Venetië neemt een belangrijke plaats in de filippica van Leonhard Pfeiffer tegen het toerisme in zijn veel gelezen boek Grand Hotel Europa. Het toerisme maakt alles kapot waardoor het aangetrokken wordt is zijn stelling. En dat geldt speciaal voor Venetië waar hij gewoond heeft.
Zo beschrijft hij op zeer sappige wijze een voettocht door deze stad die een bijna schokkende gelijkenis vertoont met wat wij in dit grootste museum van Europa meegemaakt hebben. Vandaar onderstaande reportage.
Maar als je met je camera een beetje door de mensenmassa heen weet te prikken blijf je toch een prachtige stad zien. Wat mij betreft de mooiste oude stad van Europa.
Vanuit Merano konden we meedoen met een dagexcursie naar Venetië. Omdat de gondelstad al lang op onze bucketlijst stond besloten we mee te gaan. Ook al was het niet goedkoop, € 60 p.p en moesten we er vier uren voor in de bus zitten, inclusief een korte stop. Om zes uur in de ochtend zouden we al opgehaald worden. Het eerste stukje met een gewone auto die ons naar de opstapplaats van de bus zou brengen.
De chauffeur van de bus bleek een zeer bespraakt figuur. Hij ratelde zo wat aan een stuk door over wat er volgens hem allemaal te vertellen was over wat we onderweg allemaal langs de bus kregen. Om de drie zinnen viel daarbij het woord wunderschön of het sehr interessant. Het deed me denken aan die keer in 1997 in New York dat wij met een boot Manhattan rondden, waarbij je je ook zo moest inspannen om de woordenvloed van de captain enigszins te kunnen volgen dan wel om het te negeren. Want soms wil je gewoon genieten van het uitzicht zonder er bij in een spraakwaterval gedompeld te worden
Om kwart voor elf was Venetië in zicht en gingen we met een kleine ferry naar de stad. Daar werd aangelegd, waarbij de gids ons bezwoer dat we uiterlijk om 15.30 uur daar weer op die plek presen moesten zijn. Hij zou niet wachten , dus iedereen wist waar hij aan toe was. Hij vertelde er nog bij dat hij onlangs een stel was kwijt geraakt en dat hij toen ook nooit meer wat van die mensen had vernomen. Opgeslokt door de stad, van de aardbodem verdwenen. Vervolgens liep hij een eindje mee in de richting van het San Marco plein. Dat was tamelijk dicht bij. Je moest er twee bruggen voor passeren.
Daarna duidde hij aan hoe je het beste kon lopen aan de hand van een globale plattegrond die we uitgedeeld kregen. Hierna waren we van hem af en konden onze eigen weg vinden en prioriteiten stellen en beginnen met tussen de mensenmenigte door te laveren.
Op het moment dat ik dit even teruglees realiseer ik me dat ik hier zeker een referentie naar het zo wat meest gelezen boek in ons land van het jaar 2019, dat over Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeiffer, moet maken. In dit boek dat een groteske satire is op het zijns inziens volkomen uit de hand gelopen toerisme in Europa beschrijft hij onder meer een voettocht door Venetië , waar hij op dat moment woont. Hij voelde zich namelijk geroepen om een bloemetje voor zijn geliefde, waarmee hij voor de zoveelste keer iets goed te maken had, te halen en daar had hij tot 20.00 de tijd voor. Als je deze hilarische geschreven scene leest kun je niet anders dan het volste begrip opbrengen voor het feit dat wij de boot gemist hebben in deze zelfde stad. Ik voer zijn beschrijving hier dan ook met graagte aan voor onze misstappen in deze stad.
God, wat liepen er veel mensen. En bijna allemaal Aziaten. Europa wordt in deze maanden gewoon overstroomd door de bewoners van wat we vroeger het “Verre Oosten” noemden. Maar dank zij Boeiing en de veel te goedkope kerosine lijkt het wel of ze naast de deur wonen. Niks "Verre Oosten"dus. Meestal zijn ze in groepen, want de meesten kunnen onze taal natuurlijk niet lezen. Toch waren er ook veel stellen, zoals we eerder al in dat restaurant gemerkt hadden.
