Voor liefhebbers van rust en natuur zijn Estland en Letland een geweldig toevluchtsoord. Ga maar na, beide landen zijn ongeveer even groot of iets groter dan Nederland, maar hebben nog geen tiende van het inwonertal van Nederland. Daarbij is ongeveer een kwart tot de helft van het land bedekt met bos, dus procentueel vijf tot bijna tien keer zo veel als in Nederland. Daarmee heeft elke Est en Let minimaal vijftig keer zo veel bomen voor zich dan de gemiddelde Nederlander.
Het is dan ook geen wonder dat beide landen hekloos zijn. Voor zover zichtbaar vanaf de weg zijn ze volstrekt hekloos. In Nederland hebben we zo weinig grond per inwoner dat elk stukje gescheiden wordt van het naburige perceel door een afrastering, sloot of wal. Hier níet. Het is eigenlijk niet duidelijk wie hier de eigenaar van de grond is. Boerderijen zie je hier maar heel weinig. Het is ook bepaald geen land van veel vee, zoals bij ons. De Nederlander moet zijn grond immers ook nog eens delen met de massa's vee die hij om wille van de economie houdt.
En nu we het toch over de economie hebben. Het mag dan volgens de EU-statistieken zo zijn dat het inkomen (bbp) per inwoner hier nog ver achter ligt op dat van Nederland, maar twee wezenlijke elementen die het welbevinden bepalen zijn hier overduidelijk in het voordeel van de Balten. Dat zijn de ruimte en de rust. En met ruimte bedoel ik maagdelijke ruimte. Ruimte die niet wordt ingenomen door hekken, huizen, wegen, verkeersborden, reclameborden, hoogspanningsmasten, windmolens, transformatorhuisjes en ga zo maar door. In heel Estland en Letland hebben we bijvoorbeeld geen enkele windmolen te zien. Bij ons in Nederland zijn we daarentegen al zo ver dat we de schaarse natuurgebieden gedeeltelijk bezig zijn op te offeren aan windmolens.
We hebben ook de indruk dat de bevolking hier wat relaxter met de ander omgaat dan bij ons. Discussiepunt hierbij is of dat wellicht komt omdat de bevolking hier veel homogener is samengesteld dan bij ons. Je hebt hier eigenlijk alleen nogal wat Russen die hier in de tijd van de Sovjet overheersing zijn komen wonen en die bij de rest van de bevolking niet erg populair zijn. Om begrijpelijke reden zoals we later zouden vernemen.
Vertrek 9 juni 2018
Onze vlucht naar Tallinn op zaterdag 9 juni hadden we geboekt bij Ryanair. Deze bleek vanaf de luchthaven Weeze/Niederrhein , een eind achter Nijmegen gelegen omgebouwde RAF basis in Duitsland, de goedkoopste aanbieding te hebben. Voor € 221,32 hadden we voor 2 personen een retour naar Tallinn. Bij onze keuze speelde mee dat het vliegtuig op een acceptabel tijdstip zou vertrekken. Maar Ryanair behoudt zich het recht voor de vertrektijden te wijzigen. En dat deden ze in ons geval, waardoor onze keuze een stuk minder aantrekkelijk werd. Want in plaats van halverwege de ochtend zou het vliegtuig nu om 06.30 uur vertrekken. Omdat we al betaald hadden was annuleren er niet bij.
En omdat Weeze vanaf ons minstens 2,5 uur rijden moesten wij dus een hotel bijboeken om tenminste nog enige nachtrust te kunnen genieten. Gelukkig was er hotelaccommodatie op deze luchthaven en die was niet duur. Voor € 59 had je hier een eenvoudige kamer zonder ontbijt. De entree was hier gedigitaliseerd. Je kon met een toegangscode naar binnen. Althans dat was de bedoeling. Maar deze code functioneerde niet, ook niet voor andere gasten die aankwamen. Voor er iemand kwam die het oploste waren we meer dan een uur verder. De moderne techniek laat het nog wel eens afweten dus. Van slapen kwam ook niet veel, want op het terras onder ons raam bleven een stel gasten met hun stemgeluid ons tot na middernacht bezig houden. Je kon het raam dan wel sluiten, maar dan werd het te warm, want er was geen airco.
