Verslag van onze bezoek aan Istanbul van 2 tot 7 oktober 2006. 

3 oktober 2006 om 16.00 uur.

We rusten hier op het dakterras van ons Hotel Skoc in Istanbul uit van wat we vandaag gezien hebben, tegelijk genietend van een geweldig uitzicht op het water van de Gouden Hoorn en de Bosporus met daarachter de toppen van de Suleymaniye-moskee en de Galata-toren.

avondzicht op Istanbul

 

Op de Bosporus vanaf de brug over de Gouden Hoorn tot aan de Aziatische overzijde is het een druk af en aan varen van allerlei soorten boten. Wat moet het mooi geweest zijn toen dit iets meer dan honderd jaar geleden nog allemaal zeilboten geweest zijn. Toen moet de stad echt sprookjesachtig geweest zijn. Nu is het meer een opwindende stad vanwege de enorme menigten mensen en de zich in elkaar haast vastbijtende toeterende auto’s. Het is dan ook een stad van 13 tot 17 miljoen mensen, de schattingen lopen wat uiteen. In de reisgids stond 13 miljoen, de taxichauffeur die ons op klaarlichte dag het nachttarief rekende dacht dat het er vijftien miljoen waren. Bijna zoveel als de hele Nederlands bevolking bij elkaar dus. En wij klagen dat ons land vol is.  

de Rotterdam in IstanbulHet is een stralende dag en de vele witte schuim trekkende boten steken fel af tegen het donkere water. Schuin tegenover ons ligt het cruiseschip de Rotterdam van de Holland Amerika Lijn aangemeerd. Daar zijn we vanochtend pal langs gevaren tijdens onze eigen mini –cruise. Eigenlijk geen gezicht zo’n drijvend flatgebouw hier in deze omgeving. Maar Istanbul is een stad van tegenstellingen.  

 

 

 

 

 

We zien nu vanaf ons dakterras trouwens de Rotterdam vertrekken. Hoe was dat liedje ook al weer? ”Toen wij met de Rotterdam vertrokken, vertrokken wij uit Istanbul”. Na een paar zware stoten van de scheepshoorn die over het water orgelden kwam er beweging in het schip en na nog voor een laatste keer uitgejoeld te zijn vanaf honderden minaretten was zij in een paar minuten al uit het zicht en voer zij richting zee van Marmora naar een ongetwijfeld andere exotische bestemming. 

Het is Ramadan en dan wordt er blijkbaar vaker gejoeld dan normaal. Als Moslim moet je tijdens Ramadan wel heel vaak bidden. Normaal is het al vijf keer per dag. Het gejoel vanaf de minaret is de oproep tot het gebed. Het geeft ontegenzeggelijk sfeer aan de stad. Als er niet te veel minaretten tegelijk bezig zijn kun je horen dat het een prevelement van de voorganger is, maar als er erg veel tegelijk afgaan is het net een soort luchtalarm.

Wij zaten dan wel niet op de Rotterdam, maar regelden een privé-cruise voor onszelf. Dat ging het als volgt. We liepen langs de haven van de Gouden Hoorn toen we aangeklampt werden. Dat is normaal. Het zou vreemd zijn als je in Istanbul in het oude stadsdeel niet aangeklampt zou worden. Dit maal was het een net ogende jongeman.  

De jongeman bood ons een tochtje over de Bosporus aan. Dat zou ruim twee uur duren en moest op onze vraag 120 TL kosten. Dat is omgerekend tegen de koers die we in het hotel gezien hadden € 67. Wij zeiden dat te veel te vinden. Dat moet je altijd zeggen, maar in dit geval vonden wij dat echt. Nou daar was wel een mouw aan te passen zei hij. Hij zou proberen nog twee toeristen te vinden, dan kon het voor de helft. Als wij dan zo lang even wilden wachten. Nou het duurde nog geen tien minuten dat hij al een ander stel aan de haak had geslagen. Een Spaans stelletje zo bleek. Het leken me wel aardige lui en misschien mede door ons hapten ze toe. 

Boottocht Bosporus

boottocht Bosporus

Het was natuurlijk nog wel veel duurder dan de vier Euro waarvoor je volgens een artikel in de Kampioen zes uur lang kon cruisen, maar daar had niet bij gestaan hoe je dat dan moest klaarspelen en volgens mij was het ook bullshit. Er had ook in gestaan dat een taxirit ongeveer 50 Eurocent per kilometer kostte. Ook bullshit. Voor de 23 km vanaf het vliegveld hadden wij 25 Euro betaald, inclusief een kleine fooi. Maar taxichauffeurs verdienen eigenlijk geen fooi als ze je belazeren. Maar dat wisten we toen nog niet. In ieder geval hadden we ruim het dubbele betaald. 

