook in de fraaie uitzichten die je had op de omgeving: de stad, de zee en het Anagagebergte.

Santa Cruz Palmetum

Santa Cruz Palmetum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vele bankjes nodigden  uit om het geheel eens rustig in je op te nemen. Prettig was ook dat het er niet druk was. We zijn er dan ook tenminste twee uur geweest en hebben er mooie foto’s kunnen maken.

 

 

 

 

 

 

Restaurant Plaza 18
Deze avond zouden we dit restaurant aandoen, dat volgens diverse beoordelingssites tot de beste van de stad zou behoren. Dat mag zo wezen, maar wij hadden daar na afloop een andere mening over, wat dan misschien iets zegt over de kwaliteit hier in het algemeen. Toen wij namelijk nog met ons voorgerecht bezig waren kwam de ober ons onverhoeds al het hoofdgerecht op tafel zetten onder het mompelen van een excuus. Voor ons betekende dat in een keer een diskwalificatie van een restaurant naar weinig meer dan een cafetaria. In plaats dat de ober het gerecht weer mee nam liet hij het staan.  

Verder bleek bij het hoofdgerecht , een gevulde kippenborst, die op zich wel lekker was maar die beter in een paar hapklare brokken had kunnen worden opgediend, dat de bijbehorende salade absoluut niet aangemaakt was. En zelf kon je dat niet zelf doen, want er stond niets op tafel. De frietjes waren ten slotte op de vingers van twee handen te tellen.

Verder was het binnen een geweldige herrie. Wij konden elkaar bijna niet verstaan. Akoestisch was de zaak niet in orde. We waren binnen gaan zitten, omdat het op het buitenterras , dat wel gezellig was aangekleed, deze avond te koud was.


Hotel Principe Pas
Nee , dan ons hotel Principe Pas. Dit middenklassehotel ligt zeer gunstig in het midden van de oude stad Santa Cruz.. Er tegenover ligt een intiem plantsoen waar families vooral aan het einde van de middag een versnapering komen halen.  Dat leidde tot een rustige omgeving. Het ligt op driehonderd meter lopen vanaf een tramhalte en op tien minuten lopen vanaf het busstation. Santa Cruz de Tenerife

Er had alleen wel wat meer informatie mogen zijn. In de kamer was niets te vinden over de naaste omgeving en verder.

De kamers waren goed en proper. De bedden waren voor ons aan de nogal harde kant. Verder was het er inpandig wat gehorig.

 

 

 

 

Er was een uitgebreide ontbijtservice. Je had de keuze tussen drie soorten menu’s. Het lichtste was de Franse variant die € 2 kostte. Dan het lichte opgediende ontbijt van €4, waar wij voor kozen en dat bestond uit een glas vers geperst sinaasappelsap, een schaaltje vers fruit en een kommetje musli waar je een bekertje yoghurt of kwark doorheen kon mengen. Daarbij koffie of thee naar keuze. Ten slotte kon je een uitgebreid ontbijtbuffet nemen voor  €8.

’s-Avonds kon je er vanaf 19.00 uur beperkt dineren. Je had dan een keuze tussen twee driegangen dagmenu’s voor €12. We hebben er vier keer gebruik van gemaakt, want de eerste keer dat we in een van de als beste beoordeelde restaurants gegeten hebben, Plaza 18 dus,  viel dat zo tegen dat we de volgende avond weer in Hotel Principe zijn teruggekeerd.


Vrijdag 26 februari
Vandaag supergoed weer gehad. Eerst hebben we een leuke, intieme mercado bezocht, de Mercado de Nuestra Senora de Africa. Deze was weliswaar lang niet zo groot als de grote mercado in Valencia, maar was qua entourage minstens zo mooi.

Santa Cruz Mercado

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Santa Cruz Mercado

 

 

 

 

 



 

 

 

 

 

 


Santa Cruz Mercado

 

 

 

 

 

Candelaria

Daarna liepen we naar het nabijgelegen busstation om de bus naar Candelaria te zoeken. Candelaria is een mooi  plaatsje aan de kust waarvan beweerd wordt dat de vroegere inheemse bewoners, Couanches genaamd, er een aangespoeld beeld van de heilige maagd hebben gevonden en in bewaring genomen, d.w.z  in een grot hebben geplaatst om het daar vervolgens te aanbidden. Toen de Spanjaarden het eiland veroverd hebben zouden ze het naar een basiliek hebben overgebracht. Maar die raakte bij een gelegenheid overstroomd en daarbij zou het beeld opnieuw het ruime sop hebben gekozen. Ze bewaren er sindsdien alleen nog een kopie in wat nu de Basiliek van de Zwarte Madonna van Candelaria heet. Maar ook een kopie kun je natuurlijk aanbidden.

Candelaria

Nu wordt de Zwarte Madonna er nog steeds aanbeden. In de aan haar gewijde kerk, Basílica de Nuestra Señora de la Candelaria dat uiterlijk nauwelijks de vorm van een kerk heeft en een gebouw van grote schoonheid is, is een prachtige fresco met daarin een nis te zien.

 

 

 

 

 

 

 

Heel apart zijn verder de beelden aan de zeezijde die de Gouanches symboliseren die er de wacht houden.