Het is voor ons dan ook nog geen uitgemaakte zaak dat wij opnieuw met Ryan Air een vlucht boeken vanaf dit vliegveld, dat erg afgelegen ligt en voor de eerste keer ook nog eens lastig te vinden is. De parkeertarieven zijn er € 7 per dag. De faciliteiten zijn verder erg beperkt.
In het op een paar kilometers gelegen dorpje Weeze kun je overigens desgewenst wel goed eten, bijvoorbeeld in de Kupferpfanne. DeArgentijnse rundersteak die ik daar nam was zeer mals en smakelijk.
De vlucht naar Tallinn, de hoofdstad van Estland, verliep de volgende ochtend volgens plan. Voor de landing kreeg je al een goed beeld van dit Baltische land. Wat een verschil met ons land. Je zag eigenlijk maar twee kleuren: Lichtgroen en donkerder groen. Het lichtgroen waren de weiden en velden en het donkergroen de bossen. Daar tussen zag je op onderling wisselende tussenafstand meer gemêleerde vlekken dat waarschijnlijk bebouwing was. In Nederland is het net andersom. Daar zie je eigenlijk alleen maar bebouwing met wat vlekken groen en grijs er tussen, van de meren. Toen het vliegtuig lager kwam zag je ook de wegen en de schaarse auto's en fietsers die daar te zien waren. Wat een heerlijk ruim land. Ik moest denken aan de landing in Perth in West-Australië, nu bijna twintig jaar geleden. Daar onderging je die zelfde ruimtelijkheid.
luchthaven van Tallinn was ook zo wat de antipode van Schiphol. Wat een ontspannen sfeer hing hier. Het was hier haast knus ingericht. Wat me opviel waren de foto's van inwoners die als een soort welkom aan de glazen wanden waren bevestigd. Lopend naar de bagageband overviel me al direct de gedachte dat als het in Nederland door de steeds toenemende drukte en het gedoe in de toekomst niet meer te harden zou worden, dit land misschien een toevluchtsoord zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld als ze de schaarse plekken natuurgebied bij ons vol zouden gaan zetten met die vermaledijde windmolens. Niet zo vol , niet zo jachtig. Teruggekeerd in Nederland kreeg Maja op de A57 al binnen een uur een wijsvinger naar het voorhoofd van een blijkbaar gestrest type dat niet snel genoeg had kunnen inhalen. Op de autoweg naar Tallinn was zaterdag halfacht ’s-morgens op zeker moment één auto een heel eind voor ons zichtbaar geweest. Dat was een foto waard.
Eenmaal weer thuis van deze vakantie in Estland en Letland heb ik de klimaattabellen van Estland eens vergeleken met die van Nederland. Want we hadden deze hele vakantie geweldig goed weer gehad, terwijl het bij thuiskomst winderig, bewolkt en een paar graden minder warm was geweest. De uitkomst was dat Estland in de drie zomermaanden gemiddeld 1 graad warmer is en twee uur meer zon per dag heeft en minder neerslag. In de drie wintermaanden ligt de temperatuur echter aanmerkelijker lager dan bij ons bij een fractie minder uren zon per dag. De hoeveelheid neerslag is dan echter ook geringer. Het iets mindere aantal zonne-uren in Estland in de winter is vooral het gevolg van de hogere breedte waarop Estland ligt. Het scheelt zeven breedtegraden, waardoor het er in de winter aanmerkelijk korter licht is en in de zomer even zoveel langer. In de tweede week van juni, dus een week voor de langste dag, dat wij er waren, komt de zon even over 04.00 uur op en schijnt hij om 05.00 uur al volop. Het scheelt meer dan een uur.
Een uur na aankomst in het hotel even buiten het centrum van Tallinn liepen we al in een prachtig park, het Kadriorg park. Hier verlustigde ik me gewoon aan de geweldige eiken die zich hier verhieven. Dit waren nog eens bomen. Afgezien daarvan was het er trouwens prachtig aangelegd. We liepen naar het paleis dat Tsaar Peter de Grote indertijd voor zijn Catharine had laten bouwen. Het deed denken aan het Sans Souci in Potsdam van Frederik de Grote, maar ik vond hier het geheel van paleis en park nog net een slagje mooier. En, veel minder toeristisch.
