Onze grootvader Jan Hinderikus Lambers had drie zussen: Johanna, Jantje en Margaretha. Van broer Thio is niet meer te vertellen dan dat hij apotheker werd te Assen, waarmee hij in de voetsporen trad van zijn overgrootvader en van zijn oom. Maar van de tantes was wel iets te vertellen.


Johanna was met Steven Steenge getrouwd. Zij woonden op de boerderij te Annerveen, waar later Garrelt en Hillie kwamen. Oom Steven was niet een heel gemakkelijk heer. Over hem deden dan ook enkele familieanecdotes de ronde. Hij was niet zo erg groot van stuk, maar wat wel meer gebeurt bij dat soort mannen, aan de wat felle kant. Eens moesten hij en tante Johanna met de bus mee, maar er was een hoop volk dat mee wilde en in het gedrang lukte het hem niet de bus in te komen. Waarop hij verontwaardigd bleef staan en uitriep: x94Verrek, Sie bruukt mie hier als rolpoalex94. Een rolpaal stond in die tijd in de bocht van een kanaal om te voorkomen dat de scheepsjagers de schepen tegen de wal aan zouden trekken. Het kenmerk van de rolpaal was dus dat hij zelf bleef staan.

Tante_johanna_en_oom_steven_steengetante Johanna en oom Steven

Een andere familieanecdote over oom Steven gingen over het koffie drinken. Hij was niet heel erg tactvol. Eenmaal tijdens een familievisite vroeg zijn schoonzuster, tante Jantje, hem of hij nog een tweede kopje koffie bliefte. Maar oom Steven zei dat hij niet een tweede hoefde. Daarop begon tante Jantje die niet graag met  haar spullen bleef zitten, ze zei ooit eens toen ze een keer te veel eten had klaar gemaakt en niemand eigenlijk nog wat hoefde: "t Zell op", bij Steven aan te dringen. Daar ging ze naar de zin van Steven net iets te lang mee door blijkbaar. Hij begon een beetje rood aan te lopen, zette de borst wat op en gooide het er toen uit:  "Ik mot geen koffie meer hébben!!" Iedereen schrok zich een hoedje.

Overigens was die zwienenkoopman die vroeger wel bij Opa en Oma kwam nog een stuk minder tactvol. Toen Oma heb een keer koffie aanbood antwoordde hij met: "Nee dank joe, ik lus joen kovvie nait"

Ook over tante Jantje ging een anekdote. Zij was gehuwd met Freerk Homan, die het nog steeds bestaande café De Rustende Jager te Eext bezat. Hij overleed nogal jong en tante Jantje zette een tijdlang het café voort. Van die tijd stamt het gezegde dat zij nogal eens bezigde tegen boeren die te veel in het glaasje wilden kijken: "Doe kriggst niet meer, hest genog had. Most noar dien vrouw goan".

Naast Jantje was er nog Margaretha die met Berend Steenge getrouwd was.
Tante Johanna en oom Steven woonden op de boerderij in Annerveen, waar later de oudste dochter van Jan Hinderikus en Maria Gebina met Garrelt Prins kwam te wonen.