Masca is een piepklein bergdorpje verscholen langs de steile en ongenaakbare westkust van Tenerife.

Je kunt er langs twee wegen komen, waarvan de ene goed te berijden is en de andere ten zeerste af te raden; tenminste als je geen volleerd rallyrijder bent. De eerste is de weg vanuit Bueno Vista. Hier gaan ook de touringcars langs.

De andere weg is die vanuit  Santiago del Teide. Het is vandaar maar 5 km, maar de weg is zeer steil en maar een heel dun lintje, zodat tegenliggers al gauw een probleem vormen. Vooral als het de streekbus is die daar een paar keer per dag desalniettemin over heen gaat.

Masca

 

Maar als die niet op je weg gekomen is wordt je na een klein half uur zwoegen en zweten wel rijkelijk beloond. Je komt dan in een voor natuurliefhebbers oogstrelende omgeving, bestaande uit een zich tegen en tussen de rotsen ontplooiende fascinerende flora die diep afdaalt in de kloof die van het dorpje naar de oceaan leidt.  De kleine huisjes en bouwsels die nauwelijks deze naam mogen dragen omzomen in het begin nog het pad dat door deze kloof leidt.

De tocht door de kloof duurt drie uur, waarmee je een hoogteverschil van 600 meter overbrugt. Je komt dan aan de kust waar je, mits je dat zelf geregeld hebt, met een bootje opgehaald kunt worden, als je niet weer terug omhoog wilt. Het is wel zeer aan te raden om de tocht niet alleen te maken, omdat ie niet zonder gevaar is.

Maar eerst moesten we nog in Masca zien te komen en dat ging niet van een leien dakje.


 

 

“Benauwd avontuur op weg naar Masca”

Om in Masca te komen moesten we eerst naar Santiago del Teide. Daar waren we gisteren op de terugweg vanaf de Teide langs gekomen en dat leek ons wel een leuk plaatsje. Maar er was níet veel aan. Alleen de kerk was van binnen heel bijzonder. Dat geldt echter voor bijna alle kerken op Tenerife. In bijna alle plaatsen en vooral plaatsjes vormen zij  het mooiste gebouw.
Kenmerkend zijn het vele mooi bewerkte houtwerk en de aangeklede christusbeelden, die ook lang niet altijd aan het kruis hangen.

In het kerkje van  Santiago del Teide  hebben we beide een kaarsje aangestoken voor onze net overleden vriendin die op de dag van onze terugreis gecremeerd zou worden. Helaas was het níet doenlijk om daarbij aanwezig te zijn. Dan hadden we met lijnvluchten moeten vliegen en waren we meer dan 27 uur onderweg geweest.

Vanuit Santiago del Teide kon je de weg naar  Masca al bij de berg omhoog zien haarspelden. Het was maar 5 km, maar wat voor een 5 km. Het bleek zo'n beetje het steilste en smalste bergweggetje te zijn dat ik ooit bereden heb. Gelukkig wel met een solide balustrade waar nodig.

En als je hier nu nog in je eentje naar boven kon en voor elke haarspeldbocht de nodige tijd kon nemen. Maar nee, druk dat het er was. Jezus, dat is toch wel een groot nadeel van dit eiland, dat het overal zo verrekte druk is op de weg. Zo werd het echt peentjes zweten. Gelukkig kon mijn VW Polo-tsi het qua kracht goed aan. Met die Hyundai  twee jaar geleden op Gran Canaria had ik het hier denk ik niet gered.

In de bochten moest je natuurlijk helemaal tot je zenuwuiteinden op je qui vive zijn. Kwam er net een tegenligger aan en nam je de bocht een decimeter te ruim dan kon het goed mis gaan. Gelukkig dat de meeste mensen gewone personenwagens hebben en geen jeeps, pickups of andere robuuste voertuigen.

Nog tijdens die geruststellende gedachte  zie ik een enorme streekbus de bocht voor me uitkomen en op mij toe rijden. Mijn eerste reactie was van “Gvd, wat doet die hier in vredesnaam?”  Je kunt hier toch niet met zo’n grote bus op zo’n ellendig smal klotenweggetje met haarspeldbochten komen aankakken? Zag ik het wel goed? Moest ik niet naar Specsavers?

Nou, zeker niet. Als ik mijn hand uit het raampje zou houden zou die bus hem er zo meteen subiet afrijden. Meteen stond ik stil natuurlijk. Dat kon makkelijk want ik reed niet veel harder dan stapvoets.  De bus kwam ook tot stilstand. In een vlaag van  optimisme dacht ik toen dat hij wel achteruit zou gaan rijden. Want hij kwam van boven en ik was klimmend verkeer, dat toch voorrang heeft?

Nou, daar dacht die buschauffeur blijkbaar anders over. Hij wenkte dat ik terug moest. Ja ammehoela, hier terug ruggelen? Zeker weer schade oplopen met een huurauto, net als vorig jaar op Gran Canaria op die parkeerplaats met al die stenen. Ik had toen ook een eindje moeten terug ruggelen over een smal niet recht weggetje.   
Maar ja, met een bus terug ruggelen ging natuurlijk helemáal niet- dat zag ik ook wel in-  en dat ging hij ook zeker niet doen. Er stonden intussen al een paar auto's achter mij. En ook achter die bus natuurlijk. Dat zou nog een leuk feest worden.