De stad Tallinn
Tallinn is een prachtige stad. Enigszins met Brugge te vergelijken, maar veel minder toeristisch. In Brugge heb je het gevoel in een openluchtmuseum rond te lopen met bijna alleen maar toeristen. Hier in Tallinn loopt meer eigen volk op straat. Omdat Estland geen koloniaal verleden heeft en lange tijd minder contact heeft gehad met het buitenland is de bevolking hier veel homogener dan bij ons.
Tallin is de hoofdstad van Estland. Leuk aan deze stad is om te zien hoe oud en nieuw prima samen gaan. In het oude deel zijn veel historische bezienswaardigheden te vinden, die hun oorsprong hoofdzakelijk vinden in de middeleeuwen. Tallinn heeft toen als Hanzestad gouden tijden meegemaakt. De afgelopen twee eeuwen hebben de Russen veel invloed gehad op het uiterlijk van de stad. De typisch Russische architectuur zoals die van de Alexander Nevski Kathedraal is daar een uitvloeisel van. De ligging op de Domberg zorgt dat deze kathedraal een letterlijk hoogtepunt vormt binnen de oude stad. In het nieuwere deel van de stad staan daartegenover veel hippe en moderne gebouwen waarvan sommige van spiegelend glas.
Voor de stad Tallinn mag je zeker twee dagen uittrekken, zeker als je enkele interessante musea wil meenemen. Vanwege het prachtige weer en ons krappe reisschema hebben we ons beperkt tot het buitengebeuren. Het Kadriorgpark heb ik al genoemd. Een modern stadsdeel dat architectonisch interessant is en zich wel een beetje laat vergelijken met het nieuwe stadscentrum van Rotterdam is Rotermanni.
Het Middeleeuwsche gedeelte bevindt zich rond het Raadhuisplein en verder in het westelijk deel van de oude stad, op en rond de Toompea dat Domberg betekent. Hier tref je de prachtige Alexander Nevsky kathedraal met haar schitterende iconostases. Hieronder enkele foto's van het Raadhuisplein en omgeving.
Aan de andere kant van het centrum waar zich de Domberg bevindt , de Toompea, tref je de overblijfselen van de oude burcht met als bekendste toren de zogeheten "Kiek in de Kök" . Even daar voorbij kom je dan bij de fraaie Alexander Nevski Kathedraal met binnenin nog mooiere iconostases dan die we eerder in Macedonië gezien hebben.
Even naast de kathedraal tref je het mooie parlementsgebouw van Estland en loop je vervolgens de meest fotogenieke straatjes van het noordelijk halfrond in ( voor zover ik die gezien heb)
Ook de moeite waard is een wandeling over de uitgebreide restanten van de oude stadsmuur, van waaraf je een geweldig uitzicht hebt op het iets lager gelegen stadsdeel.
Hieronder enkele foto's van dit stadsdeel.
In de namiddag bezochten we de dom en even buiten Tallinn de ruïne van het uit 14e eeuw stammende Piritaklooster. De zusters, Birgittinessen, hielden zich destijds bezig met spirituele zaken en goede werken. In 1577 werd het oude klooster, tijdens de Lijflandse Oorlog, verwoest. Tegenwoordig wordt de ruimte in de ruïne gebruikt voor het geven van concerten. Een aparte aanblik bood het er naast gelegen nonnenkerkhof. Kenmerkend was dat alle graven naamloos waren. Waaruit blijkt dat werelds gezien nonnen niet als persoon gezien werden.
Een eindje verderop bevond zich een jachthaven waar het aan een terras goed toeven voor het avondeten was. Wat later op de avond waren er mooie foto's van het strand bij Pirita te maken.
Het landschap
Een eind buiten Tallin begon het landschap, zoals het omschreven was. Een onverkaveld land. Geen hekken, hokjes , sloten of andere afscheidingselementen. Ongeveer 60% bos en de rest weiden en akkerbouw. Nauwelijks huizen. Het bos bestond voornamelijk uit dennen en sparren, afgewisseld met ielige berken. Dat deed vermoeden dat de grond hier niet erg vruchtbaar was. Zwaar geboomte in de vorm van eiken en beuken ontbrak.
Even buiten het centrum van Tallinn zagen we nog enkele hoogstandjes aan architectuur, vergelijkbaar met wat er in Rotterdam op de Zuidas te zien is. Wat verder in de buitenwijken verschenen redelijk riante vrijstaande woningen. Pas op het echte lege platteland zagen we ook hele kleine houten behuizingen, waar je armoede kon vermoeden. Want het gemiddelde inkomen in dit land lag bijna tien jaar geleden nog amper op een tiende van dat bij ons. Hier zou dus wel armoede heersen.