Nou, na deze halvering stond de deal ons wel aan. We hadden nu een behoorlijke boot geheel voor ons vieren tot onze beschikking. Blijkbaar was het hier begin oktober al lang geen hoogseizoen meer, al zou je dat niet zeggen aan de prijzen van koffie , bier en wijn in de restaurants. 

De zij van het Spaanse stel kwam uit Bilbao. Zij bleek hoogleraar te zijn in gezinsplanning en seksuologie. De hij was controller en was naar eigen zeggen een niet graag geziene gast op de ambtelijke burelen van Madrid. Het was een aardig stel en het bleek nota bene in het zelfde hotel als het onze te logeren. Wel weer erg toevallig hoor. Zij kwam me ergens bekend van voor. Dat heb je bij sommige mensen. Niet dat ze er zo alledaags uit zag. Maar ze leek nogal op mevrouw Marietje die jarenlang op Robert Jan heeft gepast. Ook in haar benadering had ze er erg veel van. Direct erg close. Vooral met Maja.

 

boottocht Bosporus

Het was  een erg mooie tocht. De boot voer vlak onder de oever, zodat je een goed zicht had op alles wat daar te pronken stond. En dat was nogal wat. Het maken van foto’s was nog aardig link in die boot  want er stond een flinke deining in de Bosporus. Het was dus erg moeilijk om  de horizon recht te krijgen en als je niet goed uitkeek kon je een flinke smak maken.

Bosporusbrug met Ortokay moskee 

We voeren door tot voorbij de Bosporusbrug; een indrukwekkend constructie vanwege de enorme overspanning. Ik schat toch zeker 1,5 kilometer tussen beide pijlers. In ieder geval heb ik nog nergens zo’n grote overspanning gezien.

 Boottocht Bosporus

 

Aan de Aziatische oever hebben we de schipper even laten aanleggen om toch ook even een voet op Azië te kunnen zetten. Daar was het aan een taveerne goed toeven.

de Aziatische oever van de Bosporus

 Bosporus Dolmabahde Palace

 Terugkerend kregen we een fantastisch zicht op wat de Gouden Hoorn van Istanbul genoemd wordt.

Gouden Hoorn van Istanbul

 

Aan afloop van de cruise begaven wij ons naar de Suleymaniamoskee. Dit is een van de grootste van Istanbul en hij wedijvert in schoonheid met de Blauwe Moskee. Het lag op een heuvel. Istanbul zou volgens de auteur van het gidsje op zeven heuvels gebouwd zijn. Net als Rome dus. Als het waar is wel erg toevallig. Rondom de moskee was een fraai park aangelegd. Dat is een verschil met de meeste grote kerken in Europa. Er was ook een toiletgebouw in dat park en dat was een bezienswaardigheid op zich. Maja zag van het gebruik van het vrouwzijdige gedeelte af omdat het er erbarmelijk stonk.

toiletgebouw Suleymanmoskee Istanbul

Waarschijnlijk heeft dat met de vele kleden te maken die moslimvrouwen gebruiken om zich voor de buitenwereld af te sluiten en waardoor zij ook minder goed contact hebben met de closetopening. De moskee zelf was een belevenis apart. Om er in te komen moest je om een voorhang van zware doeken heen, waarmee de ingang was afgesloten. Maar eerst moet je je schoenen uitdoen.

Moslims hebben iets met schoenen lijkt het. Maar het zou ook een praktische reden kunnen hebben, omdat op de vloer van de moskee de mooiste tapijten liggen en ze die natuurlijk graag een beetje mooi willen houden. Eigenlijk bestaat de moskee uit weinig meer dan die vloer. Er zijn geen banken. Je mag alleen gehurkt op die vloer zitten, of knielen, als je gelovig bent. De grote ramen die tot de vloer reiken zijn aan de kant waar Mekka gelegen is. Er is ook geen altaar en er zijn evenmin beelden zoals in een Katholieke kerk. Toch is het zeker geen sfeerloze ruimte. Dat komt niet in de laatste plaats door de prachtige mozaïeken waarmee zowel de wanden als het plafond belegd zijn. 

Suleyman moskee tuin

 De enorme Yucca's in het park leken de minaretten van de Suleyman Moskee naar de kroon te willen steken.