Candelaria

Als je de voornaamste attracties van Candelaria hebt gezien, d.w.z de kerk van de Zwarte Madonna  en de beelden langs het strand is het goed verpozen op het terras van Palmelita Candelaria. Van daar kun je in alle rust het prachtige gebouw aan de overzijde van het plein bekijken en genieten van een drankje en een hapje. Voor 2 prima broodjes , een glas witte wijn en een koffie capuccino betaalden we € 11. In Nederland zou alleen de baguette schat ik al € 8 gekost hebben. En dan zonder zon en deze geweldige entourage”.

Candelalaria

Het is hier dan ook onwaarschijnlijk goedkoop. Waar dat aan ligt weet ik niet want Tenerife is toch een behoorlijk toeristisch eiland en veel van de spullen zullen toch van het vasteland aangevoerd moeten worden.

Na deze versnaperingen hebben we gezocht naar het  museum, dat we op internet ontdekt hadden. Het ging om het Museum van Dimas Coello, een bekend kunstenaar. Kennelijk was dit vroeger het gemeentehuis van Candelaria geweest, dus het  Ayuntamiento de Candelaria aan de Antón Guanche 1.

Niemand in dat plaatsje had er echter van gehoord , op een dame na die ons slechts vagelijk de weg erheen kon duiden.
Ineens realiseerde ik mij echter dat ik een smartphone bij me had , waarmee ik sinds gisteren weer verbinding met de wereld kon maken.
CandelariaEerst via google de naam van het museum invoeren. Inderdaad , er bestond zoiets in Candelaria. Er stond zelfs een adres bij. Nou toen was het via Google maps gauw gepiept. Kortom je kunt beter je smartphone raadplegen dan de mensen om je heen.(Het kostte me zo bleek bij thuiskomst later wel heel  wat aan roamingkosten) 

Bleek het uiteindelijk om een expositie te gaan die al voorbij was. Nog niet voorbij was echter was een expositie over het carnaval in Candelaria. Nou wat mij betreft was deze interessanter dan wat ik verwacht had aan te treffen. Mooie plaatjes geschoten hier.

 

 

Candelaria

Toen we het in Candelaria gezien hadden en weer naar Santa Cruz wilden hoefden we op de bushalte amper vijf minuten te wachten voor er een bus naar onze thuisbasis verscheen. En mooie bushokjes dat ze hier hebben. Ik zag er onderweg een, dat was gewoon een artistiek hoogstandje.

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het ritje naar Candelaria , een kleine 20 km betaalden we samen  €4,75. (Enkele reis) Verder heb je hier Bonokaarten, een soort strippenkaart die het nog wat goedkoper maken.
Er is hier zelfs een tram die je voor één strip t.w.v. €1 helemaal naar La Laguna brengt, 6 km vanaf Santa Cruz. (Een werelderfgoedlokatie)
Kortom,  het openbaar vervoer is hier zo goed geregeld dat we nu al vier dagen niet de behoefte hebben gevoeld om een auto te huren.

Het is ook best wel comfortabel, met het openbaar vervoer hier. Je hoeft niet op te letten, je kunt goed de omgeving in je opnemen en je beleeft het land en zijn bevolking meer dan in je eigen wereldje als je een auto huurt. Verder hoef je niet te zoeken en te betalen voor een parkeerplaats.

Thuis gekomen gingen we ons even verkleden en daarna genoten we van een aperitief in de kleine uitspanning in het plantsoentje voor ons hotel. Het zat er gezellig vol. Ook met families met kleine kinderen.
Ze schonken er een uitstekend glas witte wijn, met een kommetje smakelijke olijven er bij. Het waren geen kinderachtige glazen en anders dan vaak in ons land bleef niet alleen de bodem nat. Dat was een goede opmaat voor ons diner in Hotel Principe Pas.

Het voorgerecht hier deze dag was meloen met Iberische ham. Niet alleen dat die meloen lekker rijp was, het was ook gewoon aantrekkelijk opgemaakt. Daarna kwamen de moten gepaneerde kabeljauw met een verse salade, die je eigenhandig kon aanmaken.
Voor de koolhydraten had je een broodje. Aan frites deden ze hier niet hadden we al eerder gemerkt. Maar met dank aan de olijven in het plantsoentje naast het hotel hadden we er toch genoeg aan. Als derde gang nog een zeer smakelijk strawberry- en chocolade-ijs met een lekker sausje. En dan dus nog koffie, als gratis toegift.

Volgend jaar zouden we wel drie weken naar Tenerife kunnen met die prijzen, als we dan nog niet uitgekeken zijn.
Ten slotte was het bedienend personeel aan de balie en het restaurant vriendelijk en behulpzaam.
Samenvattend , rekening houdend met de prijs een aanrader. We hebben er een review op Trip Advisor van gemaakt, waar we veel meer ervaringen mee gedeeld hebben.

Zondag 27 februari
Parque Garcia Sanabria
Santa CruzWaar je beslist heen moet in Santa Cruz is niet een bepaald restaurant maar het Parque Garcia Sanabria. Het is een prachtig aangelegd park met zowel waterprojecten, beelden, fonteinen, kleine speeltuinen voor kinderen en gezellige paviljoens, maar  bovenal met een oogstrelende vegetatie.

Het is een feest voor het oog, de mooiste planten, struiken en bomen, waarvan een groot deel in bloei staat. Dat het hier eind februari is maakt blijkbaar weinig uit, want het verschil tussen winter en zomertemperatuur is hier maar een paar graden.