Maar we blijven verbaasd over de snelheid waarmee dit land zich aan de grauwheid van het Sovjetsysteem ontworsteld heeft. In Tallinn zagen we een modern autopark, goede wegen. De vraag is waar ze het van betaald hebben. Niet alles is immers door de EU gefinancierd. Van de landbouw kan het niet komen, zo aan het land te zien. Volgens de EU-statistieken was het bbp per hoofd van Estland in 2010 minder dan een derde van dat in Nederland en in Letland zelfs minder dan een vierde. In 2017 was het bbp per hoofd in Estland echter al met 59% toegenomen en in Letland zelfs met 74%. Dat tegenover slechts 12% in Nederland. Onze Baltische broeders halen ons dus snel in.
Wel zijn de prijzen hier aan de hoge kant. Maar deels zullen dat toeristische prijzen zijn. In de toeristische hotspots van Tallinn betaal je €3 voor een kop koffie en €4 voor een glas bier. Maar verder van de hoofdstad af is het beduidend minder.
11 juni
Eind van deze ochtend bereikten we Pärnu , 100 km zuidelijker, waar je een kop koffie voor €1,80 kreeg. Voor ons was het niet meer dan een rustpunt op de weg naar Riga in Letland. Maar het was wel een alleraardigst plaatsje, waar we nog even door een paar straatjes met fraaie behuizingen gewandeld hebben.
Het leek ons zeker geen arme plaats. Ook buiten Tallinn gekomen , dus op het platteland, zagen we in het algemeen vrij aardige merendeels vrijstaande huizen. Ze waren misschien wel iets aan de kleine kant, maar dooreen genomen goed onderhouden.
Het einddoel van deze dag was Jurmala in Letland, een afstand van ongeveer 350 km. Hier zouden we een bezoek brengen aan het Nationaal Park Kemeri.
Hier aangekomen bezochten we eerst het Slokasmeer. Het grote verschil met de meren in Nederland is dat je er geen toerisme op en om heen aantreft. Er was een eindje uit de oever een kleine houten vogeluitkijktoren gebouwd, van waaruit je de vogels kon waarnemen. Die waren er echter niet in overvloed aanwezig.
Vervolgens heb ik een wandeling door een moeras gemaakt. Goed gewapend tegen de daar rond zwermende muskieten. Je liep deels over een plankier, dat een paar kilometer lang was. Onderweg kon je op tableaus lezen wat er hier allemaal te zien en te beleven was. Tijdens de hele wandeling van ruim een half uur ben ik maar één mens tegen gekomen. Voor natuurliefhebbers een interessante belevenis.
Het eindpunt van deze dag was het aan de kust gelegen plaatsje Majori. De nieuwe en gerenoveerde buitenhuizen staken hier schril af tegen het enigszins gedateerde (typisch communistisch gebouwd) hotel Daina, waar wij overnachtten. Indertijd hielden de toenmalige elite en Russische machthebbers zich graag op in dit ontspanningsoord. Deze avond hebben we gegeten in een buitengewoon fraai houten pand, gelegen aan de Jomas Iela in Majori. Het was de enige avond dat we een flinke bui meegemaakt hebben. Maar het hier genuttigde diner smaakte er niet minder om.
De volgende ochtend was het nog een 70 km naar Riga, de mooie hoofdstad van Letland.
Hier hadden we een onderkomen op een steenworpafstand van de Dom en slechts een paar stappen verwijderd van wat hier de “Drie Gebroeders” genoemd worden. Dit zijn zo’n beetje de oudste behuizingen van Riga. Toen we er de eerste ochtend langs kwamen, op weg naar het Domplein, maakten we voor deze oude panden een oploopje mee. Er bleek zich een groep mensen te hebben verzameld die keken en luisterden naar een drietal oude Poolse blazers, die daar het Poolse volkslied ten gehore brachten. Ik was net te laat om de hymne op video vast te leggen. Want apart was het zeker.