Na een kwartiertje schuifelen waren we bij het San Marco plein. Een heel groot rechthoekig plein, waarvan alleen de oostkant met de San Marco erg mooi is. Daar konden we echter niet in.
Daarvoor moet je reserveren. Van buiten is het echter een van de mooiste gebouwen die ik ooit gezien heb.
Vervolgens drongen wij ons richting Rialtobrug, de tweede hotspot van deze stad. We kwamen over ettelijke bruggetjes die over even zo vele kanaaltjes gebogen lagen, waarin zich her en der van die kleine gondelbootjes bevonden met daarin een of meer van de schaarse toeristen die er € 80 over hadden voor een tochtje van een kleine drie kwartier, wat wij als zuunige Hollanders er natuurlijk niet voor over hadden. Maar als wij het wel gedaan zouden hebben zouden wij tenminste ook bijkans onze ogen uitgekeken hebben. Niet echter veel van die Aziaten. Ik heb een lollig videootje gezien waarin de zeven inzittende Chinezen van zo’n gondel allen strak op hun schermpjes keken, net als dat stel naast ons in dat Michelinrestaurant in Merano.
We liepen dus door en kwamen in het iets minder drukke stadsdeel. De bedoeling was om naar de Ponte de Alessandria te lopen en vandaar weer terug naar de vertreksteiger. Dus ongeveer zoals de gids het met zijn dikke duim over de kaart had aangeduid.
We hadden er de navigator van google voor aangezet. Maar hoe we ook liepen , die brug bleef steeds omstreeks tien minuten lopen van ons verwijderd. Het leek of het apparaat ons terug wilde doen lopen. Dan kwam je op een plek waar je met een klein pontje over een kanaal kon. Maar dat was niet onze bedoeling. We wilden lopend die brug bereiken en zo ver was het toch ook niet. Maar dat bleek niet langs de vermeende promenade langs het Canal Grande, die wij zochten, te kunnen. Want er liep helemaal geen promenade langs het Canal Grande. Daar kwamen we bij herhaling achter als we weer eens een steegje richting het water insloegen, omdat langs het Canal lopen een kortere weg zou betekenen. Als die er was dus. Maar we werden dus telkens terug geworpen en gedwongen weer verder om te lopen.
Het waren allemaal doodlopende straatjes waar we in verzeild raakten. De navigator raaskalde intussen dat het een lust was. Zei de stem na tien meter links dan werd dat doodleuk een seconde later veranderd in na tien meter rechts. Gek werd je van dat ding.
Wat een labyrint is dat Venetië. Een soort hotel Californië waar je wel in komt, maar er niet weer uit. De tijd begon nu ook een beetje iets te worden om in de gaten te houden. We hadden nu nog iets minder dan een uur. Maar als je rechtstreeks zou gaan dan moest het in twintig minuten toch te doen zijn. Rechtstreeks bestaat in Venetië echter niet.
Bovendien moest je je vaak door horden mensen heen wringen, die niet allemaal voor jou opzij gingen om het zacht uit te drukken. En ik kan natuurlijk niet net zo doen als Ilja Pfeiffer die op de Rialtobrug een Duitse toerist met camera en al het water in sloeg toen die een stap achteruit had gedaan om een betere foto te kunnen nemen en daarbij de volkomen over zijn theewater zijnde Pfeiffer een van zijn witte tulpen had geknakt. Overigens zou zo'n actie mij te veel opgehouden hebben, nog afgezien van de vraag of ik vervolgens niet zou zijn aangehouden wegens geweldpleging.
Ja die Pfeiffer beschrijft in zijn boek heel wat voorvallen van het her en der uit de hand gelopen toerisme, in het midden latend of het waar gebeurde voorvallen zijn of dat hij het uit zijn grote duim gezogen heeft. Uit eigen ervaring kan ik echter zeggen dat ze echter geheel realistisch zijn. Zoals zijn tot stuiplachen voerende beschrijving van Giethoorn. Alsof hij het met eigen ogen aanschouwd heeft. Maar ik heb het van een vriend die er familie heeft wonen. Het is inderdaad heel erg. Die Chinezen kijken bij je naar binnen, urineren in je tuin en ga zo maar door.