 

Santa CruzDe natuur lijkt hier het hele jaar wel op zijn mooist. De uitbundigheid in bloei is wat ons betreft de grootste pré van Tenerife, tenminste van dit deel van  het eiland, ten opzichte van ons land.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Santa CruzIn plaats van ergens aan de woestijnkust in het zuiden de hele dag op het strand te liggen - hoewel dat strand tegenvalt-  kun je op een van de talloze comfortabele banken in dit park de hele dag een boek gaan zitten lezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Santa CruzDank zij dit park zouden we hier elk jaar wel een tijdje willen doorbrengen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Santa Cruz

 

 

 

 

 

Teruglopend van  het park naar ons hotel liepen we over de Avenu van de 25e juli. Hier keken we onze ogen uit, zoveel prachtige gebouwen als hier stonden.

Als econoom vraag ik me dan af waar de bewoners hier de rijkdom vandaan gehaald hebben om zoveel fraais te kunnen neer zetten. Toch niet alleen van het toerisme zou je zeggen. Want als ik naar de personele bezetting van het restaurant van ons hotel  ' s- avonds kijk en naar hun prijzen dan moet daar volgens mij geld bij, ook al liggen hun lonen aanzienlijk lager dan bij ons.

Het geheim zit denk ik hier in de overvloedig producerende landbouw. Dat is met dank aan de vulkanische bodem van Tenerife, die in combinatie met de regenval zeer vruchtbare grond oplevert, waardoor dit deel van  het eiland vol staat met bijvoorbeeld bananenplantages

Onderweg zochten we ook het parlementsgebouw van de Canarische eilanden op. Het was tussen de straten nauwelijks te vinden. Of de democratie hier veel voorstelt weet ik niet maar aan het parlementsgebouw te zien zou je het niet zeggen.


"A wodka please "
Plaza de San FranciscoDe laatste avond in Santa Cruz maakten we nog een ommetje om ergens even gezellig een drankje te nuttigen. We liepen naar de Plaza de Espana. Om de hoek daarvan, aan de Calle Marina troffen we daar café Atlantico.

Het hield het midden tussen  een bruin café, maar dan wel een van het chiquere soort en een grand café. Je zou er mooi een live orkestje kunnen plaatsen. Dat was er dan wel niet, maar in plaats daarvan klonk er sfeervolle jazzmuziek uit een luidspreker. De zangeres  had wel iets van onze Nederlandse Rita Reijs.

 

Na enige tijd kwam er een lange ober naar ons tafeltje en vroeg wat we wilden. Hij droeg een paardenstaart en zag er niet echt als een ober uit. Voor Maja een vino blanco en voor mij een wodka. Dat laatste  leek hij niet te verstaan. Ik herhaalde het nog eens zo gearticuleerd mogelijk. Nou, daar had hij nog nooit van gehoord. Wat was dat dan wel? Ik zei dat het een soort Russische gin was. Of ik dan gin wilde. Nee, wodka dus . Nou, hij zou het wel aan de barman vragen. Even later kwam paardenstaart er weer aan. Wat ik er door wilde, lemon of zo? Nee zei ik, ik wil het puur en wel koud graag. Doe er maar wat ijsblokjes bij. Hij aarzelde, echt geen lemon? Een Engels stel twee tafeltjes van ons vandaan  -verder was de zaak nog leeg-  hoorde het besmuikt lachend aan.

Toen paardenstaart even later het bestelde kwam brengen schrok ik me zo wat lam. Kwam hij daar toch  met een bel wodka aan. Niet normaal. Ik schatte dat er wel een kwart liter in dat glas zat. Jezus, dat was toch niet de bedoeling. Ik zei tegen hem dat het veel te veel was. Nou ja , daar had hij niet van terug. Ja, wat moest je daar nou ook aan doen? Er zat niets anders op dan het manmoedig langzaam, vooral langzaam, leeg te drinken.

Ik baalde goed want wat zou dat ook nog wel niet kosten. In Nederland betaalde je voor een vingerhoed van dat spul al gauw een eurootje of drie. In dit glas, het was een heel groot cognacglas , gingen er minstens tien in. Het zou toch niet best zijn als ik dat allemaal ging opdrinken. Maar ik had er wel voor betaald. En als je er voor betaald hebt... een bijna ondraaglijk dilemma.

Gelukkig was de avond nog lang niet om, ik zou er wel twee uur over kunnen doen. Maar dan nog. Ik slobberde voorzichtig wat van de oppervlakte weg. Ja hoor, het smaakte naar wodka. Niet zo lekker als afgelopen vakantie in Krakau, maar daar werd het dan ook in een passend glaasje geserveerd en was het voldoende koud geweest. Hier moest het afkoelen door de ijsbrokken die er in lagen.

Toch hebben ze mij na afloop niet de zaak hoeven uit te dragen. Het ijs had blijkbaar toch een groter deel van het volume ingenomen dan het zich aanvankelijk had laten aanzien. Ik had de bel tot op de bodem geledigd .

Toen kwam de rekening. Het wodka-avontuur kwam op €2,75. Geweldige stad toch, dat Santa Cruz de Tenerife. Die nacht heb ik goed geslapen.


Zondag 28 februari
Na nog even naar het Parque Garcia de Sanabria te zijn gelopen voor een paar mooie foto’s liepen we terug, namen nog een broodje bij de broodsalon op de hoek van ons hotel en lieten ons daarna door een taxi naar het centrale busstation vervoeren. Vandaar zouden we de rit naar Puerta de la Cruz met een streekbus van de Titsa ondernemen. Licht tot onze verbazing hoefden we nauwelijks tien minuten te wachten of er ging er al een.