12-13 juni Riga en meer
De hoofdstad van Letland is lange tijd een handelspoort geweest tussen Rusland en Midden- en West-Europa. Het werd in de dertiende eeuw een vooraanstaand en welvarend lid van het Hanzeverbond Helaas heeft Riga ook heel wat onderdrukkingen moeten doorstaan. In de afgelopen eeuw was het natuulijk de USSR die een zwaar stempel op de stad en het land gedrukt heeft (evenals op Estland). Pas in 1991 werd de onafhankelijkheid behaald en heeft Riga zich opnieuw kunnen herstellen. Natuurlijk zijn echter nog restanten van de grauwe sovjet bouwstijl te zien.
Toch is Riga een stad waarin veel geschiedenis, cultuur en kunst te ontdekken is. De Oude Stad ‘Vecrīga’ behoort tot Unesco’s werelderfgoed en dat is niet voor niets. De Nieuwe Stad ‘Centrs’, welke eveneens op de lijst van Unesco staat, laat zich juist weer omschrijven als modern en innoverend. De Jugendstil of art-nouveau architectuur wordt mooi gemixt met moderne gebouwen uit de twintigste en éénentwintigste eeuw. Het karakteristieke uiterlijk van Riga is in ieder geval fotogeniek te noemen. De ligging aan de rivier de Daugava helpt hier zeker aan mee.
Bij een van de toeristenbureaus hebben we een kaart gehaald en een groot aantal van de bezienswaardigheden van deze stad bekeken. Zoals het Vrijheidsbeeld, de Russisch Orthodoxe Kerk en de Kruittoren. De stad bezit tal van pittoresque pleinen en pleintjes waarop het goed toeven is en van welker terrassen je zicht hebt op het vele stedelijk schoon, terwijl je onderwijl geniet van een drankje of een smakelijk lunchhapje. En dat tegen alleszins redelijke prijzen. Letland is wat goedkoper dan Estland. Ook de benzine is in Letland nog weer goedkoper dan in Estland, terwijl die daar toch al tenminste drie dubbeltjes goedkoper was dan in Nederland.
Dat riep bij ons de vraag op waar de overheid hier haar belastingen vandaan krijgt. Want alles oogt hier welvarend. De stad is schoon, je ziet geen zwervers en buiten de stad zijn de wegen in het algemeen van goede kwaliteit. Ook bestaat het wagenpark zowel in Letland als in Estland allerminst uit gammele oude beestjes, zoals je ze in veel andere voormalige Oostbloklanden nog vaak ziet.
Riga bleek deze dag inderdaad de mooie stad waarvoor het was beschreven in onze gids van Hugo van Willigen. Het bezit mooie parken en er zijn goed gevulde terrassen te over. In die zin lijkt het een stad van levensgenieters te zijn. Het hoogtepunt van deze dag was het bezoek aan het Art Nouveau museum. Dit was een compleet in Jugendstil ingericht huis. Werkelijk alles, van vloer tot plafond, was er rijk gedecoreerd en daar tussenin stonden de prachtigste dingen uit die tijd. Tot de keuken aan toe met alle keukengerei van die tijd, waarvan wij verschillende dingen nog herkenden van onze grootmoeders. In dit zeer goed verzorgde kleine museum kon je ook films bekijken, waarbij allerlei moois voorbij kwam.Voor de entreeprijs van € 5 is dit kleine museum, waar je 1-1,5 uur voor mag uittrekken beslist een aanrader.
Voor een korte filmische impresssie van dit museum zie https://youtu.be/i_htak0vT2g
Ook een aanrader in Riga is Tokyo City, een eetetablissement in zo ongeveer de schaduw van de Dom. Ideaal voor een smakelijke, gezonde lunch tegen verrassend lage prijzen. Voor zo’n smakelijke hap , die je qua samenstelling op de fleurige prijskaart afgebeeld ziet, betaalde je tussen de 3 en 5 Eurootjes. Ook hadden ze uitstekende kleine gerechten voor een nog kleinere prijs. Een ideaal alternatief voor de hamburgertenten die je in Riga trouwens niet zo veel ziet als bij ons. Je moet er alleen geen haast hebben. Het is echter geen straf om er te moeten wachten, zowel binnen als buiten op het terras.