Maar ik vervolg mijn eigen verhaal. Nog steeds kwam die verrekte brug, de Alessandriabrug dus, op google-maps niet dichterbij. Dan maar vragen dus, aan winkeliers enzo. Maar daar kom je hooguit een paar straten mee verder. Op een gegeven punt kon ik me niet meer goed oriënteren, in welk gedeelte van de stad liepen we nu ? We waren weliswaar aan een breed water aangekomen , maar ik herkende dat niet als het stuk water waar de steigers waren. Ik miste een markant gebouw met een paar koepels.
Vervolgens hebben we bijna om de honderd meter mensen gevraagd hoe je bij die Alessandriabrug moest komen. Na een flinke vertraging hebben we die toen gevonden. Een erg mooie brug, dat wel, maar ik durfde er geen foto’s meer van te maken, want vanaf hier telde elke minuut.
We hadden nu nog 20 minuten en die bleken we hard nodig te hebben. Maar eindelijk was daar dan toch het stuk water waar verderop de steigers lagen en passeerden wij de ingang naar het Sint Marco plein. Op dat punt hadden we nog iets van drie minuten voor het 15.30 zou zijn. Dus moesten we er nu echt stevig de pas in zetten. Maar Maja kon mijn tempo niet bijhouden. Ik zei haar daarom dat ik wel vooruit zou gaan om me bij de club te voegen en ze nog even aan de praat te houden. Ze moest dus maar rustig door lopen.
Het was nu 15.28 uur. Ik had nog twee minuten en holde tussen de mensenscharen door als er even een open stukje was . En het lukte. Precies op tijd was ik bij de steiger waar wij naar ik dacht geland waren. Maar tot mijn verbijstering zag ik de groep niet , evenmin als de chauffeur. Ook niet bij de naast gelegen steiger. Hoe was dat nou mogelijk?
Ik wist toch wel zeker dat dit de afgesproken plek was. Ik was namelijk de twee bruggetjes gepasseerd die we op de heenweg ook over gegaan waren. Ik liep de steiger eens op , maar zag alleen maar andere mensen. Trouwens , je kende die groep ook niet. Alleen de twee andere Hapimaggers waar we even mee hadden staan te praten toen we op de bus moesten wachten.
Nou, kennelijk toch te laat dus. Ik liep nog eens een eind verder waar ook boten lagen, maar die waren van een heel ander type. Ik liep nog weer terug en scharrelde een beetje als een kip zonder kop rond. Waarom stond dat lulijzer van vanmorgen hier niet op de kade met zijn zwarte paraplu?
Dan nu maar op Maja wachten. Waar bleef die eigenlijk? Die was toch niet meer dan een of twee minuten achter mij aan gekomen. Op weg naar de zelfde steiger. Was ze wellicht overmand door vermoeidheid? Dan zou ik dus toch die richting maar eens terug lopen. Onderweg keek ik beide ooghoeken of ik haar ergens tussen al die slierten mensen zag lopen of zitten. Maar al wie ik zag en dat waren er zeer velen, geen Maja. Nou, bellen dan maar. Waar zit je in godsnaam? Gelukkig deed haar telefoon het nog wel. Ze zei dat ze mij niet gezien had bij de steiger en toen was doorgelopen en nu bij hotel X was. Dat was een paar honderd meter verder dan de gewraakte steiger. Ik zei dat ik bij de ingang van het San Marcoplein stond en dan wel naar dat hotel zou lopen. Toen ik bij dat hotel kwam was ze daar echter helemaal niet. Verdomme. Ik liep naar binnen om te vragen of zich misschien een dame in een rode broek gemeld had. Nee dus. Intussen kwam er bij mij een hevige aandrang op om even een kleine toiletgang te maken.