Het was ongeveer 30 kilometer en onderweg deed de bus het regionale vliegveld Noord aan. Al die tijd er heen en daarna ook  hebben we geen enkele onderbreking in de bebouwing onderweg opgemerkt. Dit deel van het eiland is echt heel dicht bevolkt. Het leek Maleisië wel, waar we ook geweest zijn.

Verder was het verbazingwekkend hoe de weersomstandigheden hier op korte afstand verschilden. Toen wij vertrokken was het zwaar bewolkt. Maar hoe dichter wij Puerta de la Cruz naderden hoe beter het weer werd. Toen wij daar aankwamen was het zelfs lekker warm in de zon.

Die avond hebben wij in een druk beklant restaurant gegeten. Het was op advies van een dame uit een toeristenbureau en heette  Meson Los Gemelos. Het was zeker niet slecht en voor de prijs ook zeker niet te duur. Als voorgerecht namen we een Gambia cocktail a € 7 Daarna als hoofdgerecht een visje met friet en een stukje vlees met friet en een beetje groente. Daarbij een halve liter witte wijn. Dit alles tezamen voor € 38,75. Niet duur en een drukke gezellige ambiance.


Maandag 29 februari

Puerta de la Cruz
Puerta de la CruzOnze eerste volledige dag in Puerta gingen we eerst maar eens de stad bekijken en dan nu wat meer de andere kant van de boulevard als waar we gisteren geweest waren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lago MartinzezZo kwamen we dan ook bij die bekende trekpleister van Puerta de la Cruz, het Lago Martianez, een aangelegd zwem-en zonneparadijs, waarvan de bassins gevuld zijn met oceaanwater.

Het is net zoiets als we ook in Santa Cruz gezien hadden. Dit was het prettige  alternatief dienen voor het ontbreken van goede stranden.

Het zag er allemaal heel gaaf uit, zeer luxe. Gek alleen dat er niemand was, terwijl het toch redelijk weer was, d.w.z. half bewolkt.

 

 

 

Puerta de la CruzAls je langs  de kustpromenade loopt kom je er vanzelf. Onderweg daar naar toe passeerden we een paar erg gezellige terrassen.

Het Lago Martianez bleek echter gesloten. Een paar dagen later toen we er weer langs kwamen was het er wel vol. De entree is € 5,50 p.p. Veel duurder dus dan in Santa Cruz. Uiteraard kun  je overal drankjes en hapjes krijgen, zodat je er best een dag kunt doorbrengen.

 

 

 

 

 

Die avond hebben we gegeten in pizzeria  La Tasquita Rustica aan de Plaza Charco.
Voor de entourage hoef je er niet heen, maar wel voor de pizzas. Die zijn uit de kunst , zowel qua volume als qua smaak. Daarbij schonken ze ook nog eens een smakelijke vino blanco. Daarom na twee glazen vooraf nog eens een halve liter bij de pizzas. We kwamen er via een mooi begroeide getrapte straat.

 

Puerta de la CruzDe pizza met zalm met rucolasla en snippers parmazaanse kaas was prima en mijn keuze , de pizza gouanches, waarin onder andere banaan en kaas was verwerkt, Maja’s keuze was eveneens zeer smakelijk.

Dit was overigens niet het restaurantje, waar we naar op zoek waren. Toen we volgens onze navigator nog tweehonderd meter te gaan hadden gaf de accu van mijn  smartphone er net te vroeg de brui aan,  ondanks dat we al op een holletje liepen om het doel te bereiken. Het zou aan het Plaza de Benito liggen, maar de man die we ten slotte vroegen kon dat  niet uitleggen. Dachten we het ding uiteindelijk gevonden te hebben, bleek het een heel andere plaza te zijn.

Een toevalstreffer? Ik krijg de indruk dat bijna overal de kwaliteit van de restaurants wel goed is. Dat kun je ook zien aan de reviews op Trip Advisor en Zoover.
In totaal waren we €28,50 kwijt. Het eten is hier in Santa Cruz stukken  goedkoper dan in Nederland.

Puerta de la Cruz

 

Puerta de la Cruz


1 maart  La Orotava
La Orotava moet je zeker gaan zien, vooral als je in Puerta de la Cruz bent. Die plaats mag dan interessant zijn vanwege  de fraaie  promenade langs de kust, La Orotova biedt veel meer historisch schoons.  Het is een happy mix van een openluchtmuseum van nog levende gebouwen met fraaie vergezichten op de omgeving waaronder de oceaan. In veel van die oude gebouwen zijn smaakvol ingerichte restaurants gevestigd.

Casa de los BalconesHet onbetwiste hoogtepunt van dit stadje is het Casa de los Balcones. Dit  is niet een gebouw waar je alleen langs loopt en er even naar kijkt, samen met honderd anderen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Casa de los BalconesWe konden er gratis naar binnen, waarschijnlijk omdat je er ook heel wat dingen kon kopen, wat ik ook gedaan heb. Zo werd er veel leuke Canarische kunst verkocht, waaronder fraai keramiek.

Maar ook kleding. Dat alles werd in een zeer sfeervolle omgeving aan de man gebracht. Dit gebouw heeft namelijk haar middeleeuwse karakter ook van binnen nog bijna geheel behouden.

 

 

 

 

Verder mag je niet voorbij gaan aan wat hoger gelegen  Jardin de la Victoria, ook aangeduid trouwens als Jardin del Merquesado de la Quirine Roja, waarin een klein mausoleum is ogenomen. Vanuit deze tuin hadden we bovendien een geweldig mooi uitzicht op de stad. De twee kerken in het stadje waren eveneens een bezoekje waard en wel vooral vanwege de specifieke Canariaanse stijl, dat wil zeggen met veel houtsnijwerk dat de kerk van binnen een warme uitstraling geeft.