Het duurste etentje
Dit hadden we in het door mij uitgezochte restaurant Valtera Restorans aan de Miesnieku Iela in Riga. Dat was omdat het op Google hoog gewaardeerd werd. Qua ambiance was het echter erg eenvoudig. We werden naar een nog tamelijk leeg lokaal gedirigeerd. Als amuse kregen wij vier plakjes bruin brood met een soort mintsaus. Dat smaakte lekker. De bediening was goed. Als voorgerecht nam ik sprats. Dat waren gefrituurde kleine visjes, die je in een klein vaatje met heerlijke saus kon dopen. Maja had zalm met kaas. Als hoofdgerecht namen wij respectievelijk asperges en de specialiteit van de dag: konijn.
De konijn was zo zacht gestoofd dat je het nauwelijks als vlees proefde. Het leek qua structuur wel op doorgare kip. Evengoed was het wel lekker en het was gelardeerd met kleine stukjes groente en saus. Het was zeker een specialiteit, ook prettig van smaak. Het was alleen niet bepaald maagvullend. We hadden er toch wel iets van koolhydraten bij gewild. Maar daar had niets van op de beperkte kaart gestaan. Ik heb er dan ook wat extra brood bij besteld. Het was ook reden om nog een dessert te bestellen. Dit in de vorm van een keur van stukjes kaas van eigen bodem. Tezamen met nog een glas van die lekkere rode wijn. Want die was erg goed.
Het asperges hoofdgerecht van mijn tafeldame was weliswaar goed, maar kon toch niet helemaal de vergelijking aan met wat wij in Nederland zelf recent gemaakt hebben.
Ook de twee andere tafelgenoten waren niet echt laaiend. Zodat wij de kwaliteit van het gebodene toch met niet meer dan een “goed” konden beoordelen. De prijs van de Pinot Noire was € 6 per glas, maar daar kreeg je dan ook een redelijk gevulde bel voor. De Sauvignon Blanc van mijn tafeldame, die ook goed was, kwam op € 6,50. Deze werd alleen te vroeg gebracht, terwijl de bediening toch enigszins traag was en de wijn dus alsmaar warmer werd. De hoofdgerechten kostten resp. € 18 voor het konijn, voor de asperges €13,50 , voor de steak €23,00 en voor de codfish €20.
Zeker geen topprijzen, maar de kwaliteit was het toch ook niet helemaal dus.Je moet geen brood hoeven bijbestellen.
Hieronder enkele foto's van het oude stadscentrum van Riga
Op de avond van aankomst in Riga hebben we een prachtig concert van het Radiokoor van Letland met symfonieorkest in de Dom bijgewoond. Via de bijgaande link zijn er een paar fragmenten van te volgen.
14 juni
Tartu
De rit naar Tartu van ongeveer 250 km voerde ons door een buitengewoon mooi overwegend uit bos bestaand landschap, afgewisseld met bijna maagdelijke graslanden, waarvan niet duidelijk was of ze een agrarische bestemming hadden.Onderweg hebben we een paar stukjes van het traject gefilmd ten einde een goede indruk te kunnen geven van het grote contrast met het landschap van Nederland.
De twee pleisterplaatsen onderweg waren Sigulda en Cesis. Sigulda ligt in het enige wat heuvelachtiger deel van Letland. Het was hier dan ook een groot vakantieoord, waarbij van alles te doen was, van wintersport in de winter tot kanoën , fietsen en wandelen in de zomer. Verder herbergde het een kasteelruïne en diverse kleine musea met oudheden van deze streek. Verrassend was dat de outillage zo uitstekend verzorgd was. Zo goed zelfs dat een gang naar het uiterst hygiënische toilet werd verlicht door melodieuze pianomuziek van zo te horen Debussy.
Het komt mij dan ook voor dat dit land nog een grote toeristische toekomst tegemoet gaat. Daarbij kwam dat het weer niet beter kon zijn dan het vandaag en eigenlijk de hele week al was. Vorig jaar schijnt het hier in dezelfde tijd overigens bijzonder slecht weer geweest te zijn.