Maar wat wil het lot? Doordat wij tijdens onze vakantie voortdurend via WhatsApp contact hebben met ons thuisfront had Rob ons gewaarschuwd voor zakkenrollers. Maja vond daarop dat zij maar beter mijn portemonnee bij zich kon houden. Het gevolg was dat ik hier nu dus in Venetië liep, lost en zonder ook maar één cent op zak. Ik had alleen een flesje water bij me dat bijna leeg was. Want door al dat heen en weer gehol had de dorst goed toegeslagen. Ik had dus nog geen 50 cent stuk om mijn aandrang te kunnen elimineren. Mijn zus Marijke vertelde mij later dat zij onlangs een nachtmerrie had gehad dat zij zich zo maar ineens in een wildvreemde stad had bevonden zonder een cent op zak. Nou, blijkbaar had ze haar broer voor zichzelf aangezien in die nachtmerrie. Met dit verschil dat een nachtmerrie niet echt is maar ik hier wel in het echt liep.
Ik realiseerde mij dat Maja waarschijnlijk de steiger was voorbij gelopen toen ik daar ergens even uit het zicht was geweest vanaf de kade. Maar nu was het blijkbaar zo dat ze na dat telefoontje al weer was terug gelopen naar het San Marcoplein en dat we elkaar onderweg opnieuw niet gezien hadden. Terwijl er op dat moment al niet zo heel veel mensen meer liepen. Maar opnieuw bellen kon niet meer, naar het bleek. Door de vele foto’s die ze gemaakt had was de accu van haar IPhone leeg geraakt. Contact was niet meer mogelijk. Nee, een ongeluk komt zelden alleen.
Ik liep nu voor de tweede keer weer naar de ingang van het San Marcoplein naar een grote pilaar die ik had genoemd als ontmoetingsplaats. Als ik haar daar opnieuw niet zou aantreffen zou ik naar de post van de carabinieri gaan die ik eerder gepasseerd was. Ik had al een foto van Maja op mijn telefoon opgezocht dat als signalement zou kunnen dienen.
Maar zo ver kwam het gelukkig niet. Bij de pilaar maakte zich iemand los uit de menigte en dat was Maja. Goddank. Dat was het belangrijkste, dat we weer bij elkaar waren. De rest zouden we wel overleven.
En dat lukte vrij aardig. We namen de watertram naar het station van Venetië dat toch in de stad zelf bleek te liggen. Ik had intussen al telefonisch contact met Hapimag die van onze vermissing al op de hoogte was gesteld en die ons tipte dat er om 18.12 een trein naar Verona ging en vandaar een naar Bolzano en Merano. Dat ging allemaal op rolletjes. Het kaartje kostte voor ons beiden € 58 , dus dat viel ons nog mee. De Vaporetta, oftewel de watertram, had € 15 p.p. gekost. Heel wat minder dan zo’n gondel. Terwijl we toch zo wat het hele Canal Grande afvoeren en alles te zien kregen. Vanaf die watertram heb ik nog heel wat fraaie foto’s kunnen maken.
We hadden alleen nog een vervelend akkefietje in de trein van Verona naar Bolzano. Een nuffige conductrice beweerde dat we in de verkeerde trein zouden zitten en liet ons nog €26, 40 toeslag betalen. Ze kon ons echter niet uitleggen wat we fout gedaan zouden hebben. We hadden precies volgens het meegegeven reisschema gereden. Hierover zouden we nog een klacht bij NS International indienen. Met Italiaanse overheidsambtenaren hebben we geen goede ervaringen. Twee jaar geleden waren we dank zij Alitalia drie maanden onze koffer kwijt, wat toen ook schandelijk, zonder enige compensatie, was afgewikkeld en nu dit weer.
We waren precies om 22.45 in Merano aangekomen. Daar hebben we een taxi genomen. Want deze dag hadden we wel genoeg gesjouwd. Meer dan 16000 stappen noteerde mijn stappenteller. We hadden daar echter heel veel moois voor te zien gekregen.
Einde