Orotava

 

 

 

 

 

 

 

 

La OrotavaWij hebben geluncht in een aan een rustiek plantsoentje voor de Eglise de la Concepcion gelegen restaurantje, Bar Restaurant La Duquesa aan de Plaza Patricio Garcia 6b. Het zat er bomvol , we konden nog maar net het laatste tafeltje buiten in bezit nemen. Het dagmenuutje  van €7,50 bestond voor mij uit een bord prima linzensoep, gevolgd door een smakelijke paëllaschotel met kip.
Inbegrepen was verder brood en een glas heel acceptabele witte wijn. En dan nog een soort chipolatapuddinkje toe.

Ondanks de geweldige drukte kon de beperkte bediening van zo te zien. vader en dochter het goed aan. Alleen het damestoilet bleek verwaarloosd, geen water, geen zeep en geen papier. Vreemd. Aan het herentoilet  mankeerde niets.

Ook hebben we de voornaamste kerk van Orotava natuurlijk bezichtigd. Het interieur van de kerken hier verschilt haast hemesbreed van die bij ons, zoals op bijgaande foto te zien is.

La Orotava

 


Woensdag 2 maart
Vandaag was het de eerste dag dat we eigenlijk niets bijzonders gedaan hebben. Tegen de middag klaarde het weer op en hebben we voor het eerst een paar ligstoelen bij het zwembadje een tijd bezet gehouden. Dat was prima te doen. De zon hoeft hier echt niet volop te schijnen om het aangenaam aan te laten voelen. Als ie wel volop schijnt is het ons al gauw te warm. Toen er schaduw kwam zijn we verhuisd naar het dakterras, waar je de hele dag in de zon kunt liggen. We hebben dus nu ook voor het eerst zonnebrandcrème gebruikt.

Om een uur of zes gingen we ons opmaken om naar het voor deze avond uitverkoren restaurant te gaan. Dat was restaurant Gourmet Bambi, dat hoog stond aangeschreven bij Trip Advisor.

Puerte de la CruzHet was maar tien minuten lopen vanaf Hapimag. Onderweg liepen we door een schilderachtig straatje, half trap, half steeg, aan weerszijden welig begroeid met bougainville en andere bloemenpracht.

 

Restaurant Bambi was een Roemeens restaurant. De eigenaar was ook een Roemeen en woonde al vijftien jaar hier op Tenerife. Samen met zijn vrouw dreef hij dit restaurant vertelde hij ons.

Het was het eerste restaurant voor ons op Tenerife dat ook echte oogde als een restaurant en niet als een eethuis of een eettent of iets wat daar het midden tussen hield. Zo was er voldoende afstand  tussen de tafeltjes gehouden, die al gauw na openingstijd vrijwel allemaal bezet raakten. Een goed teken dus. De royale ruimte maakte , samen met de overwegend uit beschaafde oudere stellen bestaande gasten, dat geluiden slechts gedempt doordrongen. De mensen zaten hier meer te smikkelen dan te converseren. Beloofde ook veel. De achtergrondmuziek was ook net precies goed. In dit établissement was duidelijk over alles goed nagedacht. Het had een moderne uitstraling, beetje designachtig.

 

Wij bestelden een salade van het huis, een Salade Bambi dus. Hij was zeer smakelijk met ook stukjes avocado. De salade was rijkelijk, misschien wel iets te veel, met olijfolie besprenkeld.  

Daarna kwamen de beide hoofdgerechten . Voor mij een verrukkelijke gebakken dorade . Als bijgerecht waren er aardappelen in de schil die je in een pittige groene mojo, dat is Spaans voor sausje, kon dopen. Daarbij een prettige mix warme groenten.
Maja had de Arroz Pilaf Con Pato Y, wat een soort risotto als basis had en wat ook het gehemelte streelde.

De absolute aanrader hier was echter de cappuccino. Hoewel hij maar € 1,60 kostte,  was het de lekkerste die we in jaren geserveerd hadden gekregen. Je kreeg er een rietje bij om de koffie op te slurpen. Bij veel andere restaurants nadien kregen we een oploskoffie.
De totale rekening voor 2 personen kwam op bijna € 55.

 

Donderdag 3 maart
Bezoek aan de Botanische tuin van Puerta de la Cruz
Eind van de ochtend liepen we eerst nog even het centrum in om het mooiere gedeelte van Puerta de la Cruz te bekijken. Daarna liepen we naar de Botanische tuin. Ik had wel een beetje twijfel of deze nog iets zou toevoegen aan de indrukken die we twee jaar eerder in die prachtige botanische tuin op Gran Canaria hadden opgedaan. De entree was € 6 en als het dan tegenvalt. Maar we hebben het toch gedaan en het viel niet tegen.
Het was misschien wel de mooiste tuin die we tot dan gezien hadden. Op sommige plekken waande je gewoon in een sprookjestuin.

Puerta de la Cruz

Toch is het een botanische tuin. Dat houdt in dat het een wetenschappelijk karakter heeft en ook wetenschappelijk beheerd wordt, vaak door een universiteit. Een andere functie van veel botanische tuinen is dat ze bescherming bieden aan bedreigde plantensoorten en verder dat ze van dienst zijn voor iedereen die er studie van wil maken, net als in een bibliotheek.
Deze botanische tuin was niet specifiek ergens in gespecialiseerd zoals de palmentuin in Santa Cruz dat bijvoorbeeld wel was.