 

Suleymanmoskee interieur

Het voorlezen van de verzen uit de Koran is een soort zingen, dat veel lijkt op dat van Katholieke priesters. Het komt wat dromerig over, waardoor je vanzelf in hogere sferen raakt. Dat zal ook wel de bedoeling zijn. Het mobiele deel van de dienst heeft iets weg van bejaardengymnastiek, daar moet je goed  bij opletten. Het is buigen, knielen en omgekeerd en dat heel wat keren.

In de Blauwe Moskee die we vervolgens gezien hebben en waar we een complete dienst mochten bijwonen, zij het vanachter een speciaal houten hek, leverde het aanraken van de knieën van wel duizend mannen het geluid op van een lichte aardbeving.  Hoewel de moskee een domein van enkel mannen lijkt, waren er wel vrouwen. Deze waren echter weggestopt aan de zijkanten en achter in de moskeeruimte. Maja mocht wel mee naar het bezoekersdeel, maar dan moest ze een hoofddoek om. Dat vond ik niet zo vreemd. Ik vond het al best wat dat je tijdens de Ramadan als ongelovige toegang hebt tot de moskee. Dat maakte op mij de indruk dat het om een tolerante godsdienst gaat.

Blauwe Moskee park

Het park rondom de Blauwe Moskee is van een imponerende schoonheid. Het is ook duidelijk dat dit niet alleen een trekpleister voor de vele toeristen is, maar dat ook heel wat inwoners van deze stad zich hier verpozen.

Blauwe Moskee Istanbul

Blauwe Moskee Istanbul

We hadden die er dag geen rekening mee gehouden dat moslims tijdens de Ramadan pas na zonsondergang mogen eten. Dat betekende dat er na afloop van de dienst rond zonsondergang geen stoel in de wijde omgeving van de moskee meer onbezet was en dat de mensen in lange rijden voor de restaurants stonden te wachten. Omdat wij daar niet zo veel zin in hadden, liepen we wat verder bij de moskee vandaan en konden zo tenslotte op twee kinderzitjes aan een klein tafeltje plaatsnemen. Comfortabel eten was het niet want je zat door die lage zit bijna dubbel geslagen.

We konden in de keuken kiezen uit een aantal gerechten en dat was best lekker. In ieder geval lekkerder dan de maaltijd die we de avond tevoren hadden gehad en waarvoor we 7,5 Turkse Lira voor een glas wijn hadden moeten betalen. Veel dus. Volgens de reisgids kreeg je in die wijk toeristenderrie. Had dat gidsje eindelijk eens gelijk. Maar we hadden er wel een prachtig uitzicht op de verlichte Blauwe Moskee en de Aya Sofia gehad.

De volgende dag, woensdag dus, hebben we de Aya Sofia bekeken. Die viel heel eerlijk gezegd wat tegen, tenminste aan de buitenkant. Maar de verwachtingen waren dan ook erg hoog gespannen geweest. In de beschrijving stond alsof het dak door de ingenieuze lichtinval leek in de ruimte zweefde. Die indruk kreeg ik echter niet, maar misschien kwam dat ook omdat er een enorme ijzeren restauratietoren in de koepel stond, die een deel van het zicht weg nam. Maar ook de vloer viel tegen. Die was bij de kathedraal van Siena, twee jaar geleden zo’ n openbaring geweest.

De Aya Sofia was dan ook vooral groots en dan alleen van binnen. Aan de buitenkant was zij zelfs verre van fraai. Plomp en grimmig, totaal niet symmetrisch. De later rondom de koepel gebouwde minaretten waren op zich zelf wel mooi maar vormden toch een niet erg harmonisch geheel met de romp. Wat een contrast met die andere versmelting van twee religieuze gebouwen, de Mezquita, die we een paar jaar later in het Spaanse Cordoba te zien zouden krijgen.

Aya Sofia Istanbul

Aya Sofia Istanbul

  

 Aya Sofia Istanbul

 

Turkse zakenpief                                                                                                                                              Nee, dan de Blauwe Moskee. Deze oogde veel mooier. We keken zo wat onze ogen uit. Terwijl wij ons daaraan vergaapten, stapte er een heer op ons af. Het leek een heer van stand. Goed in het pak, glimmende schoenen en een innemende glimlach. Dat maakte dat je je er niet aan stoorde dat hij je aansprak. Hij informeerde belangstellend waar wij in geïnteresseerd waren. Nou, in de Blauwe Moskee dus. Uiteraard wist hij daar veel van en ongevraagd gaf hij ons een paar nuttige tips. Toen we van de moskee terugkwamen liep daar weer die zelfde heer. Het leek wel of hij op de uitkijk naar ons had gestaan. Weer een allerbeminnelijkste lach. Ja, we waren nu al een beetje bekenden natuurlijk. Hij sprak zo waar Nederlands. Ach ja, welke Turk in Istanbul heeft niet een tijd in Nederland gezeten. Of heeft er in ieder geval een oom of een broer gehad.