De chauffeur wenkte mij dat ik nog een stukje opzij kon. Ja dat zal wel, maar er liep een diepe goot langs de wegrand en ik voelde er toch verrekte weinig voor om daarin te kieperen. Dan zou de carrosserie dacht ik tegen de rotswand aanslaan. En hoe kwam ik dan weer uit die goot?  Als je eenmaal in de goot beland bent kom je daar niet zo gemakkelijk meer uit. Zeker niet met een auto.

Ik vroeg Maja uit te stappen en mijn auto heel voorzichtig langs de bergwand te leiden, net voor de goot. Desnoods met een kwart van de banden over de rand. Maar krijg je voor- en achterwiel dan maar eens precies in een lijn op de wegrand als die vanwege de bocht niet recht loopt. De buschauffeur gebaarde dat ik nog een eindje verder kon. Nog wel 2 centimeter zeker. Ja, hij hoefde de schade niet te betalen  Even dacht ik van goh, dan ga jij toch lekker achter mijn stuur zitten, als je het zo goed weet. Bovendien ben jij de oorzaak. Wat doe je hier eigenlijk met die bus van je ? Ik voelde de agressie in mij omhoog woelen.

Als het mis ging , zou hij mijn polootje zo meteen als een sardineblikje van voren tot achter openscheuren. Maar wat voor opties had ik eigenlijk?  De enige realistische in de gegeven omstandigheden was om in godsnaam dan maar het risico te nemen op een flinke schram of erger.  Hoewel ik er geen gat in zag slaagde ik er kennelijk toch in om de auto nog 2 of 3 centimeter verder naar de absolute deadline te krijgen. Nou,  toen kwam hij dus heel langzaam op mij af, die bus dus. Voetje voor voetje gleed hij langs mij heen. God zij dank , ik was met de schrik vrij. Het had me alleen wat klam zweet gekost en misschien de nachtrust voor de daarop volgende nacht.

Hoe hij dat met al die auto’s achter mij heeft geregeld weet ik niet. Wat een hondenbaan zeg, chauffeur op de lijn Santiago del Teide  -Masca,  want ik zal toch wel niet zijn enige hindernis zijn op zo’n dag. Maar die auto’s  stonden gunstiger, omdat dat deel van de weg nog recht liep; ik stond al in het begin van de bocht.

Later hoorde ik van een kennis dat die deze weg tijdens zijn vakantie al bij voorbaat gemeden had; ook vanwege die bus die er een paar keer per dag rijdt. Ik was blij dat te horen, want het maakt direct dat je je een minder grote sufferd voelt.

Opgelucht reden we vervolgens naar Masca. Vlak voor het eigenlijke plaatsje zagen we aan de klant van de weg al een paar huisjes en omdat je daar je auto aan de kant van de weg kwijt kon en dat in het dorp zelf mogelijk een probleem zou worden met al die drukte parkeerde ik de auto daar  boven. Van daaraf liep er een paadje naar beneden, waar die huisjes stonden.

In feite liep je daarmee al de kloof in, want het ging daar vrij steil naar beneden. Net zoals we in de reisinformatie hadden  gelezen, was het hier zeer rijk begroeid. Het was dan ook een woest mooi bergpaadje. Een auto kon er niet langs. Alleen een mens die goed ter been moest zijn. Na een paar meter zagen we een klein, half verscholen uithangbord waarop stond dat er 40 meter verder een restaurant met terras was.

Dat leek ons wel wat. Het noemde zich weliswaar  Casa zus en zo maar het  bleek weinig meer dan een hut met een prieeltje. Maar in dat prieeltje had je wel een magistraal uitzicht over de barranca, de kloof dus,  en de daar achter liggende oceaan.

De uitbater, die het midden hield tussen een  kluizenaar en een cowboy, had alleen een worstsalade in de aanbieding, met brood. Dus wel meer dan alleen water en brood. Hij kon er zelfs ook witte wijn bij aanbieden. Het zat er heerlijk zo half onder de bossages. Dat vond de kat van het huis ook want die kwam er ook bij zitten in afwachting van wat er over zou blijven.

Na deze wat eenvoudige maar wel royale lunch heb ik een stukje van de afdaling gedaan, namelijk zo lang er nog iets van bebouwing langs het pad stond. stond. De hele afdaling zou drie uur gevergd hebben en was volgens een informatiepaneel niet vrij van gevaar en daarom geheel op eigen risico.

Het stukje was echter lang genoeg om er een serie prachtige plaatjes te schieten. De optrekjes die ik er tegenkwam moeten wel een bijzonder soort mensen huisvesten. Ze zijn er volledig op zichzelf aangewezen en moeten al hun benodigdheden te voet uit het dorpje halen. Veel lijken ze echter ook niet nodig te hebben.

Vanuit Masca hoefden we gelukkig niet weer terug over de zelfde weg, maar konden we ook naar Bueno Vista dat aan de kust lag. Dat was een heel wat betere weg, waarbij ook regelmatig uitsparingen gemaakt waren om voor elkaar te kunnen uitwijken. Daar reden dan ook de  bussen van touroperators. Het was een hele mooie route met tal van miradors, waarbij je op de oceaan kon uitkijken.

einde