Deze tuin was een lust voor tenminste drie zintuigen, voor de ogen,  de neus en voor de oren. Het laatste vanwege de vogels die er huisden. Het zou als de Hof van Eden kunnen fungeren als het verhaal van Adam en Eva ooit nog eens verfilmd zou worden.


Vrijdag 4 maart

Tocht naar de Pico del Teide
Hiervan hebben we een aparte kleine reportage gemaakt. Zie "Tocht naar de Pico Teide"

Tocht naar de Pico del Teide

 

Zaterdag 5 maart

Masca
Ook hiervan hebben we een aparte kleine reportage gemaakt. Zie “Benauwd avontuur op weg naar Masca”

Magisch Masca

Vanuit Masca hoefden we gelukkig niet weer terug over de zelfde weg, maar konden we ook naar Bueno Vista dat aan de kust lag. Dat was een heel wat betere weg, waarbij ook regelmatig uitsparingen gemaakt waren om voor elkaar te kunnen uitwijken. Daar reden dan ook de  bussen van touroperators. Het was een hele mooie route met tal van miradors, waarbij je op de oceaan kon uitkijken.

Vlak voor Buena Vista zagen we twee enorme sleuven in een berg. Dat moest door mensenhanden ontstaan zijn. Het bleek dat men hier de vulkaanbodem gedeeltelijk had afgegraven om deze elders te gebruiken voor het aanleggen van  bananenplantages. Die oude vulkanische as zit namelijk vol mineralen.

Buena Vista zelf leek ons niet interessant genoeg voor een stop en we wilden ook wel voor donker op onze  thuisbasis zijn. Daarom reden we door naar Garachico.

 

Garachico
Dit is een van de onverbiddellijke trekpleisters van  het eiland. De reden is dat het in 1709 door een uitbarsting van de Teide bijna volledig is verwoest door de van deze berg afkomende lavastroom, die de haven instroomde. De gevolgen zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar. Er is een pad aangelegd tussen de in de oude haven terecht gekomen lavabrokken. Alleen het Castillo de San Miguel heeft dat toen overleefd en is nu als museum te bezichtigen.

Garachico

 

Garachico

GarachicoNet toen wij het plaatsje weer wilden verlaten groepeerde zich bij de kerk een optocht, die vervolgens met veel Garachicotamtam door de smalle straatjes trok. Veel stoetleden waren opgetuigd als oude Gouanches. We waren getuige Garachicovan weer eens een groot feest. Het trok veel publiek.

Garachico

 

 


Zondag 6 maart
“Sitio Litre” ofwel de Orchideeëntuin van  Puerta de la Cruz

Voor wie niet de hele dag in de zon wil zijn is dit een ideale plek voor verpozing. Hoewel de naam orchideeëntuin niet de hele lading dekt is het dank zij  het karakter van de tuin zeker geen teleurstelling om deze te betreden.

Sitio LitreHet is namelijk ook tegelijk een bezoek aan het verleden. Een verleden waarin je kunt wanen een ontmoeting met Agatha Christie te hebben. Want deze beroemde detectiveschrijfster  heeft deze tuin  in 1927 bezocht, toen ze in Puerta de la Cruz verbleef. Ze schreef hier  toen haar roman “The mysterious Mr Quin”, waarvan de plot in Puerta de la Cruz speelde. In een romantisch prieel was haar conversatie met de vreemde heer in een fraai stilleven uitgebeeld.

 

 

 

Sitio LitreDeze tuin heeft  trouwens veel meer beroemde bezoekers getrokken. Zoals de ook beroemde Duitse ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt., die na een reis naar Zuid-Amerika enkele dagen op Tenerife verbleef en toen het Orotavadal bezocht. Hij was zo verrukt van de schoonheid van deze omgeving dat hij aan zijn broer schreef dat hij op al  zijn reizen nooit zoiets moois als het Orotavadal had gezien. Ook van hem stonden er enkele beelden in deze tuin.

 

 

 

De al 240 jaar oude tuin  is ontworpen en onderhouden door Britse families. De tijd is hier stil blijven staan, maar de planten niet.  Zo stond er een drakenpalm van meer dan 600 jaar oud.

Sitio Litre

 

 

In de tuin is ook een royale afdeling afgezonderd voor de orchideeën. Vandaar dat het dus ook wel de orchideeëntuin van Puerta de la Cruz genoemd wordt. Mogelijk om zich te onderscheiden van de veel grotere botanische tuin even buiten het centrum die we ook bezocht hebben. Maar deze tuin heeft zo een eigen, intiem karakter dat dat niet nodig is.

Sitio Litre

Het is ook een tuin voor rustzoekers. Toen wij er waren liep je elkaar bepaald niet in de weg.
In het paviljoen kon je wat kleine dingen nuttigen. Jammer genoeg viel de koffie tegen, omdat ook hier met oploskoffie gewerkt werd.

Sitio Litre

Deze tuin was in ieder geval voor ons zijn toegangsprijs van € 4,75 alleszins waard.

 

Maandag 7 maart 2016
“Met Maja naar de Playa”
Dit was onze laatste volle dag op Tenerife. Onze laatste overnachting hadden we gepland in Abrigos, ongeveer tien minuten rijden van het Aeropuerto Sud. We reden er heen via de westzijde van het eiland, want die hadden we nog niet gezien en daar lag ook dat beroemde strand Playa de las Americas, waar al heel wat van mijn gymvrienden geweest waren en wat zo wat in elke reisbrochure warm wordt aangeprezen. Het was dan ook het warme deel van het eiland, daar waar het hooggebergte de wolken niet opstuwde en het zonniger en dus graden warmer was.