Deze meneer had een broer in Roermond gehad en met die broer had hij nu samen een bedrijf, hier in de stad. Een fabriek zelfs naar wij begrepen. Of wij die niet eens wilden zien. Nou dat vonden wij wat te veel gevergd van de goede man. We hadden natuurlijk al een vaag idee waar dat bezoek dan op zou uitdraaien. Maar de heer van stand bleef op vriendelijke manier volhouden, het was vlakbij en voor hem absoluut geen moeite. Hij vond het juist leuk om buitenlanders in zijn bedrijf rond te leiden. Toen zeiden we dat we eerst nog even wat anders in de stad wilden zien. Nu ja, dat was natuurlijk prima. En zo scheidden onze wegen zich ten tweede maal.

Maar het tentje bij de Aya Sofia waar wij hem voor het eerste ontmoet hadden was en strategische plek om ons hotel terug te vinden. Dus toen wij daar na een uur weer langs kwamen, stond hij er nog. Goh, wat toevallig, dat je in zo'n grote stad toch iedere keer weer de zelfde persoon tegenkomt. Dit keer kwamen we er niet goed onderuit om zijn fabriek te komen bezichtigen. Je zou zo’n man anders misschien wel diep beledigen als je dat weigerde en hij zag er toch zo vriendelijk uit.

Het was een paar straten verder, we waren er zo. Maar in plaats van in een fabriek te komen moest je eerste door een vaag pand en daarna kwam je in een werkplaats waar een heleboel Turkse tapijten lagen. Tja, de werkplaats was nu dicht, het personeel was al naar huis. Of we ook een kopje thee wilden. Aan dit gulle Turkse gebaar van gastvrijheid wilden wij niet tornen. Nou, die was gauw klaar en toe kwamen onder het genot van het kopje thee de verkoopverhalen. Aan wie hij allemaal al geleverd had. Er kwam een vrouw binnen die ons eerbiedig een groot boek met modellen overhandigde en daarna schielijk weer door een deur verdween. De heer  die dus een gewone handelaar bleek liet intussen een file met referenties aanrukken. Opdrachtbevestigingen van klanten uit Nederland  die bij hem besteld hadden.

Wij zeiden dat we de tapijten best mooi vonden, maar dat we er voor onszelf niet in geïnteresseerd waren, omdat we er thuis geen plek voor hadden het ook niet in ons moderne interieur paste. Dat leek echter niet tot des mans oren door te dringen. Hij vroeg wat wij van de prijs van een bepaald tapijt vonden. Nou niks dus, want wij waren niet geïnteresseerd. 

Wat dan wel de laagste prijs hadden die wij in ons hoofd hadden. Op dat moment werden wij op zijn Gronings gezegd een beetje flauw van onze Turkse gastheer en zeiden dat we het leuk gevonden hadden alles te hebben mogen zien, maar dat we nu naar ons hotel wilden en misschien nog een andere keer terug zouden komen. We zouden er nog eens over nadenken. Dat laatste hadden we beter niet kunnen zeggen. Inmiddels hadden we namelijk ook al zijn leeratelier gezien, waar je je een leren pak kon laten aanmeten.  

Iets anders gezegd. Hier kon je je in het pak laten naaien. Dat gold dan zowel letterlijk als figuurlijk. Het mocht dan wel goedkoop zijn. Maar wat is goedkoop? Is iets goedkoop als je er in Nederland veel meer voor moet betalen? Voor de econoom die ik ben geldt dat iets pas goedkoop is als de prijs een stuk lager is dan jij er voor over hebt. De vraag is dus wat je er op zo’n moment voor over hebt. Dat wordt niet alleen bepaald door of je het mooi vindt , maar ook door zoiets ongrijpbaars als de overreding van de kant van de verkoper. Bij een vriendin van ons ging dat in dat zelfde Istanbul, wie weet misschien wel bij de zelfde kerel, zo ver dat de deur op slot ging. Janneke die met haar dochter was begon zich toen geïntimideerd te voelen. Toch heeft ze toen niet gekocht. 

Zo ver kwam het bij ons niet. Ik ga echt geen tapijt komen omdat ik me daarmee van de druk van de verkoper kan bevrijden.