Ook Cesis was een bijzonder aangenaam plaatsje. Het telde een in restauratie zijnde kasteelruïne en verder een fraai stadhuisje, waar net een trouwerij gaande was. Want dat doen ze Letland zeker, meer dan bij ons. Je kunt dat ouderwets noemen, maar al die bruidsstelletjes, bruidswagens en bijbehoren geven wel sfeer aan een plaats of park. De lunch hebben we genoten op een charmant pleintje in de buurt.
review Hotel Tartu Kutsehari
Dit hotel even buiten Tartu had een zeer moderne uitstraling. Het was trouwens tevens een horeca-opleidingsschool, wat wel te merken was aan de wat schuchtere bediening. De kamers waren een soort appartementje, uitgerust met een klein keukentje. Die ruimte ging echter ten koste van het nogal peuterige en slecht uitgeruste badkamertje. Ongeveer 1.80 in het vierkant, waarin je je spullen niet kwijt kon. Het wastafeltje was erg iel, maar de douche was goed. Het ontbijt was ook wat dun. Maar de prijs was dan ook slechts €45, waarmee op de prijskwaliteitsverhouding niets was aan te merken.
De stad Tartu was een zeer prettige verrassing. Het is trouwens de tweede stad van Estland en het religieuze centrum van het land. Niet zo’n wonder dan ook dat in deze stad in de jaren tachtig van de vorige eeuw de eerste protesten tegen het sovjetregime hoorbaar werden.
Het mooiste wat wij er gezien hebben bevond zich op de Domheuvel , de Toomemägi. Dit is de ruïne van de 13e eeuwse Dom. Vooral als het licht van de ondergaande zon er door heen speelt levert dat prachtige plaatjes op. Ook het naastgelegen park met zijn vele standbeelden levert echter fraaie plaatjes op.
Een bijzonder attractie hier is de zogenaamde "Hill of kisses", die door geliefden kan worden beklommen. Een mooie gelegenheid om hier ons eerste selfie te schieten. Op dezelfde "beeldenberg" bevinden zich bustes van belangrijke nationale kunstenaars. De kerkruïne maakt deel uit van de plaatselijke universiteit. Desgevraagd naar de zwarte band aan de Estse vlag, vertelde een dame dat vandaag de "Deportaties naar Siberië" werden herdacht.
Weer in de binnenstad aangekomen hebben wij ons beperkt tot het prachtige Raadhuisplein met daarvoor een beroemde fontein. In het zicht dit op de barokke Nederlandse stadspaleizen lijkende raadhuis speelde een klein straatorkestje, wat de sfeer op deze warme zomeravond nog aanzienlijk verhoogde.
Vervolgens liepen we langs de drukste straat, de Küüni naar het etablissement dat in de volksmond de Godfather heette , als gevolg van het uithangbord met daarop de godfather. Maar officieel heette het Ristiisa Pubi Oü. Het zag er van binnen ook wel enigszins uit als een tent in Palermo.
Wij zaten vanwege het warme weer echter buiten, waar nog net een plek te krijgen was, want het was druk op straat. Vanwege het lange licht en de levendigheid op straat en in de parken, deed deze stad qua sfeer denken aan Zuid Europa.
Ik weet niet meer wat we hier precies gegeten hebben, maar in ieder geval was er een lamsfilet bij en die was gewoon prima. Met de nodige drankjes waren we per stel nog net geen € 30 kwijt.
Estland vrijdag 15 juni Vandaag de tocht vanuit Tartu voortgezet naar het Peipusmeer en naar eindpunt Vergi in het Lahemaa NP.
Ook deze dag telde weer enige hoogtepunten. Allereerst het Peipusmeer. Heel apart. Het is het grootste meer van West Europa. De grens tussen Estland en Rusland loopt er dwars door heen. Misschien is dat de reden dat je er niets op ziet. Het meer biedt dan ook weinig aan afwisseling. De oever is echter wel bijzonder fraai. Er ligt een smal strand , bestaand uit roodachtig zand , keien en gras, met diverse uitstekende landpunten. Het is er zeer stil en ongerept. Op de plek waar wij kwamen liep een zandpad langs de kust.
Een aparte, onverwachte ervaring was de aanblik hier van een grote begraafplaats, die geheel geïntegreerd was met de prachtige natuur. Ver weg van de bewoonde wereld. Een soort natuurbegraafplaats dus.
Een eind verderop waren wat kleine haventjes die eigenlijk die naam niet mogen hebben. Er liggen een of twee bootjes en uitspanningen zijn er eigenlijk niet. Iets voor projectontwikkelaars dus.
Daarna reden we naar Sagadi, een buitenplaats van een vroegere Duitse landjonker, waar ook een museum en een chic hotel gevestigd waren. Het paleis was een juweeltje. Die jonkers hadden het maar goed hier. Dank zij de voor hen werkende bevolking, die zij tot lijfeigenen hadden gemaakt en tevens tot christen. Een merkwaardige vorm van missie bedrijven.