Maar toen wij er aan kwamen was het helemaal niet zonnig, het was er nota bene zelfs meer bewolkt dan in de plaatsen langs de noordkust waar we langs gekomen waren. Hoe het weer daar dus kan verkeren.

Het eerste dat wij vanaf de weg te zien kregen aanblik waren hectares appartementenakkers die min of meer dakpansgewijs tegen de helling van een berg waren aangelegd. Zonder dat we er ook maar enig groen tussen of rondom ontwaarden.

Even later kwam de afslag Playa de las Americas. Toen we deze  plaats inreden , leek het aanvankelijk een complete stad te zijn. We hadden ontiegelijk veel geluk dat er net iemand wegreed uit de onafzienbare rij langs de toegangsweg geparkeerde auto’s , want anders hadden we die playa die dag misschien wel helemaal niet te zien gekregen. En dan waren we een belangrijke ervaring armer gebleven.

Het was vanaf onze parkeerplek maar een paar honderd meter lopen of we zagen tussen de hotels door - iets anders dan hotels staat er nauwelijks-  het water van de oceaan al.  Even later liepen we op de promenade.  

Toen was het ook duidelijk wat voor plaats het was. Het was helemaal geen stad. Want een stad heeft een centrum. Dit was meer weg een stuk lintbebouwing langs een strand. Nou ja, strand. Het grootste deel van dit strand mocht die naam niet dragen, tenminste als je een strand definieert als een strook zand langs de zee. Dat mag dan gelig, wit of zwart zijn, maar het moet wel uit zand bestaan of desnoods heel fijn gruis. Maar het grootste deel langs deze promenade was rots.

Deze promenade met de aan landzijde bouwsels was eigenlijk een lintworm van verscheidene kilometers lang en een paar honderd meter dik.

Op en vooral langs deze promenade speelt alles in Playa de las Americas zich af. Dat alles bestaat uit een oneindige lange processie van voortschuifelende mensen en een nog grotere groep die op de belendende terrassen daar naar zit te kijken. Het is de grootste pantoffelparade van Europa en misschien wel van de wereld. Veel menselijk schoon valt er echter niet te bewonderen. Ik heb nog nooit zo’n langgerekt defilé van ouderen, oudjes en stokouden bij elkaar gezien. Ik ben zelf nu 73 , nog goed ter been, en ik voelde me hier niet minder dan een jonge hond. Want alles is relatief niet waar? Maja zei ook dat ze het goed met mij getroffen had, als ze om zich heen keek. Dat gaf natuurlijk een hele kick.

De enige mensen die hier nog in aanmerking kwamen voor voortplanting waren diegenen die van het naburige continent kwamen en die je nog niet zo lang geleden met “negers” mocht aanduiden. Zij stonden naast de promenade en belaagden vanaf de kant het publiek met polshorloges, tassen en zonnebrillen. Volgens mij met weinig succes. Geen wonder dat een van de vrouwen dan ook een heel zwart gezicht trok, toen ze voor de zoveelste keer bot ving. Ze zou dan ook beter kunnen proberen om viagrapillen aan de man te  brengen.  Of attributen voor de rolstoel, want die reden hier ook volop. We zagen de nieuwste snufjes op dat gebied. Zoals een scootmobiel voor twee personen.

Vanwege al dat rollende materieel hier was het maar goed dat de promenade weinig verheffingen had. Want je moest er toch niet aan denken dat een licht dementerende opa in een rolstoel aan de aandacht van zijn kleinzoon zou ontsnappen en niet meer wetend hoe de rem te hanteren op een terras vol met etende en drinkende  mensen zou afstuiven. En zich daar dan met veel kabaal en heisa in zou vastrijden.  

Playa de las Americas

Playa de las AmericasDe smaak van de aangeboden etenswaren op de terrassen bleek te zijn aangepast aan het publiek. De smaakpapillen gaan immers  achteruit met de jaren. Dus veel bijzonders hoeft de horeca  je hier niet voor te schotelen. Zo ook met de wijn. We bestelden twee glazen vino blanco bij twee sandwiches. We kregen een halve liter, want dat was net zo duur moesten we van de ober begrijpen. We hadden er geen hoge verwachting van en inderdaad, we kregen volkomen gelijk. De eerste slok had een afdronk van het leidingwater van Berg en Dal. Als je je glas bijvulde leek het of er zuiver water in ging. Maar die halve liter kostte toch net zo veel
als de wijn van gisteren in ons laatste restaurant in Puerta de la Cruz. Maar wat een verschil. Dat komt dus van de meerdere zon die ze hier hebben, maar die wij niet gezien hebben. Ik dacht altijd dat de zon gratis was, maar hier wordt de zon duur betaald. Vanwege de er in geserveerde waren voor de inwendige mens.

Evengoed stond er in het naburige Los Abrigos, waar we de laatste nacht zouden doorbrengen, een schrale wind en waren we blij dit appartement gevonden te hebben en er  naar binnen te kunnen.
Het kan verkeren maar vandaag was het aan de noordkust gewoon beter dan vanmiddag aan de Playa. Pas toen de zon later op de middag toch nog ging schijnen voelde  je een paar graden verschil.