Een goede kennis van mij heeft zich echter bij zo’n gelegenheid wel laten overreden. Dat was bij een georganiseerde reis. Lekker goedkoop was die reis. Maar daarbij werd je dus wel in het pak genaaid. Of in haar geval in het tapijt. Toen ik bij haar op bezoek kwam vertelde ze in geuren en kleuren dat ze een geweldig mooi handgeknoopt tapijt gekocht had. Voor maar f 10.000, zoals ze vertelde.

Als nuchtere Groninger econoom vroeg ik toen hoe groot dat dan wel was, want ik vond het best een forse prijs. De maten waren vier bij vier. Daarop vroeg ik waar die dan moest komen te liggen. Nou, in haar kamer vanzelsprekend. Ik keek haar kamer eens vorsend rond, waarop ik mijn vermoeden uitte dat volgens mij de kamer geen vier meter breed was. Waarop zij ietwat van kleur verschoot en een centimeter ging halen. Even later waren de rapen gaar. De kamer was slechts 3.80 m. breed. Het fraaie handgeknoopte tapijt zou er dus niet in passen.  En vanwege het patroon kun je niet zo maar de maatvoering wijzigen. Een beetje dom was ze dus geweest. Hoewel, een beetje. Het lullige was dat ze al een aanbetaling van 20% had moeten doen.  

Wij waren dus uiteindelijk nog goed uit dat donkere hol weggekomen. Maar de volgende dagen durfde Maja niet meer over dat pleintje waar we onze voorkomende gastheer van die eerste dag hadden ontmoet. Het bleek echter een strategische plek, waar je eigenlijk iedere keer weer langskwam. Toen we de volgende dag vanuit ons hotel daar aan kwamen lopen zag Maja hem al staan. “Not that man again” fluisterde Maja. Maar het was al te laat. Hij had ons al in de smiezen. Stond daar gewoon op de uitkijk en was van het meest vasthoudende soort. 

Met een stralende glimlach kwam hij op ons af. Hoe of we geslapen hadden en van dat soort ongein. En natuurlijk of we er nog over nagedacht hadden en ook of we nog in zijn leerwarenzaak zouden komen. Want dat had ik min of meer toegezegd om van zijn tapijten af te komen. Ik zei dat we nu echter gingen eten, Later op de middag misschien en vriendelijk groetend liepen we verder. Tja, je wilde zo’n aardige man toch ook niet al te zeer voor het hoofd stoten. Ten slotte waren we niet naar Istanbul gekomen om in zijn leerwaren-en tapijtenzaak te komen snuffelen. Maar nu moesten we toch echt zorgen hem niet weer tegen te komen.

De volgende ochtend waren wij zeer op onze hoede. En ja hoor, dit keer zagen wij hem het eerst op dat beruchte hoekje en we doken een belendende steeg in om het plein te omlopen. De rest van de vakantie sindsdien durfde Maja helemaal niet meer in de buurt van de Blauwe Moskee te komen. Maar ik vond dat het niet gekker moest worden. Ik zou hem desnoods zeggen dat wij niet van plan waren om iets van hem of van een van zijn collega’s te kopen, bijvoorbeeld omdat wij zo juist door een van zijn landgenoten hier beroofd waren. Maar gelukkig zagen we hem deze keer niet. Hij had zeker net twee andere argeloze toeristen aan de haak geslagen.

Wel troffen we een andere heer die zo vriendelijk was om ons de weg naar de cisternen, dat waren bezienswaardige ondergrondse waterbassins,  te wijzen. Toen we bovengronds kwamen stond hij ook nog in de buurt. Toen hij ons zag kwam hij naar ons toe en vroeg ons of hij ons een goed restaurant zou wijzen. Maja zei nog blij te zijn dat ze nu eens iemand trof die niet iets van ons wilde en we liepen met hem mee. Onderweg vertelde hij dat hij een neef in Aken had. Dat interesseerde ons wat minder, maar je bent natuurlijk te fatsoenlijk om dat te laten  blijken. Vervolgens vertelde hij dat hij een fabriekje een eindje verderop dreef. Dat deed hij samen met zijn broer. Intussen wees hij ons het aanbevolen restaurant. We waren nu trouwens ook vlak bij zijn fabriekje zei hij

Achteraf lijkt het alsof je allebei een stom rund geweest bent dat je er weer instonk.  Maar het is geen kwestie van instinken. Het is meer ons gevoel voor fatsoen dat ons parten speelt. Je wilt niet grof worden en zo lang je dat niet doet foezelen ze je al verder naar hun doel. Deze man ook. Aanvankelijk wekt hij allerminst de indruk dat hij je naar zijn winkel wil hebben, maar je komt er uiteindelijk dus wel terecht. Achteraf ben je dan kwaad op jezelf. Het werd in dit geval echter helemaal te gek toen bleek dat wij in precies de zelfde zaak belanden als die wij de vorige dag in de nodige verlegenheid verlaten hadden.  En ja hoor, daar was ook die andere heer, die wij die dag met succes hadden weten te ontlopen. Toen heb ik die andere kerel ook maar duidelijk gezegd dat we geen tapijt zouden kopen. We hebben nog wel even een blik in de leerafdeling geworpen, waar de broers volgens eigen zeggen 25  man aan het werk zouden hebben. We zagen echter maar één kleermaker aan het werk. De anderen zouden net pauze hebben. 