Onderwijl dat wij dit geheel bewonderden hoorden wij bij herhaling een tweetal F16's over komen gieren. Best wel goed weer eens van die jongens te horen. Bij ons in Nederland hoor je ze nauwelijks nog. Te veel lawaai voor de daar dicht opeengepakte bevolking. Maar hier zijn we aan de uiterste grens van het NATO gebied. De Russische grens ligt hier letterlijk op schootsafstand. Daarom voelde het best goed, die overkomende F16's. Dat houdt die Poetin waarschijnlijk wel op afstand. Een paar honderd kilometer verder naar het zuiden, in Litouwen, was onze koning Willem Alexander net toevallig in Kaunas. Om onze driehonderd militairen daar te inspecteren.
Dat zal de mensen hier toch een gerust gevoel geven. Zeker na de herdenking , net gisteren , van de massadeportaties, waartoe grote boze buurman Rusland in 1941 en 1949 had besloten. Meer dan 600.000 Esten, Letten en Litouwers zijn toen op last van het monster dat Stalin heette naar Siberië gedeporteerd, waar ze onder de meest erbarmelijke omstandigheden moesten zien te overleven. Wat velen niet lukte. We hadden er net uitgebreid over gelezen.
Wat mij op deze plaats verder aansprak was het park met daarin enkele harmonieus opgenomen beelden.
Hierna bereikten we na korte tijd de eindbestemming van onze laatste vakantiedag: Vergi. Hier troffen we onze logeerbestemming Guesthouse Vergi Maja. (Maja betekent hier in Estland en Letland "huis"). Het was een prachtig guesthouse. Los van het feit dat wij er zouden overnachten had ik er al een foto van gemaakt. Het was het meest luxueuze onderkomen van onze vakantie. En dat voor € 68 inclusief ontbijt, dat speciaal voor ons al om 6.00 zou worden opgediend, omdat wij die ochtend vroeg moesten vertrekken. Je zou dit huis zo willen kopen en er dan het hele zomerhalfjaar gaan wonen.
Op aanraden van de charmante uitbaatster Marina, reden we na een korte rustpauze naar Restaurant Wöze in Vösu Alevik, ( een paar kilometer verderop , gelegen aan de Finse Golf, onder de naam Lahemaa Restoranid OÜ.
Een ook al weer prachtige locatie. We zaten op het terras, want de temperatuur was nog steeds zeer aangenaam, zoals al onze hele vakantie en we genoten hier van het meest exquise maal van onze vakantie en van een magnifieke zonsondergang boven de Finse Golf.
We namen drie gangen en een fles voortreffelijke pinot grigio van €22. Elke gang was een plezierige verrassing, want het waren voor ons niet al te goed te doorgronden Estse gerechten. In het hoofdgerecht visfilet was als bijgerecht zelfs een flupje kaviaar opgenomen. Het geheel, voor vier personen kwam op €135, wat we graag naar €145 opgehoogd hebben. Voor de kok en voor de vriendelijke en adequate bediening.
Verder stelden wij tot onze opluchting vast dat we op het overdekte terras in het geheel geen last hadden van muskieten. Afgezien van dat moeras in Kemeri hebben we hier eigenlijk nergens last van muggen en vliegen gehad.
De volgende ochtend reden we al om zeven uur op de weg richting Tallinn en vliegveld en verbaasden ons over de stilte op de wegen. Tot de autoweg hadden we in het geheel geen ander verkeer gezien en op de autoweg reed er heel in de verte een auto voor ons. Wat een enorm contrast met ons eigen land. Hier in Estland en Letland is autorijden absoluut geen worry. Je zou hier zelfs voor je plezier een eind in een goeie auto willen rijden. In Nederland is het voortdurend opletten geblazen op achteropkomers, voorgangers, zijinhalers en invoegers.
Tot slot, dit wat korte verblijf in Estland en Letland van acht dagen heeft onze verwachtingen behoorlijk overtroffen en vormt zeker een reden om er nog eens gedurende een wat langere periode terug te komen om er nog wat langer te kunnen genieten van bijvoorbeeeld de prachtige nationale parken, waar we nu alleen maar kort mee kennis gemaakt hebben.
Einde