Om nog even op het strand terug te komen. Daar was nauwelijks iemand op te bekennen. Geen wonder vonden wij. Een Nederlander zou er nog niet zijn hond willen uitlaten. De stranden die wij in de boekjes hier hebben gezien bevonden zich in ieder geval niet hier. Terwijl de Playa de las Americas toch de moeder van alle stranden zou zijn.

Mensen die wilden zonnen lagen, zo zagen wij, in afgesloten locaties van luxe hotels die achter de promenade en de terrassen lagen.

Playa de las AmericasVoor de liefhebber was er wel gelegenheid om je op het strand te laten masseren, wat natuurlijk een aardig kijkspel opleverde voor de honderden op de terrassen. Toen wij er langs liepen zagen wij een gezette vrouw op leeftijd, ik zeg het vriendelijk, op een massagetafel behandeld worden.

 

 

 

 

 

 

 

Eerder hadden wij langs de promenade al een établissementje gezien waar je je benen vanaf de knieën in een aquarium kon laten hangen om die daar te laten begrazen door kleine visjes. Die waren gek op je huidschilfers. Of het ook een lekker gevoel gaf was niet duidelijk. De man die er met zijn poten in zat en recht naar ons toe zat keek daarvoor te glazig.

Een klein eindje verder kreeg je de kans om je voeten en tenen eens te laten fatsoeneren door een pedicure of voetenfetichist. Allemaal in het openbaar dus. Tegenwoordig hoor je je nergens meer voor te schamen. Playa sans gene.

Een veel aardiger uitkijk vonden wij het gezicht op het eiland Gomera, dat op ruim 50 kilometer westwaarts in de oceaan lag. Op een informatiepaneel lazen we dat de oceaan ondanks deze korte afstand hier 2000 meter diep is. Daarom zou je hier ook dolfijnen en walvissen kunnen zien. Die hebben we niet gezien.

Maar wel heel veel oudere exemplaren van de species mens dus. Te veel naar onze smaak.
Het gaf ons een beetje het gevoel alsof je in een grote open inrichting verbleef. Na drie uur hadden we het daar wel gezien.

Playa de las Americas

 

 


Playa de las AmericasDe afsluiting in Los Abrigos
De laatste dag van onze vakantie zouden we overnachten in een appartement resp. vakantiehuis in Los Abrigos, dat ligt aan de Costa Silencio. Dat is vlak bij de luchthaven Reina Sofia, zodat we de dag van vertrek niet eerst nog een eind met de auto zouden behoeven te rijden en dus alle tijd hadden. Onze vlucht ging pas om 12.25 uur, een gave tijd.  

Zo kwamen we terecht in Apartamentos Isla de O Los Abrigos . Het was een modern gebouw, waarbij de appartementen gelegen waren rond een atrium. Op de bovenste van de vier verdiepingen lag een prachtig zonneterras op het zuiden met direct uitzicht op zee. Ons appartement zelf had een klein balkon met uitzicht op de overkant van een vrij rustige straat. De slaapkamer bevatte twee eenpersoonsbedden met redelijk harde matrassen.
In de woonkamer stond nog een slaapbank. De inrichting was eenvoudig maar voldoende en ook was het er schoon. Een pluspunt was verder dat je de auto gratis in een parkeerkelder kwijt kon en dat er goed werkende liften waren. In een soort winkel was de receptie, waar je vriendelijk bediend werd.
Voor € 65 was dit appartement dan ook zeker niet te duur.

We vroegen aan de receptie of zij een goed restaurant in de omgeving wisten. Zo kwamen
amper 50 meter van onze  domicilie bij het speciale visrestaurant Los Abrigos terecht.

Het werd een waardige afsluiting van onze vakantie. De entourage was bijzonder goed. Je had er direct uitzicht op de oceaan. Het restaurant stond namelijk op een uitstekend stuk rots.

We kozen voor de seafoodgrill. Dit was een combinatie van langoustines, grote mosselen, inktvis, scheermesjes en kleine schelpen. Alles werd geserveerd in een grote schaal waarnaast een schaaltje met  Canariaanse in de schil gekookte aardappelen  en plukjes andijvie of iets wat er op leek. Verder waren er drie sausjes, een met knoflook, een met koreander en een met rode pepers.

In combinatie met elkaar was het een ware traktatie. We hadden er geen enkele moeite mee om daarbij een hele fles witte wijn van het eiland te nuttigen.

We hadden dit restaurant weliswaar op goed geluk gekozen , maar het bleek een gouden greep. Deze zaak liep als een dolle. De bedrijvige obers waren zeer voorkomend en hadden de zaak goed in de hand. Apart vonden dat in de keuken waar we het zicht op hadden vooral vrouwen bezig waren.

Achteraf hoorden we van de  appartementhouder dat dit ook het beste restaurant in town was. En wat ons betreft misschien wel van heel Tenerife. Jammer dat alleen hun koffie na afloop tegenviel. Ik had gevraagd om een koele likeur als digestief en kreeg toen van het huis een limoncello en daarna zelfs nog een. Dat kun je na vis ook beter doen dan koffie vind ik.

De thuisreis verliep zonder problemen. De huurauto leverden wij op de Public Parking van de luchthaven af , zonder dat er iemand aan te pas kwam. We  konden  de sleutel door het raampje naar binnen gooien. Verder ook alle lof voor autoverhuurder Auto Plaza in Puerta de la Cruz.

einde

zie ook

Magisch Masca

Tocht naar de Pico del Teide

Korte overwintering op Gran Canaria

Andalusisch avontuur