Onze begeleider meende ons nog te moeten waarschuwen om niet in de Grote Bazaar te kopen.  De spullen daar zouden van inferieure kwaliteit zijn en bijvoorbeeld niet kleurvast.  En verhaal was daar niet mogelijk, want de handelaartjes daar volgden elkaar in hoog tempo op. Nou, dat geloofde ik allemaal graag. Maar dat was voor mij geen reden om bij hem dan wel een suède jas te kopen. Want als daar later iets aan zou mankeren ging je toch ook niet even terug naar Istanbul. Wat mij betreft mankeerde er iets aan de kwaliteit van het Turkse handelarendom in het algemeen.    

 Grote Bazar Istanbul

  De entree van de Grote Bazaar in Istanbul

 Egyptische bazaar

 

De schoenpoetserstruc

Ik werd echter pas echt flauw van de Turken nadat we kennis hadden gemaakt met de schoenpoetserstruc. Je loopt natuurlijk wat af in zo’n stad en omdat het vrij stoffig was zo hier en daar waren mijn schoenen niet erg toonbaar meer. Omdat je de hele dag aangeklampt wordt door schoenpoetsers die zo wat op elke hoek van de straat bivakkeren, liet ik me voor één keer overhalen. Geen prijs afgesproken. Was dus Lira 5 kwijt voor 5 minuten schoenen poetsen. Gauwdieven. Tijdens het schoenpoetsen wordt je ongevraagd dus een oor aangenaaid. Nou, de rest van de vakantie zou ik van hun diensten geen gebruik meer maken.

Die avond liepen wij in de buurt van de Galatabrug. Liep er voor ons ook zo’n armoedzaaier met zijn houten kistje op de rug met daarop een aantal schoenborstels. Nietsvermoedend liepen wij achter hem. Totdat hij ineens een van zijn borstel verloor. Och heden, die sukkel verliest zijn broodwinning zeg ik tegen Maja. Dus wat doe je? Je raapt die borstel op en haalt hem in om de kleine neringdoende zijn schoenborstel te overhandigen. Daarop voert de man zijn toneelstukje op. Hij loopt helemaal over van dankbaarheid. Wil je zowat omhelzen en staat er op dat hij je schoenen mag poetsen. Ik zeg tegen hem dat dat helemaal niet nodig is en wil eigenlijk al weer doorlopen. Maar zo gemakkelijk kom ik niet van hem af. Nee, ik moet hem toch de gelegenheid geven om zijn dankbaarheid te tonen? Maar mijn schoenen zijn vandaag nog door een collega van je gepoetst, werp ik nog tegen. Tevergeefs. Nou ja, je wilt zo’n arme drommel toch ook niet in de kou laten staan met zijn gevoelens van dankbaarheid. Dus vooruit dan maar. Begint hij omstandig mijn rechterschoen te poetsen. En vertelt dat hij thuis zeven bloedjes van kindertjes heeft te onderhouden, dat zijn vrouw ziek is. Een brok zieligheid. En ja hoor, na afloop houdt hij zijn hand op. Toen ben ik toch goed pissig geworden en hem gezegd dat hij op moest donderen met zijn flauwe truc. 

Galatabrug Istanbul

De volgende avond liepen wij op de Galatabrug. Misschien wel de leukste trekpleister van Istanbul. Onder de brug heb je allemaal restaurantjes en op de brug staan honderden mannen en jongens met hun hengeltjes naar een soort spierinkjes te vissen. Voor ons loopt weer zo’n schoenpoetser. Hij had ons natuurlijk al in de smiezen gehad, want hij laat een schoenborstel vallen. Dit keer reageren wij met een grimlachje. Niet oppakken dit keer. We liepen even door en bleven even verder opzettelijk staan, ogenschijnlijk de verrichtingen van de vissers volgend, maar intussen vanuit onze ooghoeken loerend wat deze schoenpoetser zou doen.  Zou hij omkeren om zelf zijn borstel op te pakken? Ons vermoeden werd bevestigd. De sufferd had blijkbaar niet door dat wij hem wel door hadden. Hij passeerde ons en laat even verder weer een borstel vallen. 

Ik overleg met Maja wat ik nu zal doen, want eigenlijk ben ik aardig pissig over deze mentaliteit. Ik vind het een misselijke vorm van misbruik maken van iemand goedertierendheid. Zal ik deze borstel, zogenaamd per ongeluk,  met een linke trap de Bosporus in laten zeilen? Als ik met Rob geweest was had ik het misschien wel gedaan. Maar nu maar niet. Je zou er een vreselijke heibel mee kunnen krijgen, daar op die mooie Galatabrug. En dat was het me niet waard.

Na deze incidenten had  ik echter wel een beetje genoeg van die handelslui hier. Het lijkt hier wel een derdewereldland. Je krijgt als buitenlander het gevoel dat de bevolking er voortdurend op uit is om je knollen voor citroenen te verkopen, je op te lichten. Omdat net in deze periode de toetreding van Turkije tot de EU in discussie was heb ik even met de gedachte gespeeld om de Turkse ambassade te laten weten dat de Turkse handelsmentaliteit niet past bij die van Europa en dat hun regering daar nog het nodige opvoedende werk te doen heeft. Maar het is er niet van gekomen.

De volgende dag hebben we onze schreden gericht naar het nieuwe deel van deze reusachtige stad. Dit is het deel aan de andere kant van de Gouden Hoorn. Je komt dan onvermijdelijk in de  Istiklal Caddesi. Dit  is een van de bekendste winkelstraten in Istanbul. De straat is meer dan  drie kilometer lang en enkel toegankelijk voor  voetgangers. De Istiklal Caddesi wordt omringd door kerken, voormalige ambassades en 19de-eeuwse gebouwen en komt uit op het beroemde Taksimplein, dat regelmatig het toneel vormt voor grote massademonstraties.

Istiklal Caddesi Istanbul

Istiklal Caddesi Istanbul

Een van de bezienswaardigheden langs deze straat was een soort gymnasium, dat van de weg was afgesloten door een buitengewoon  mooi hekwerk. 

Istiklal Caddesi Istanbul

Het was echter ook in andere opzichten een belevenis om hier te lopen. In de eerste plaats vanwege de ongelofelijke hoeveelheid mensen die er lopen. Wat dit betreft is het vergelijkbaar met Fifth Avenue in New York. Dat komt hier mede doordat  hier alleen maar voetgangers mogen komen. Tijdens het weekend zouden hier zelfs drie miljoen mensen op een dag komen. Die mensenmassa was een foto waard. Als je dan vervolgens eens goed naar die foto keek viel je iets anders interessants op. Namelijk het verbazingwekkende verschil in uiterlijk tussen de mensen hier en de mensen aan de andere kant van de Galatabrug, dus de mensen in het oude deel van de stad. Het waren hier overwegend jonge mensen en de vrouwen waren hier zonder uitzondering vrij van hoofddoek, laat staan van sluiers, zoals je die aan de andere kant van de brug veel zag. Je had hier niet het idee dat je in een overwegend Islamitische stad toefde. Evenmin werd je hier lastig gevallen door allerlei vervelende verkopers, zoals in de oude stad. Het zou hier net zo goed hartje Parijs kunnen zijn. Even voor het einde van de straat hebben we een restaurant uitgezocht en daar in een sfeervolle zaal, met uitzicht op het Taksimplein, gegeten. 

Istiklal Caddesi Istanbul

Taksimplein Istanbul

Het Taksimplein met daarop de imposante beeldengroep van de Vader der Turken, Atatürk, zou in 2013 het toneel worden van heftige protesten van de in dit stadsdeel levende moderne jongeren tegen de in hun ogen te ver doorgevoerde islamiseringspolitiek van premier Erdogan, die inging tegen de door Atatürk strikt doorgevoerde scheiding van kerk en staat. Atatürk kreeg deze titel voor het leven van het Turkse parlement in 1934.

Opvallend aan dit stadsdeel was dat in de aan de Istiklal Caddesi gelegen Katholieke St Antoniokerk ook veel moslims kwamen bidden.

St Antuan kerk Istanbul

 

Het Topkapipaleis

De twee laatste dagen hebben we gebruikt om het langs de Bosporus gelegen Topkapipaleis te bewonderen. Vanuit ons hotel was het maar een kwartiertje lopen. Op weg daarheen kwam je door een prachtig park, dat vol bloeiende vlijtige liesjes stond en waar zich enkele fraaie fonteinpartijen op ons pad bevonden. 

park voor Topkapi paleis Istanbul

park onder Topkapi paleis

 

Het Topkapipaleis bleek een geweldig groot complex, waar een ongelofelijke hoeveelheid kunstschatten uit de Osmaanse periode bijeen gebracht is en waarvoor je vele uren nodig hebt om alles te bekijken. Nog los van de prachtige Osmaanse architectuur en bijbehorende tuinen en vijvers. Het hele complex bestaat uit talloze gebouwen, de ene vaak nog mooier dan de andere.  Helaas konden we die eerste dag de haremverblijven niet meer in. Daar is Maja de volgende dag nog special voor teruggegaan, terwijl ik toen het nabijgelegen Archeologisch Museum bezocht heb.

Istanbul Archeologisch Museum

 Het Archeologisch Museum is onafhankelijk van het Topkapi Paleis te bezoeken en is zeker een bezoek waard

 

In het Topkapi Paleis zijn uitgebreide rondleidingen te volgen, waarvoor je dus wel moet zorgen op tijd te zijn. Vooral de geschiedenis van de harem spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Wat ik niet wist dat de haremdames van  oorsprong niet-moslima’s waren. Want de Islam verbiedt om mensen van het eigen  geloof tot slaaf te maken. Want dat waren het feitelijk. Een groot deel van hun leven  zaten ze daar in  een gouden kooi en waren ze volledig ondergeschikt aan de moeder van de sultan. Die zwaaide daar de scepter. Die bepaalde bijvoorbeeld wie van de dames werd toegelaten tot de sultan. Meisjes die tegen de keer ingingen werden streng gestraft en degenen die het al te bont gemaakt hadden werden in een met stenen verzwaarde jute zak gestopt en in de Bosporus gegooid. Degenen die zich aanpasten kregen echter een uitgelezen opleiding en werden op latere leeftijd vaak uitgehuwelijkt aan vriendjes van de sultan of moedersultan.

Topkapi Paleis 1e Hof

Topkapi paleis 1e Hof

Topkapi Paleis 1e Hof

Topkapi paleis 2e Hof

Na de het bezoek aan het Topkapi Paleis is het goed toeven aan het even onder het Topkapi paleis gelegen teagarden boven de Bosporus. Vandaar heb je een geweldig mooi uitzicht op deze zeearm en alles wat zich daar op en langs bevindt. Het is alleen wel even zoeken om de ingang te vinden. 

Teagarden onder Topkapi Paleis

Tijdens een van onze laatste dagen in Istanbul hebben we, ondanks de waarschuwing van onze zakenpief eerder deze vakantie, de Grote Bazaar bezocht en daar enkele aankopen gedaan. Zoals 16 t-shirtjes voor de 16 kleinkinderen van Maja. Dat vergde natuurlijk ook een uitgekookt onderhandelingsproces. Ik voerde de onderhandelingen met de koopman en Maja was na aflloop meer dan tevreden over de enorme kwantumkorting die ik er uit heb weten te slepen. Ook de koopman was uiteindelijk tevreden. We hadden er dus alle drie schik in gehad. Zo kan het dus ook en zo hoort het ook vind ik.

Die avond hadden we in ons hotel een iets minder prettige ervaring. We liepen naar onze kamer toen we een Islamitische familie op onze gang zagen lopen. En man, een vrouw en een kind. De man voldeed geheel aan ons beeld van een fundamentalistische moslim. Zwarte baard, boze blik en lijf in lang gewaad. De vrouw geheel in Niqab die hem naar ons oordeel angstig volgde. De man trok een huilend kind achter zich aan. Was die kerel van plan om zo meteen het hotel op te blazen? Dat is dus niet gebeurd en wij zijn de volgende dag veilig op het vliegveld gekomen.

einde

 

                                                                                                                                                       

Reportages van andere interessante steden in en buiten Europa:

reportages van andere bezochte steden in Europa:

Andalusisch avontuur (Sevilla, Cordoba, Granada en Malaga)

Bezoek aan Berlijn

Brugge voor bijna babyboomers

Ons bezoek aan de Eeuwige Stad

Hongaarse rapsodie-2 (Boeda-Pest)

Onze reis naar Saksen en Thüringen (Dresden, Erfurt en Weimar)

Onze reis door magisch en modern Marokko (Fez, Rabat en Marrakech)

Onze stedentrip naar Wenen

Proeven van Praag

Verslag van een weekje Toscane  (Siena)

Reis langs Duitse Hanzesteden

Reportage reis Maleisië  (Kuala Lumpur en Putrayaja)

Reisverslag South-West USA (Las Vegas en San Francisco)

Viva Valencia

Vijf dagen Krakau